Toolbox moet jongeren beter voorbereiden op jeugdrechter

Pleegzorg Antwerpen wint de jaarlijkse prijs van de jeugdhulp omdat het jongeren beter willen voorbereiden op hun eerste verschijning bij de jeugdrechter.

Veerle Beel

Het idee komt van jongeren zelf, die in pleeggezinnen verblijven. Ze gaven aan dat ze het als enorm stressvol ervaren om naar de jeugdrechter te moeten, en al helemaal als dat voor de eerste keer is. Dat gebeurt doorgaans als ze twaalf jaar oud zijn: vanaf dan moeten ze elk jaar voor de jeugdrechter verschijnen, tot ze 18 zijn geworden.

Joni (18) is er net vanaf: ‘Het is een hele grote opluchting. Ik moest er elk jaar met mijn ouders, mijn pleegouders en ook nog eens de begeleiders van mijn zusjes naartoe. Een hele onderneming. Ik was altijd gestresst, omdat ik nooit op voorhand wist wat er ging gebeuren. Zouden mijn ouders ruziemaken met elkaar? Of een van hen met de jeugdrechter? Bovendien moet je daar meestal een uur of langer wachten, om vervolgens vijf minuten binnen te mogen. En dan verstond ik nog niet eens alles wat de jeugdrechter zei. Meestal zweeg ik dan, en vroeg ik thuis wat hij had gezegd.’

Met de geldprijs van 10.000 euro wil Pleegzorg Antwerpen samen met de jongeren een toolbox uitwerken, om die dan aaan bijna-12-jarigen te geven, zodat zij beter gewapend zijn. In eerste instantie aan pleegkinderen van de eigen regio, in een latere fase mogelijk aan meer jongeren. Het project kreeg de naam ‘De jeugdrechtbank van de toekomst.’

Wat zal er in de box zitten? Joni: ‘Enkele leuke dingen, om je bezig te houden terwijl je moet wachten. Enkele getuigenissen. En ook een woordenboekje, om de moeilijke termen op te zoeken die de jeugdrechters gebruiken.’

In een filmpje waarmee Pleegzorg Antwerpen zijn kandidatuur voor deze prijs verdedigde, interviewt Joni de Antwerpse jeugdrechter Luc Versteylen. ‘Hij was ook mijn jeugdrechter. Een hele leuke man. Hij heeft altijd gekozen voor wat ik wou - ik bedoel, niet dat ik te kiezen had, maar hij hield rekening met mijn wensen.’

Ze heeft hem gevraagd of het niet mogelijk is om de gangen waarin kinderen moeten wachten, in vrolijkere kleuren te schilderen: ‘Zeker voor jongere kinderen zou dat veel leuker zijn.’