Waarom u vaak langer in de auto zit dan de reistijden aangeven

© BELGA

In de file staan is zelden een pretje. En dan krijgt u plots nog tegenstrijdige informatie te verwerken: de dynamische verkeersborden en de radio geven namelijk verschillende informatie over uw route. Hoe is dat mogelijk?

Klaas Maenhout

Een voorbeeld: u reed vanochtend vanuit Gent naar Brussel en wilde de hoofdstad inrijden via de afrit Koekelberg. Een lastige opgave door de voorbereidende werken aan de Leopold II-tunnel.

Het dynamische bord boven de E40 ter hoogte van Erpe-Mere stelde gerust: 29 minuten tot aan de Ring (een beetje vertraging, maar geen chaos). Op datzelfde moment klonk het op VRT-radio: anderhalf uur vertraging - op een bepaald moment zelfs twee uur aanschuiven. Waar komt het verschil vandaan?

Brussel is Vlaanderen niet

Daar zijn verschillende verklaringen voor. Ten eerste: er is een verschil in meetpunten. Het Vlaams Verkeerscentrum meet de tijd tussen het dynamische bord (bijvoorbeeld in Erpe-Mere of Aalst) en de Brusselse Ring. En eigenlijk zelfs niet de Ring, maar het parkeerterrein in Groot-Bijgaarden. De verkeersredactie van de VRT rekende vanmorgen tot aan het eerste verkeerslicht in Brussel, net omdat het tussen de afrit Koekelberg en dat verkeerslicht erg traag ging.

Waarom doet het Vlaams Verkeercentrum dat dan niet? Wel, omdat ze in dit geval de data niet hebben. Het Verkeerscentrum is alleen bevoegd voor de Vlaamse snelwegen, verduidelijkt woordvoerder Peter Bruyninckx. Op het ogenblik dat u in Koekelberg afrijdt, bent u op Brussels grondgebied en bovendien niet langer op een autosnelweg.

Stilstaande auto's zijn lastig

De VRT doet er ook vaak wat tijd bij. Men probeert rekening te houden met de reële reistijden, niet alleen met wat de data weergeven. ‘De data die we binnenkrijgen via de overheid impliceren altijd een onderschatting van de reistijd. Data kunnen moeilijk omgaan met stilstaande auto’s, omdat de reistijd dan plots oneindig wordt. Er zitten dus altijd fouten in de gegevens, waardoor de werkelijke reistijd hoger ligt’, aldus Hajo Beeckman van de VRT.

De VRT voegt daarom vaak wat tijd toe. ‘Dat is vaak nattevingerwerk’, geeft Beeckman toe. ‘Maar we werken ook met vaste correspondenten van Touring Mobilis.’ Als de data, zoals vanochtend, aangeven: het is drie kwartier rijden, dan redeneert de VRT: het zal sowieso meer zijn. Als het vervolgens een telefoontje krijgt van een correspondent die zegt: ik heb er twee uur over gereden, dan passen ze dat desgewenst opnieuw aan.

Vooral aangeven dat er problemen zijn

Een derde verklaring: de precieze tijd weergeven is zo goed als onmogelijk, het is zowel voor het Verkeerscentrum als de VRT vooral belangrijk aan te geven dat er problemen zijn. ‘De reistijd die op de borden verschijnt, is die op dat specifieke moment. Als er een ongeval gebeurt vijf meter nadat je het bord gepasseerd bent, dan zie je dat niet.’ Het Verkeerscentrum wil zo accuraat mogelijk zijn door te kiezen voor hele korte segmenten. ‘Anders wordt de info onbetrouwbaar.’

‘Niet de precieze duur is belangrijk, maar wel de grootorde’, benadrukt Beeckman. ‘De tijd geeft aan: vermijdt de omgeving en zoek eventueel alternatieven.’ De dynamische verkeersborden boven de autosnelwegen werken trouwens volautomatisch, door een combinatie van vaste meetpunten en de data van navigatiesystemen. ‘Als je als vaste pendelaar plots drie kwartier ziet staan in plaats van twintig minuten, gaat er een belletje rinkelen’, aldus Bruyninckx.

Duiding geven is dus het belangrijkste. ‘In urgente gevallen, zoals een ongeval, wordt een andere boodschap weergegeven op de borden.’ Op bepaalde plaatsen stond er vanochtend: ‘Werken in Groot-Bijgaarden’. Het probleem met de dynamische borden is dat de boodschap alleen verschijnt op het mobiele bord net voor de staart van de file. Als er file is ter hoogte van Affligem, komt de boodschap erop in Aalst. Staat de file tot in Aalst, komt de boodschap in Erpe-Mere tevoorschijn.

Het Vlaams Verkeerscentrum werkt aan een systeem om bijkomende informatie weer te geven. ‘We zijn al een langere tijd aan deze bijsturing bezig. Het is iets voor de komende maanden’, zegt Bruyninckx.