Grote woede over totaal verwoeste Nationaal Museum in Rio de Janeiro
In Rio de Janeiro, in Brazilië, hebben duizenden mensen betoogd tegen de overheid. Ze zijn woedend omdat de zo vaak gevraagde middelen om het Nationaal Museum te moderniseren nooit zijn betaald. Nu belooft de politiek wél geld. Maar voor het museum is dat te laat: 90 procent van de collectie is in de as gelegd bij de brand van zondagnacht. Op luchtbeelden is te zien dat enkel de muren nog rechtstaan. De inhoud is verdwenen.
Honderden in het zwart geklede studenten en onderzoekers vormden een menselijke ketting rond het nog smeulende gebouw van het Nationaal Museum in Rio de Janeiro. Later verzamelden duizenden mensen op een plein. Ze noemen de brand een "verwachte tragedie" en ze verwijten de overheid grove nalatigheid.Â
Het museum was in slechte staat, en herhaalde vragen om geld om te renoveren of zelfs maar te beveiligen tegen brand werden niet gehoord. "Dit is symbolisch voor de dramatische situatie die we in Rio en in heel Brazilië kennen: een systematische afbouw van investeringen in historisch en wetenschappelijk onderzoek, in onderwijs en in het patrimonium," zegt Els Lagrou, antropologe aan de universiteit van Rio, waartoe het uitgebrande museum behoort.
Huilen helpt niet. We moeten boos zijn.Â
Ook de Unesco, de cultuurorganisatie van de Verenigde Naties, uit kritiek op de "kwetsbare mechanismen om erfgoed te bewaren" in Brazilië.
Ook de brandbestrijding liet te wensen over; brandkranen deden het niet en de brandweer moest het water van ver halen. "Preventie en brandbestrijding zijn in Brazilië verwaarloosd," zegt Wannes Gulinck, die vrijwillig brandweerman is in een kleinere stad in Brazilië.Â
De Braziliaanse president Temer ligt onder vuur wegens corruptie en besparingen. Een dag na de brand heeft hij aangekondigd een fonds te zullen oprichten, met publiek en privégeld, om "het museum zo snel mogelijk weer op te bouwen". Ook de minister van onderwijs maakt meteen geld vrij en vraagt internationale steun.
