Vertrouwen in Chinese gezondheidszorg gekelderd na zoveelste vaccinatieschandaal
In China heeft een nieuw schandaal rond slechte of zelfs nepvaccines de woede opgewekt van duizenden ouders. Hun kinderen kregen vaccines tegen hondsdolheid, difterie, kinkhoest of tetanus die niet volledig werken. Hoewel er nog geen kinderen ziek zijn geworden, is de frustratie onder de Chinezen groot. Het verhaal is geen unicum in het land, dat ook de voorbije twee jaar te maken kreeg met schandalen rond geneesmiddelen.
Vorige week nog werd bekend dat de fabrikant Changchun Changsheng heeft geknoeid met inspectie- en productierapporten bij vaccines tegen hondsdolheid. Het is de tweede grootste producent van vaccinaties tegen hondsdolheid in China. De productie werd alvast stilgelegd en de vaccins teruggeroepen.
Nu komt aan het licht dat hetzelfde bedrijf de voorschriften niet nageleefd heeft bij minstens een kwartmiljoen vaccinaties voor difterie, kinkhoest en tetanus. Ook zou het productiedata vervalst hebben.
Topprioriteit?
Premier Li Keqiang riep alvast op tot een grondig onderzoek binnen de farmaceutische industrie omdat de acties van de producenten “een morele lijn overschreden hebben”. Volksgezondheid is voor premier Li en president Xi Jinping dan ook een topprioriteit omdat de sociale onrust die een dergelijk schandaal veroorzaakt enorme schade kan aanrichten aan het vertrouwen in de politiek.
Maar vele Chinezen zijn erg sceptisch over de manier waarop de overheid omgaat met het schandaal. In 2016, na een gelijkaardige zaak, reageerde Li ook met een oproep tot onderzoek. De ouders van de kinderen trekken nu in twijfel of dit wel gebeurd is.
Er zouden nog geen kinderen ziek zijn geworden van de vaccins. De Wereldgezondheidsorganisatie legde al uit dat een vervallen of slecht opgeborgen vaccin zelf meestal geen negatieve reactie veroorzaakt maar gewoon afgezwakt of helemaal niet werkt. Het grootste probleem voor de overheid is nu dat ouders hun kinderen niet meer willen vaccineren uit wantrouwen.
Herhaling van de geschiedenis
De Chinezen zijn ook het babymelkschandaal uit 2008 niet vergeten. Toen lengde een zuivelfabrikant babymelk aan met de giftige stof melamine, waardoor honderdduizenden baby’s ziek werden. Het schandaal doet ook denken aan de SARS-epidemie uit 2003. De overheid liet de bevolking toen erg lang in het donker over de ernst en verspreiding van de epidemie.
Ook nu zou de transparantie van de politie en de overheid dus te wensen overlaten. De politie had al een jaar weet van de illegale handel in medicijnen voordat dit in februari aan het licht kwamen in de media. Ouders vragen zich nu op het internet af waarom ze niet eerder op de hoogte gebracht werden.
Voor de Chinese overheid betekent het schandaal een ferme tegenslag. Het land wil een wereldspeler worden op farmaceutisch vlak door in het buitenland ook geneesmiddelen te verkopen. Maar eerst wil China de Chinese markt voorzien van medicijnen van eigen bodem. Die binnenlandse verkoop zal door het schandaal een ferme deuk hebben gekregen.
Herbekijk hieronder de bijdrage in Het journaal.
