Direct naar artikelinhoud
Zomer- en wintertijd

De wetenschap over het zomeruur: "Het zadelt ons zeven maanden lang met een extra uur sociale jetlag op"

De wetenschap over het zomeruur: "Het zadelt ons zeven maanden lang met een extra uur sociale jetlag op"
Beeld Sven Franzen

Onze biologische klok bepaalt ons humeur, onze prestaties, onze gezondheid. De impact van het zomeruur is, kortom, groter dan gedacht. Maar er zijn ook tegenstemmen. "Je goed voelen omdat het ’s avonds lang licht blijft, heeft ook zijn waarde."

Het moet sinds de afschaffing van de roamingtarieven geleden zijn dat we nog eens konden ervaren wat het is om Europeaan te zijn. De plannen van de Europese Commissie om komaf te maken met het terugdraaien en vooruitzetten van de klok lijken de gemoederen danig te beroeren. Liefst 4,6 miljoen Europeanen, een recordaantal van wie een opmerkelijke 3 miljoen Duitsers, sprak er zich afgelopen zomer over uit in een onlinepoll. Een overdonderende meerderheid (84 procent) eiste een ‘cloxit’: de afschaffing van de wintertijd en een permanente overschakeling naar de zomertijd – niet verwonderlijk, met een poll in hartje zomer.

Twee keer per jaar knoeien met de klok is al langer een doorn in het oog van slechte slapers en gevoelige zielen

Twee keer per jaar knoeien met de klok is al langer een doorn in het oog van slechte slapers, gevoelige zielen en mensen met enig historisch besef, die niet begrijpen waarom iemand in Warschau dezelfde tijd heeft als iemand in Oostende, waar de zon veel later ondergaat. Tijdens de Eerste Wereldoorlog legde de Duitse bezetter de zomertijd op in België, waar ons land tot 1940 op onregelmatige data naar overschakelde. In de wintertijd leefden we op Greenwich Mean Time. In mei 1940 voerden de Duitsers GMT+1 in, de Duitse tijd, die na de oorlog behouden bleef, zodat we al 78 jaar de zomertijd hanteren. Door de omschakeling in 1977 – een gevolg van de oliecrisis om energie te besparen – wordt de klok van eind maart tot eind oktober nog eens een uur vooruitgeschoven.

Het is al langer bekend dat er in de week die volgt op de omschakeling naar de zomertijd meer verkeersongevallen gebeuren en meer hartinfarcten voorkomen, maar volgens professor Martha Merrow, chronobiologe aan de Ludwig Maximilians Universität in München, is er meer aan de hand. De Amerikaanse Merrow onderzoekt hoe onze biologische klok ons leven bepaalt, gaande van ons humeur en onze prestaties tot onze gezondheid.

Centraal in Merrows betoog staat het begrip ‘sociale jetlag’. “Dat is het tijdverschil dat optreedt tussen het moment dat je interne, biologische klok je wakker zou maken en het moment dat de wekker je ‘s morgens uit bed drijft”, zegt Merrow vanuit München. “Aangezien de meeste mensen late chronotypes zijn en ongeveer 80 procent van de bevolking in geïndustrialiseerde regio’s een wekker gebruikt, lijden veel Europeanen aan een opgebouwd slaapgebrek en dus een sociale jetlag. De meeste mensen ondervinden daar geen hinder van, maar voor pubers, die laat gaan slapen en vroeg moeten opstaan, en mensen met een zwakke gezondheid, zijn de gevolgen ingrijpender.”

Sociale jetlag is een chronische stressfactor die volgens Merrow samenhangt met een verslaving aan nicotine, alcohol en cafeïne. Ook overgewicht, stofwisselingsziekten, depressies en zelfs kanker kunnen er het gevolg van zijn.

131 miljard euro

Voor die onheilstijdingen baseren Merrow en haar collega’s van het Institute of Medical Psychology, onder wie Till Roenneberg, een bekend tegenstander van de zomertijd, zich in de eerste plaats op epidemiologisch onderzoek bij ploegenarbeiders. Merrow: “Het is bewezen dat zij meer last hebben van diabetes, depressies en obesitas. Van alle aandoeningen is de correlatie met een hoger BMI en stofwisselingsziekten het sterkst bij hen aanwezig. Ploegenarbeiders lijden aan een chronisch slaaptekort dat te vergelijken is met een sociale jetlag.”

'Door de zomertijd worden we zeven maanden lang met een extra uur sociale jetlag opgezadeld'
Martha Merrow, chronobiologe

Wie slechts occasioneel met jetlag te maken krijgt, bijvoorbeeld tijdens het reizen, kan daar gemakkelijk van herstellen. Maar een chronische blootstelling aan sociale jetlag kan leiden tot een daling van het gezondheids- en prestatieniveau, die de Europese Unie elk jaar 131 miljard euro kost, zo rekenden collega’s van Merrow uit toen het Europees Parlement haar in 2015 uitnodigde om te komen spreken over de gevolgen van de zomertijd.

“Onze biologische klokken – elke lichaamscel heeft er één – zijn met elkaar gesynchroniseerd op basis van een timing die gebruikmaakt van licht en duisternis”, zegt Merrow. “Bijgevolg ­reageert onze biologie niet op een kunstmatige ingreep zoals de zomertijd. Als we overschakelen naar de zomertijd, moeten we simpelweg een uur vroeger opstaan om te gaan werken, en dat zeven maanden lang. Zo zadelen we de Europeanen al die tijd op met een extra uur sociale jetlag. Op korte termijn vermindert daardoor onze reactietijd en motorische controle. We gaan er ook slechter door onthouden. Maar op lange termijn zijn de gevolgen desastreuzer.”

Dat sociale jetlag zelfs het risico op kanker doet toenemen, bleek vorig jaar uit een studie van de Amerikaanse vereniging voor kankeronderzoek, gebaseerd op 4 miljoen kankerdiagnoses in de VS. Gaande van het oosten naar het westen in dezelfde tijdzone, waar de sociale tijd dus gelijk is maar de zonnetijd verschilt – wat het bioritme aantast – stelden wetenschappers meer kankers vast naarmate men in het westen woont.

Het gevolg van een altijddurende zomertijd, wat de meeste Europeanen schijnen te willen, staat nu al vast: de gezondheidsrisico’s zullen alleen maar groter worden, zegt Merrow, die verwijst naar een studie uit Rusland, waar van maart 2011 tot oktober 2014 een permanente zomertijd gold. Op basis van een onderzoek naar de slaaptijd, de schoolprestaties en het humeur van 7.968 10- tot 24-jarigen in het Europese noorden van Rusland konden wetenschappers voor de eerste keer vaststellen dat permanente zomertijd zorgt voor meer sociale jetlag en winterblues, vooral bij jongeren tussen 10 en 17 jaar. De minste effecten waren zichtbaar in de polaire gebieden, waar niet de sociale tijd maar de zonnetijd het dagritme van de mensen bepaalt.

131 miljard euro
Beeld Sven Franzen

“Ik was gechoqueerd toen ik die resultaten onder ogen kreeg”, zegt Merrow. “Het was geen perfect onderzoek, maar het is het enige document ter wereld dat ons een tastbaar toekomstbeeld voorschotelt. Ik ben een wetenschapper, dus het is niet aan mij om te zeggen dat we niét naar een permanente zomertijd moeten gaan. Maar ons werk suggereert dat we beter bij de wintertijd blijven en dat de zomertijd onze gezondheid ernstig bedreigt.”

Maar Merrow voelt ook wat er speelt. “Veel mensen zouden het rampzalig vinden om hun zomeravonden te verliezen, wanneer het tot tien uur ‘s avonds licht blijft. Het beleid moet een afweging maken tussen wat de mensen willen en wat goed voor hen is. Het is hier dat het tricky wordt: het is namelijk niet duidelijk wat het beste is. Je goed voelen omdat het ‘s avonds langer licht blijft, heeft ook zijn waarde.”

'De gevolgen leiden niet tot ziektes. Je bent gewoon minder alert en vermoeider'
Johan Verbraecken, slaapcentrum UZ Antwerpen

Op de logische vraag of de nadelige gezondheidseffecten van de zomertijd verdwijnen bij een altijddurende wintertijd, heeft Merrow dan weer geen antwoord. “Daar kan ik niets over zeggen. Dat zou een experiment moeten uitwijzen.”

Scepsis bij vragenlijsten

Johan Verbraecken, medisch coördinator van het Slaapcentrum in het UZ Antwerpen, is evenmin gewonnen voor een altijddurende zomertijd: “Als we de sociale klok volgen, dan wijken we al twintig minuten af van ons circadiaans (dagelijks, red.) ritme, waarvan ons natuurlijk slaap- en waakritme het bekendste is. Zonder licht zouden we twintig minuten later gaan slapen. De zomertijd doet daar nog een schep bovenop. Doordat het ‘s avonds langer licht blijft, wordt de aanmaak van het slaaphormoon melatonine onderdrukt, zeker bij mensen die veel buitenshuis vertoeven.”

Afwijken van het circadiaans ritme heeft gevolgen voor onder meer spijsvertering, bloeddruk en hartslag, aldus Verbraecken. “Maar de gevolgen zijn niet zo groot om te spreken in termen van ziektes. Je krijgt er geen permanent hoge bloeddruk van, je bent gewoon minder alert en vermoeider. De misalignment (wat Merrow sociale jetlag noemt, red.) geeft ons het gevoel dat we ons voortslepen.”

De effecten verdwijnen naarmate de zomertijd vordert, zegt Verbraecken. “Een uur minder slapen heeft acute gevolgen: zo zijn er in de week na het invoeren van de zomertijd tot 10 procent meer hartinfarcten. Maar dat deemstert weg. Theoretisch is een uur tijdverschil opgelost na een etmaal. De jetlag die ontstaat door trans-Atlantisch te vliegen is bijvoorbeeld na een week van de baan.”

Dat slaaptekort tot diabetes zou leiden, vindt Verbraecken dan ook een brug te ver. “Slaaptekort kan een lichte verhoging van stresshormonen en suikers met zich meebrengen, maar daar krijg je geen diabetes van – toch niet als je een gezonde mens bent. En meer cardiovasculaire aandoeningen door de zomertijd? Stress door slaaptekort heeft een impact op de vaatwand – adrenaline en cortisol doen de bloedvaten vernauwen – maar dat is tijdelijk.”

Verbraecken geeft toe dat de misalignment waarover hij het heeft gedurende de hele zomertijd aanwezig is, “maar alleen gevoelige personen, ochtendtypes en kinderen en bejaarden hebben daar last van.” De onderzoeken die wijzen op meer winterblues en sociale jetlag door de zo­mer­tijd, neemt hij met een korrel zout. “Je kunt je afvragen wie die vragenlijsten invult. Zich niet goed voelen is een klassieker bij misalignment.”

Scepsis bij vragenlijsten
Beeld Sven Franzen

Merrow snapt niet waarom Verbraecken insinueert dat de zomertijd enkel problemen en geen ziektes veroorzaakt. “Waarop baseert hij zich om dat te zeggen? De chronobiologie is een snel ontwikkelende wetenschap, elke dag verschijnt er een paper van belang. Tien jaar geleden wisten we amper iets over onze biologische klok. Van­daag weten we dat zelfs planten, schimmels en bacteriën over biologische klokken beschikken.”

Amateuristisch

En hoe zit het met het verband tussen slaaptekort en verkeersongevallen? Louter op basis van de ongevallencijfers kan Tom Brijs, professor mobiliteitswetenschappen aan de UHasselt, niet zeggen hoe vaak en in welke mate vermoeidheid door slaaptekort een rol speelt. “Niemand zal na een ongeval verklaren dat hij vermoeid was. Toch vermoeden we dat vermoeidheid bij een vijfde van de ongevallen in het spel is – dat leiden we af uit het aantal run off the road-ongevallen, waarbij er geen remsporen zijn, en de ongevallen waarbij automobilisten inrijden op de staart van een file.”

'Tien jaar geleden wisten we amper iets over onze biologische klok. Van­daag weten we dat zelfs planten, schimmels en bacteriën over biologische klokken beschikken'
Martha Merrow

Experimenten met de rijsimulator leerden Brijs in juni nog dat mensen na een korte nacht trager rijden en meer gaan slingeren op de weg. Ze zijn ook minder koersvast en gebruiken minder hun achteruitkijkspiegels.

Het recentste onderzoek van de invloed van de zomertijd op de verkeersveiligheid dateert van februari dit jaar en komt uit Nieuw-Zeeland, waar bleek dat op de eerste dag na het ingaan van de zomertijd er 16 procent meer ongevallen gebeuren, en op de tweede dag 12 procent meer.

“Maar de zomertijd is zeven maanden van kracht”, merkt Brijs op. “Je zou ook kunnen argumenteren dat er in de zomer net minder ongevallen zijn omdat het ‘s avonds langer licht blijft en dat de ongevallen in de eerste dagen na de start van de zomertijd daardoor gecompenseerd worden. Overtuigend statistisch bewijsmateriaal om te staven dat het aantal ongevallen in de zomertijd hoger ligt, is er niet.”

Wat er ook van zij: een langere zomertijd betekent sowieso een korter leven, zo tweette chronobioloog Till Roenneberg onlangs, nadat hij de ‘cloxit’ had vergeleken met de brexit – ook die kwam tot stand nadat de poll de bevragers niet voldoende had geïnformeerd over de gevolgen. “Bovendien was de manier van de vraagstelling amateuristisch en vooringenomen.”

Om nog te zwijgen van de uiteindelijke afschaffing van de zomertijd – die komt de Europese lidstaten toe, waardoor het perfect mogelijk wordt dat het in Luik straks een uur vroeger of later is dan in Aken. Al was dat in de jaren 70, toen de Europese landen in blokken overschakelden op het huidige zomeruur, ook al het geval: Spanje begon er in 1974 als eerste mee, twee jaar later volgde Frankrijk en in 1977 volgden België, Luxemburg en Nederland. West-Duitsland wachtte tot 1980 en pas in 1985 sloot Andorra zich als laatste land aan.

En dan de tijdzones...

In de discussie over winter- en zomertijd lijken we dan nog te vergeten dat er ook nog tijdzones bestaan. Rekening houdend met het tijdstip van de zonsopkomst en -ondergang zou het bijvoorbeeld logischer zijn om Spanje gelijk op te laten gaan met Portugal en Ierland. In de Benelux, Frankrijk en het VK zou het dan een uur later moeten zijn, terwijl onder meer Duitsland nóg een tijdzone verder zou komen te liggen: daar zou het dan een uur later zijn dan bij ons.

Ook zo’n nieuwe verdeling van de tijdzones ligt natuurlijk om meerdere redenen uiterst gevoelig. Maar Jean-Claude Juncker heeft vast nog wel tijd voor een polletje voor hij vertrekt als Europees Commissievoorzitter.