“Wie je ook bent, waar je ook bent, veiligheidsdiensten weten je te vinden”
De gruwelijke moord op de Saudische journalist Khashoggi is allesbehalve een geïsoleerd incident. Russische, Chinese en nu ook Saudische veiligheidsdiensten gaan steeds driester te werk om hun vijand te intimideren. ‘Wie je ook bent, waar je ook bent, ze weten je te vinden.’
De details over de moord op de Saudische journalist Jamal Khashoggi zijn gruwelijk. Het staat zo goed als vast dat de invloedrijke Washington Post-columnist op 2 oktober in het Saudische consulaat in Istanbul door een Saudisch doodseskader van vijftien man werd gefolterd, gedrogeerd en gedood, waarna zijn lichaam in stukken werd gesneden.
Sommige bronnen suggereren dat Khashoggi nog leefde toen de daders zijn lichaam uiteen begonnen te rijten. Deze informatie lekte eerst uit via verschillende Turkse media die zich baseren op audio-opnames van de horrorscène. Daarna bevestigde The Wall Street Journal dat de moord plaatsvond in het bureau van de Saudische consul-generaal Mohammad al-Otaibi, die ook zelf aanwezig was tijdens de gruweldaad.
De Amerikaanse zakenkrant achterhaalde ook de naam van de man die Khashoggi’s lichaam in stukken sneed. Het zou gaan om Salah Muhammad al-Tubaignu, een Saudische militaire forensisch expert die, op het moment dat hij Khashoggi’s lichaam onder handen nam, zijn koptelefoon zou hebben opgezet om naar muziek te luisteren en de andere aanwezigen zou hebben aangeraden hetzelfde te doen.
The New York Times onthulde dan weer dat minstens vier leden van het doodseskader lijfwachten zijn van de machtige Saudische kroonprins Mohammad bin Salman al-Saud, ook wel MbS genoemd.
Hoewel het Saudische regime elke betrokkenheid blijft ontkennen, zijn er nog weinig twijfels over wie Khashoggi vermoordde en waar de gruweldaad plaatsvond. De Turkse president Erdogan doet er trouwens alles aan om alle twijfel weg te nemen: zo verklaarde hij dat een onderzoek in het Saudische consulaat had aangetoond dat de politie “vers geschilderde muren en giftige substanties” had aangetroffen.
Alles is afstotelijk en onrustwekkend aan deze moord. Zelfs in die mate dat steeds meer inlichtingenexperts zich afvragen of de daders dit wereldwijde schokeffect niet bewust wilden teweegbrengen. “De kans is reëel dat de ”, zegt een inlichtingenexpert die anoniem wenst te blijven. Met Khashoggi kozen ze voor een van de meest high profile tegenstanders. Daarmee wilden ze niet alleen iemand uitschakelen die een bedreiging was voor het Saudische regime, maar wilden ze ook een angstklimaat creëren onder alle Saudische opposanten, opdat die voortaan hun mond zouden houden.
“Alle middelen waren geoorloofd, dat is duidelijk. De essentie van veiligheids- en inlichtingendiensten is dat ze een systeem moeten beschermen. Als dat systeem een dictatuur is zoals Saudi-Arabië, mogen die inlichtingendiensten met alle mogelijke wapens vechten. Ze zijn enkel verantwoording verschuldigd aan de dictator. Dat zie je ook in dit geval.”
Dat is ook een hypothese waarmee buitenlandexpert professor David Criekemans (Universiteit Antwerpen) rekening houdt. “Dit gaat wellicht niet alleen over de invloedrijke Khashoggi. De moord is waarschijnlijk ook een boodschap van kroonprins MbS aan andere tegenstanders in binnen- en buitenland dat hij de macht stevig in handen heeft en geen tegenstand duldt.”
Chinezen alomtegenwoordig
In die zin doet de horrormoord in Istanbul denken aan een aantal recente moordaanslagen van andere inlichtingendiensten. Met name de drieste inventiviteit waarmee Russische geheim agenten in maart dit jaar in Salisbury voormalig dubbelspion Sergej Skripal en zijn dochter met zenuwgas vergiftigden, is vergelijkbaar met de kwestie-Khashoggi. En in 2006 was er in het Londense Millennium Hotel de al even roemruchte poloniumvergiftiging van voormalig KGB-kolonel en dissident Aleksandr Litvinenko, die enkele maanden later zou overlijden.
Stoutmoedig was ook de recente poging van vier Russische inlichtingenofficieren om in Den Haag een cyberaanval uit te voeren op de computers van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). De vier spionnen van de GROe, de Russische militaire inlichtingendienst, werden onderschept dankzij een samenwerking van de Nederlandse, Britse en Amerikaanse inlichtingendiensten die achteraf een heel duidelijke boodschap hadden voor president Poetin: ‘Stop met dit soort operaties, we laten ons niet meer doen.’
Of Poetin onder de indruk is, valt te betwijfelen. De Russische president, zelf een voormalig inlichtingendirecteur, lijkt de ontmaskering van zijn spionnen in Den Haag niet zozeer als een gênante blamage te zien, maar eerder als een vorm van oorlogscommunicatie gericht aan dissidenten en vijandige naties: ‘Pas maar op, we zijn overal, en we zijn bereid grote risico’s te nemen’.
Dat is ook de stelling van Mark Galeotti, een kenner van het Poetin-regime en de Russische inlichtingendiensten. “Ruslands inlichtingen-agentschappen voeren een actieve en agressieve campagne ter ondersteuning van de geopolitieke agenda van het Kremlin. Naast spionage voeren de ‘speciale eenheden’ van Moskou actieve missies uit om Europese regeringen te destabiliseren, de Russische economie te ondersteunen en politieke vijanden aan te vallen.” Volgens Galeotti beschouwt Poetin de toplui van de inlichtingendiensten als zijn trouwste bondgenoten. Dat verklaart waarom de spionagebudgetten blijven stijgen en waarom inlichtingenbonzen steeds meer macht krijgen om agressief en straffeloos te opereren.
Spionnen zijn soldaten in een geopolitieke oorlog: zo moet je volgens experts niet alleen de Saudische en Russische aanvalsacties interpreteren: ook de intensieve activiteiten van het Chinese Ministerie van Staatsveiligheid (MSS) maken deel uit van die oorlog. Volgens Peter Apps, columnist internationale relaties voor Reuters, is het Chinese MSS wereldwijd omnipresent. Dissidenten in het buitenland krijgen volgens hem regelmatig bezoek van Chinese spionnen, die ermee dreigen om achtergebleven familieleden in China aan te pakken.
Recent was er ook de arrestatie in België van de hooggeplaatste Chinese industriële spion Yanjun Xu, die ingenieurs van Amerikaanse vliegtuigbouwers benaderde om gevoelige informatie te delen.
Dat China zich net zomin als Rusland zorgen maakt over zijn imago, blijkt uit de recente arrestatie van Interpol-directeur Meng Hongwei, die nog steeds spoorloos is. Het feit dat Hongwei een internationale topfunctie bekleedt, beschermt hem blijkbaar niet van de ijzeren hand van de MSS-inlichtingendienst. Een inlichtingenexpert: “Ook hier is het signaal dat de Chinese leiders aan dissidenten willen uitsturen duidelijk: ‘Wie je ook bent, waar je ook bent, als je tegen de belangen van het regime ingaat, weten we je te vinden’.”
Stuntelen als Clouseau
Dat er een drieste inlichtingenoorlog aan de gang is tussen de grootmachten, daarover zijn alle expert het eens. Wel is er discussie over de vraag of deze spionnenstrijd wel zo nieuw is. Volgens sommigen is het fenomeen waarbij spionnen en veiligheidsdiensten brutaal in het buitenland opereren van alle tijden.
“Offensieve acties van inlichtingendiensten zijn er altijd geweest”, zegt een expert. “Kijk naar de moord op revolutionair Leon Trotski in Mexico City door de Sovjet-veiligheidsdiensten (Trotski werd in 1940 aan zijn bureau vermoord met een ijsbijl door een Stalin-agent die zich uitgaf voor de Belgische journalist Jacques Monard, KV). Of kijk naar de moord op de Congolese premier Patrice Lumumba waaraan Belgische agenten actief deelnamen. En meer recent, in 1985, heb je de Franse aanslag op Greenpeace-schip Rainbow Warrior. Spionnen zijn voor regeringen altijd al een instrument geweest om hun politiek op een keiharde vorm en desnoods met geweld af te dwingen.”
Zij die beweren dat gewaagde operaties en buitenlandse doodseskaders van alle tijden zijn, verwijzen ook vaak naar de Mossad, de Israëlische buitenlandse-inlichtingendienst, die steevast bovenaan staat in de efficiëntieratings van inlichtingenexperts.
Zo omschrijft de Israëlische onderzoeksjournalist Ronen Bergman in zijn boek Schaduwoorlog de Mossad als “de meest gestroomlijnde moordmachine die de geschiedenis ooit heeft gekend”. Sinds de oprichting van de staat Israël voerde de Mossad volgens Bergman zo’n 2.700 liquidatieoperaties uit, waarvan velen op buitenlands grondgebied. De ‘doelwitten’ waren heel verscheiden: verantwoordelijken voor anti-Israëlische aanslagen, Palestijnse kopstukken, leiders van de Libanese Hezbollah. Bergman: “Soms waren het geslaagde James Bond-achtige acties, maar andere keren lijkt het meer op gestuntel van inspecteur Clouseau.”
Toch vinden nogal wat andere experts dat de moord op journalist Khashoggi en de Russische moordmissies in Groot-Brittannië géén voorgaande kennen en niet zomaar te vergelijken zijn met spionage-operaties uit het verleden. Reuters-analist Peter Apps: “De meest repressieve dictaturen ter wereld – niet enkel Rusland maar ook Saudi-Arabië en China – proberen steeds meer controle uit te oefenen op dissidenten in binnen- en buitenland. Spionage en moord komen daarbij meer dan ooit voor in het draaiboek. Het allerbelangrijkste voor die regimes is dat ze binnenlandse vijanden die in het buitenland veiligheid zochten, kunnen intimideren en vermoorden. Ze willen vooral de boodschap verspreiden dat niemand aan hun ijzeren hand kan ontsnappen. Achteraf zullen dictators de agressieve acties steevast ontkennen, maar het kan hen al lang niet meer schelen dat die ontkenningen zeer ongeloofwaardig zijn.”
Professor David Criekemans is het daar niet mee eens. “De moord op Khashoggi is niet professioneel aangepakt en de internationale verontwaardiging is immens. Blijkbaar heeft kroonprins Mohammad bin Salman al-Saud dit toch verkeerd ingeschat. Voor Europese landen brengt deze moord een dilemma met zich mee. De meeste Europese landen hebben zware economische belangen in Saudi-Arabië, niet het minst omwille van allerlei wapendeals. Maar nu de verontwaardiging bij de Europese publieke opinie groot is, staan de betrekkingen met de Saudi’s onder enorme druk. Zelfs president Trump moet zich in alle mogelijke bochten wringen om zijn bevoorrechte situatie met de Saudi’s te verantwoorden.”
“Het is duidelijk”, zegt een inlichtingenexpert. “Kroonprins MSB heeft zijn hand overspeeld. Verschillende Amerikaanse senatoren oefenen druk uit op Trump om zijn houding ten aanzien van Riyad te verharden. Of het tot een breuk komt tussen MSB en Trump zal de komende dagen blijken, maar zeker is dat de Saudi’s deze keer een veel te groot risico hebben genomen.”
Een belangrijke vraag voor Europese landen is hoe ze moeten reageren op al dat Russische, Chinese en Saudische spionnengeweld. Mark Galeotti’s analyse hierover is duidelijk: Europese regeringen en hun lidstaten moeten gespierder reageren op deze aanvallen. “Europa moet voor een hardere aanpak kiezen tegen de Russische operaties en meer middelen en politieke wil investeren in counterintelligence.”
Zulke conclusies zorgen voor de nodige ongerustheid over de toekomst van Europese inlichtingendiensten. Want als Russische en Chinese spionnen met alle mogelijke wapens mogen strijden, moeten dan ook de Europese inlichtingendiensten veel assertiever te werk gaan om deze oorlog te kunnen winnen? En zal dat niet tot excessen leiden?
Renske van der Veer, directeur van het International Centre for Counter-Terrorism in Den Haag, maakt zich daarover voorlopig niet te veel zorgen. “Ik ben inmiddels niet meer verbaasd dat er in Rusland, China of Saudi-Arabië gebruik wordt gemaakt van ongeoorloofde middelen. Maar de Europese inlichtingendiensten gaan toch wel vrij keurig te werk en dat heeft alles te maken met het feit dat ze stevig verankerd zijn in een democratisch systeem. Er gaat veel aandacht naar toezicht en er is een voortdurende controle op het proportionaliteitsbeginsel. Dat bepaalt dat inlichtingendiensten enkel inbreuk mogen maken op individuele rechten als de dreiging dat rechtvaardigt. Inlichtingendiensten hebben de wettelijke mogelijkheid om mensen af te luisteren, maar ze moeten daarvoor wel een goede reden hebben en ze moeten daarover voortdurend verantwoording afleggen bij democratische controleorganen.”
Worstcasescenario
De politieke omkadering waarin inlichtingenmensen functioneren, is van invloed op de activiteiten van die inlichtingendiensten. Dat is in minder democratische landen of autoritaire regimes meer voor de hand liggend. Van der Veer: “Maar ook Europeanen moeten op dit vlak waakzaam blijven. Wat als het politieke klimaat in onze landen radicaal verandert? Wat als een Europees land gaandeweg evolueert naar politiek extremisme? Dan komen ook onze inlichtingendiensten in gevaarlijk vaarwater terecht.”
Van der Veer benadrukt dat ze het hier over worstcasescenario’s heeft. “Maar het is goed om die in het achterhoofd te houden in een veranderend internationaal klimaat. Als je weet dat sinds de nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in Nederland het kabinet de inlichtingendienst voorschrijft wat het merendeel van haar activiteiten dienen te zijn, dan weet je hoe groot de impact is van de politiek. Het is en blijft van groot belang om het proportionaliteitsbeginsel en democratische spelregels te waarborgen. Een regering die de grondrechten begint te relativeren, is ook een gevaar voor correcte inlichtingendiensten en dus ook voor de burgers van een land.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie