Direct naar artikelinhoud
Column

Wij zijn de Malinwa, en zij hebben het vergooid

Matthias SomersBeeld Bob Van Mol

Matthias Somers is filosoof, wetenschappelijk medewerker van de progressieve denktank Minerva en columnist bij De Morgen.

Liefde is irrationeel, de liefde voor een voetbalclub grenst aan waanzin. Vanwaar die gehechtheid aan wat kleuren, een stamnummer, een geschiedenis waar men part noch deel aan had? Liefde is een daad van geloof, en wie gelooft, weet; en wie niet gelooft, kan nooit weten.

Geel en rood: het is de hartslag van mijn leven. KV Mechelen won niet en KV Mechelen verloor niet: wij wonnen en wij verloren. Wij speelden voor promotie en wij degradeerden. De liefde is irrationeel, biedt geen houvast, en maakt ons tot wie wij zijn – soms tot ontsteltenis van wie ons kent.

Wij zijn de Malinwa, de Malinwa is deel van ons. En zij hebben het vergooid. Zij offerden onze club op een altaar ter hunner roem: wis dus hun namen uit ieders hart, laat het grote vergeten hun deel zijn. Ze hebben op ons hart getrapt, ze spuugden in ons gezicht, ze raakten ons in wat ons het dierbaarst is: onze trots op onze kleuren.

Supporters hebben KV Mechelen gered, dankzij supporters bestaan de kleuren nog, het stamnummer, de geschiedenis. Bestaan wij nog

Vijftien jaar geleden was KV Mechelen op sterven na dood. Een zakenman met meer geld dan verstand zag de club als speeltuin van zijn dromen, en leidde de club te midden van steeds grotere chaos en steeds absurdere intriges naar de afgrond. Hij wilde de grote dagen terugbrengen, hij wilde gevierd zijn: hij gaf ons een schuldenberg en – onbedoeld – misschien wel het mooiste gebeuren in ons bestaan. Het was liefde die de Malinwa redde. De liefde van stoere middelbare mannen met tranen in hun ogen, de liefde van kinderen en hun wafelbak, de irrationele liefde van mensen die hun werk opzijzetten om in zeven haasten en vanuit de kofferbak van hun auto een winkeltje uit de grond te stampen van clubmemorabilia – om Malinwa een toekomst te geven. Zij gaven hun ziel en zij gaven hun zaligheid. Zij hebben KV Mechelen gered, want zij hadden liefde en geloof.

Deze mensen hebben ons gered en maakten er de mooiste ploeg van die ooit in ons land mocht voetballen. Hoe vaak heb ik mijn liefde niet vervloekt wanneer ik in de vrieskou en terwijl sneeuwregen mij in het gezicht sloeg op de betonnen gradinen stond en er weer een verloren bal over de zijlijn hobbelde. Maar hoe trots was ik dat ik daar mocht staan, dat ik deel mocht zijn van de Malinwa. Supporters hebben KV Mechelen gered, dankzij supporters bestaan de kleuren nog, het stamnummer, de geschiedenis. Bestaan wij nog. En we kwamen terug.

En toen kwamen zij. Ze hadden alles, behalve het enige dat telt: liefde en eergevoel

En toen kwamen zij. Ze hadden alles: geld en eigendunk, geld en roemzucht, geld en de vaste overtuiging dat de club hen toebehoorde en het instrument was van hun wanen. Ze hadden alles, behalve het enige dat telt: liefde en eergevoel.

Na de onwaarschijnlijke redding van KV Mechelen door de supporters nu vijftien jaar geleden, werd boven de eretribune waar de bestuurders van de club zitten een bord geschroefd: 'Remember 2002-2003'. Dit jaar ging die oude betonnen tribune tegen de vlakte, een modern gevaarte van glas en staal komt in de plaats, met comfortabele zeteltjes voor de nieuwe bestuurders. Voor het gedenkbord werd nog geen plaats gevonden.