Mortsel: politieke flipperkast

Het stadhuis van Mortsel werd grondig gerenoveerd© Dirk Van de Velde

Met de N-VA en Groen telt Mortsel twee grote partijen, maar de kleintjes bepalen uiteindelijk de coalitie. Ooit waren de mobiliteitsproblemen nationaal nieuws. Tegenwoordig lijkt de groeiende verstedelijking de grote uitdaging.

Bart Brinckman

Wat staat er op het spel?

De N-VA verdedigt elf zetels, Groen telt er zeven (op een totaal van 29). De ecologisten hopen op winst. Gecombineerd met wat verlies bij de N-VA – de verwachting leeft dat het effect-De Wever wat zal wegdeemsteren – zou dat de partijen in elkaars buurt brengen.

Maar Groen worstelt met een handicap. Voor het eerst trekt Ingrid Pira niet langer de lijst. Over de nieuwe lijsttrekker Walter Duré valt niets verkeerds te zeggen. Maar vooralsnog etaleert hij niet de bekendheid, en volgens sommigen het talent, van de vroegere burgemeester.

Bij de N-VA maakt Peter De Roover voor het eerst zijn opwachting. Of hij de lijst als duwer echt verstrekt, is niet zeker. De lokale politiek ging steeds aan de fractieleider in de Kamer voorbij, veel bekendheid bij de gewone Mortselnaar heeft hij niet. Zijn profiel contrasteert met N-VA-burgemeester Erik Broeckx. Zowel Groen als SP.A spreken lovend over Broeckx. Hij is geen scherpslijper. Zijn beleid bouwde verder op dat van Pira, van een breuk – laat staan verandering – was geen sprake. Broeckx blijft een oude krijger, zijn eerste schepenmandaat dateert van 1992.

Hoe heeft de vorige coalitie het er vanaf gebracht?

De afgelopen legislatuur vormde N-VA met CD&V en SP.A coalitie. Een voorakkoord lijkt er niet te zijn. ‘Ik begin met een wit blad’, zegt Broeckx. Op het Vlaams Belang en de PVDA na kan hij met iedereen door één deur. ‘Zelfs met Groen lopen de programma’s voor 70 procent gelijk, maar die overige 30 procent kan wel eens vervelend worden’, zegt hij grinnikend. ‘Als het regent in Antwerpen, druppelt het in Mortsel’, leert zijn ervaring. Kortom, het gedrag van de Antwerpse kopstukken heeft hoe dan ook een repercussie op de score van de plaatselijke kandidaten. ‘Mortsel is te groot om een dorp te zijn, maar te klein om een stad te zijn’, beaamt voormalig Vlaams parlementslid en SP.A-schepen Steve D’Hulster.

De manier waarop oud-burgemeester Pira net na de eeuwwisseling het prangende mobiliteitsprobleem van de stad onder controle wilde krijgen, genereerde veel nationale aandacht. Gewestwegen vanuit Lier en Mechelen vloeien in het stadscentrum samen om de weg naar Antwerpen te vervolgen. Pira greep drastisch in. Vierbaanswegen werden tweebaanswegen, een nieuwe tramlijn nam de vrijgekomen plek in. Met een duidelijke voorkeur voor openbaar vervoer en de fiets werd Mortsel een echte voorloper. Wat tegenwoordig stilaan gemeengoed is geworden, ontlokte tien jaar geleden een revolutie bij automobilisten.

De jongste jaren ging deze discussie liggen. De files zijn niet langer een typisch probleem van Mortsel. Meteen wordt de inzet van de verkiezingen een stuk meer troebel. ‘De coalitie heeft mijn beleid voortgezet. Maar het is allemaal wat stil geworden, de bruis is weg. Wij willen wat meer leven in de brouwerij brengen’, zegt Pira.

Mortsel blijft een wat absurde stad, met een stadsplein, een gemeenteplein en een dorpscentrum. Bel-etagewijken wisselen af met verstedelijkte zones langs de invalswegen. ‘Mortsel blijft een tweestromenland’, zegt Steve D’Hulster. ‘Voor mij is de verstedelijking het thema van de verkiezingen, maar ik weet niet of dat ook het thema van de kiezers wordt.’ De stad groeit over de hoofden van de inwoners heen. ‘We moeten ons beleid hierop aanpassen.’

Verstedelijking impliceert niet alleen een meer diverse bevolking, maar ook de uitdagingen die daarmee sporen. Het vormt een reden waarom de N-VA veiligheid naar voren schuift. Broeckx pleit voor meer camera’s en wijst op het toenemend drugsproblemen, wellicht een gevolg van de war on drugs in Antwerpen. Ook het sluikstorten steekt weerbarstig de kop op.

Die evolutie laat zich ook voelen in het centrum. De plaatselijke middenstand mag het in vergelijking met andere stedelijke kernen nog goed doen, niemand kan ontkennen dat leegstand een deel van de charme doet verdwijnen. De diagnose ligt voor de hand – steeds meer baanwinkels en onlineverkoop – maar een manier om de vrijgekomen panden weer op te vullen lijkt niet zo makkelijk. De oppositie pleit daarom voor een winkelmanager om het probleem te tackelen.

Waarom zouden kiezers een nieuwe meerderheid in het zadel helpen?

Helemaal weg is het debat over verkeer niet. Er zijn plannen voor de ontsluiting van de KMO-zone aan het nabijgelegen vliegveld van Deurne. Dat zorgt voor discussies over de mogelijk aanleg van een omleidingsweg. Het vignettensysteem jaagt te veel vrachtwagens door het centrum. De eindverantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het gewest, het is lang niet zeker of de inwoners daarbij het laatste woord krijgen. Of de toekomstige coalitie.

Het grote aantal kleinere partijen maakt elke coalitievoorspelling bijzonder moeilijk. ‘Politiek blijft Mortsel een flipperkast’, zegt D’Hulster. Hij trekt bij de socialisten. Met drie zetels is de SP.A de grootste onder de kleinsten.

Het vertrek van voorzitter Tom Van Grieken doet Vlaams Belang geen plezier. Open VLD lijkt nog groggy na de zware nederlaag van zes jaar geleden. Blijft de vraag of middenstandspartij Mortsel Leeft (met lijsttrekker Naranjo Decamps, bekend van ‘Huizenjagers’) haar twee zetels behoudt. De PVDA komt voor het eerst op en maakt het plaatje nog wat grilliger. Zelfs als extreemlinks geen zetel haalt, kan het SP.A en Groen elk een zetel kosten.

Waarom moet ook de rest van Vlaanderen uitkijken naar de uitslag in Mortsel?

Mortsel ligt in de schaduw van Antwerpen, het behoort niet tot de fusiestad maar de morfologie doet soms het tegengestelde veronderstellen. De stad – de eretitel kwam er net voor de eeuwwisseling – is bekend om haar Gevaert-fabrieken en het Amerikaanse bombardement van 1943, waarbij haast 1.000 doden vielen. N-VA-toppers zoals Bart De Wever en Johan Van Overtveldt werden er geboren.

Mortsel is een groene proeftuin. Van bij haar ontstaan als Agalev haalde Groen er scores tot twintig procent, het gevolg van een erg actieve kern van milieuactivisten die vanaf de jaren 70 ageerden tegen de aanleg van de grote ring rond Antwerpen. De stad kon ook rekenen op een stevige Vlaams-nationalistische onderstroom. Los van het tijdsklimaat profiteerde zowel Groen als N-VA van de stammentwisten bij de christendemocraten, die er met de absolute meerderheid flirtten en lange tijd de burgemeester leverden. De twee partijen vormen nu de twee grootste blokken, CD&V haalt in Mortsel zowat zijn slechtste cijfer in heel Vlaanderen.

In de Strijd om de Stad fileert de redactie van De Standaard in woord en beeld waar het bij de verkiezingen echt om draait in alle Vlaamse steden en Brussel.