Direct naar artikelinhoud
Jazz Middelheim

Kamasi Washington is God, en de rest van de eerste dag Jazz Middelheim

Kamasi Washington op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Een kleine bekentenis. Waar andere mensen volschieten bij filmpjes van jonge, schattige poesjes, houden wij het niet droog als Kamasi Washington - geheel in de stijl van John Coltrane – nogal doordringende hoopjes schrille noise en inwendig onbehagen uit zijn tenorsax toetert. En daarna vindt hij nog onmiddellijk de kalmte terug ook. Whatta man!

Voor de eerste keer in de geschiedenis van Jazz Middelheim gingen in de grote tent de stoelen aan de kant. Dat kon moeilijk anders: er werd eerst fusion en grootstadjazz beloofd, daarna kwam de meest gelauwerde saxofonist sinds John Coltrane langs, en de hoofdact bestond uit twee toppers uit de hiphop.

Met zijn groep Crazy Men (★★★☆☆) bracht toetsenist Bram Weijters eerst And Here Comes the Crazy Man tot leven, een cultplaat uit 1974 vol soms kronkelende, soms hoekige, maar ook warm klinkende jazzrock van de jong gestorven Koen De Bruyne.

Crazy Men op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

De Crazy Men zijn muzikanten die we eerder bij STUFF. en Dans Dans hebben zien optreden. Herbie Hancocks Fat Albert Rotunda werd als voorbeeldplaat geciteerd, alsook het legendarische Belgische Placebo met wijlen Marc Moulin in de rangen. En er kwam een mooie medley voorbij van uitgeknobbelde fusionmelodietjes uit de tijd van toen.

De paar tracks van De Bruyne kwamen via drie bijzonder knap samenvallende blazers, die van baritonsaxlaag naar EWI-hoog gingen. Toen bas, drum en piano gedrieën achterbleven, kroop een stuwend ritme in deze jazzrock, die ook vol soundtrackmuziek zat én funk bevatte die op weg was naar disco. In een wonderlijk ‘Pathetic Dreams’ verving een elektronisch blaasinstrument de vrouwenstem van de plaat. Digitale percussie kwam ook soms helpen.

Crazy Men op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Wij hadden moeilijke muziek verwacht om de kin nog eens bij te strelen, maar deze onderhoudende en vrij relaxte jazz kwam – met de zegen van de zon – een regendansje doen.

Next: TaxiWars (★★★☆☆)! Tom Barman heeft altijd een bijzonder anything goes over zich gehad. Het heeft met zijn grote oren te maken die altijd richting jazz hebben gestaan, en richting wat nog allemaal. Hij keek over de muren die tussen genres en disciplines stonden, en deed dat zoals geen enkele andere muzikant het op die schaal in onze contreien heeft gedaan. In Antwerpen stond hij te shinen met zijn jazzmaten van TaxiWars, mannen die in New York wonen: saxofonist Robin Verheyen, bassist Nicolas Thys en drummer Antoine Pierre.

TaxiWars op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Wij weten nu wat we van TaxiWars willen: tracks als ‘Fever’, ‘Bridges’ en ‘Death Ride Through Wet Snow’: droge, hoekige, puntige songs, waarin het vooruitgaat, waarin Tom Barman zijn micro in de beker van de sax van Verheyen steekt, waarin hij voor de ritmesectie gaat dansen die hij even later hun swingende zelf laat zijn als hij aan de zijkant van het podium gaat roken – sorry, vapen. Die jazz doet ons altijd denken aan een van de meest dansbare jazztracks aller tijden, namelijk ‘Moanin’ in de versie van Charles Mingus. Dát nogal kriebelige, maar karaktervolle handschrift van TaxiWars kunnen wij vlot lezen. Maar Robin Verheyen die zich een paar keer aan de vleugelpiano nestelt, Barman die van die nieuwe songs bijna dEUS-achtige ballads maakt… we waren hen daar een paar keer serieus kwijt.

TaxiWars op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

De setlist van Kamasi Washinton (★★★★☆) deed onze beker overlopen: ‘Street Fighter Mas’, ‘The Rhythm Changes’, ‘Abraham’ (een song van Miles Mosley, een bassist met een strijkstok), ‘Truth’, ‘The Space Travelers Lullaby’ (dat werd opgedragen aan de regen die alle space cadets doet dagdromen) en een puntig ‘Fists of Fury’.

De melodieën waren top, de grooves heavy, de solo’s zinderend, de kosmische jazz-invloeden legio, de momenten waarop je dacht ‘Daar is-ie echt: John Coltrane!’ de evidente hoogtepunten.

Kamasi Washington op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Washington heeft sinds 2000 bij heel veel artiesten sax gespeeld (onder meer in klassieke ensembles en op New York van - jawel - Ryan Adams), maar dé uitgerolde rode loper kwam via wat hij deed voor Flyin’ Lotus en Kendrick Lamar. Toen daarna zijn bloedeigen Epic uitkwam, werd hij voor heel veel mensen iemand die iets te zeggen had. En terecht!

Gedachte die wij al hadden gemaakt tijdens het luisteren naar de nieuwe plaat ‘Heaven and Earth’ van dit saxofoonwonder: hij heeft een soort ‘this land is your land’ geschreven met de hele Amerikaanse jazzgeschiedenis erin verwerkt, en met ook Trump, de wokeness, het activisme en het dagdromen in de mix. Dat alles zat in de mijmerende beginzinnen van song twee: “Our minds, our bodies, our feelings / They change, they alter, they leave us /Somehow, no matter what happens / I’m here”. Het zat ook in het resolute voornemen van de afsluiter: “Our time as victims is over / We will no longer ask for justice / Instead we will take our retribution.”

Het was de geweldige Patrice Quinn die die teksten zong. Ze verving ook het veelkoppige koor van de platen (iemand in de groep dubbelde vaak haar zangpartij). Toetsenist Brandon Coleman - brede glimlach, tropische look, een man die ons aan Dr. Teeth uit The Muppet Show doet denken - was vervangen door een schuchterder man, die zijn weg nog moest vinden. De nieuwsgierigheid van Washington en de andere groepsleden viel op: iedereen keek enthousiast naar de solospotjes van anderen. Dit was wel degelijk The Kamasi Washington Band: de saxofonist is lang niet altijd de hoofdpersoon, integendeel. Jeugdvriend Ryan Porter speelt trombone. Kamasi’s vader Rickey Washington gaat voor sopraansax en fluit. Bassist Miles Mosley heeft twee drummers om een strakke ritmesectie mee te vormen. Soms doen ze een drum battle, daar was dit keer geen tijd voor. Niet erg: afsluiter ‘Fists of Fury’, met een uit de gelijknamige Bruce Lee-film geleende tekst en melodie, was te kort, te puntig, te goed, en stuurde ons met een heerlijk we want more-gevoel naar headliner Black Star (★★★☆☆).

Kamasi Washington op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Toen de dj begon met een vraag en een antwoord van Nas (“Who’s world is this? / The world is yours”) dachten wij even met Black Star (Talib Kweli en Mos Def - sorry, Yasiin Bey!) in de hemel te zijn beland. Maar een half uur later was die dj nog aan het opwarmen. De uiteindelijke openers ‘Astronomy’ en ‘Auditorium’ (met deel twee van de geweldige Slick Rick doodleuk als plaat opgelegd) kwamen niet echt uit de verf. Als er dan “ladies and gentlemen, you’re now rockin’ with the best” wordt bij gezegd, begint een mens al eens te zuchten.

Black Star op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren

Toen het Hypnotic Brass Ensemble erbij kwam, en van ‘B Boys Will B Boys’ een melodieuzer arrangement bleek gemaakt, kwam dat het concert wél ten goede. ‘Hip Hop’ (met die geweldige Mos Def-beginselverklaring “you know the motto: stay fluid, even in staccato”) was perfect met de blazers erbij, en kreeg bonuspunten omdat hier het über-hiphoprefrein van Sugarhill Gang werd ingelast - uiteraard dat met “I said a hip hop the hippie the hippie / To the hip hip hop and you don't stop”.

‘Knowledge of Self’ (“We in the house like Japanese in Japan en Koreans in Korea”) en ‘Brown Skin Lady’ lieten twee mooie, belangrijke hiphopstemmen samensmelten. Tijdens ‘Definition’ geloofden we Black Star zelfs echt toen ze rapten van “One, two, three / Mos Def and Talib Kweli / We came to rock it on to the tip-top / Best alliance in hip-hop”. En de dag afsluiten deden we met twee kleppers waarop nu eens niks viel aan te merken: ’Get By’ – die handclaps, die Nina Simone-intro – en een door Def prachtig gezongen ‘Umi Says’. Eind goed, en eigenlijk bijna al goed. 

Black Star op Jazz Middelheim.Beeld Wouter Van Vooren