Opnieuw bloedige aanslagen tegen sjiieten in Afghanistan

Gisteren hebben drie gewapende terroristen de moskee van Karte Sakhi in de sjiitische wijk in het westen van de Afghaanse hoofdstad Kabul aangevallen. De daders schoten daar 17 mensen dood en er vielen ook 62 gewonden, onder hen twee kinderen.

Vandaag was er dan een bomaanslag tegen een sjiitische moskee in Balkh, nabij de noordelijke stad Mazar-e-Sharif. Daar vielen 14 doden en 28 gewonden. Beide aanslagen zijn opgeëist door de terreurgroep IS die sinds kort ook actief is in Afghanistan.

De aanslagen komen niet toevallig op Ashura, de dag dat de sjiieten de moord op imam Hoessein, kleinzoon van de profeet en één van hun historische leiders, herdenken. Imam Hoessein werd in 680 door soldaten van de soennitische kalief vermoord in de voor sjiieten heilige stad Karbala in Irak.

IS voert naar eigen zeggen een "heilige oorlog" tegen de sjiieten die het als "valse moslims" beschouwt. De voorbije maanden lijkt IS ook voet aan de grond gekregen te hebben in Afghanistan, waar het radicale soennisme tot nu toe vooral gepromoot werd door die andere terreurgroep Al Qaeda en de extremistische rebellen van de taliban.

Afghanistan komt net als Pakistan steeds meer terecht in het onderliggende conflict tussen het extreem-sjiitische model dat in Iran hoogtij viert en de radicale soennitische stroming van het wahhabisme dat in de regio gepropageerd wordt met oliegeld vanuit Saudi-Arabië. De Saudi's en Iraniërs vechten zo een strijd voor invloed in West-Azië uit, maar in die maalstroom gedijen ook groeperingen als IS en Al Qaeda.