Direct naar artikelinhoud
Wandelen

In ‘landschapsporno’ ontsnappen jonge Duitsers aan hun kantoorbaan

Verslaggever Sterre Lindhout trekt door de Harz.Beeld Daniël Rosenthal

De Duitse jeugd wandelt weer. In een poging te ontsnappen aan kantoorbanen en maatschappelijk woelige tijden, trekken jongeren de wandelschoenen aan en herontdekken de schoonheid van de natuur in Duitsland. “Buiten kunnen we ons omringen met bomen die er ook tweehonderd jaar na onze dood nog staan.”

Het naaldwoud links, de bergbeek rechts, en onder haar doorleefde wandelschoenen het pad omhoog. Isabel Ehmcke Espinosa (19) heeft haar ouders minstens vijf kronkels achter zich gelaten. Ze wandelt graag op haar eigen tempo. Ze zien elkaar straks wel op ‘de Brok’, met 1.572 meter de hoogste top van het Harzgebergte, op de grens van de Duitse deelstaten Nedersaksen en Saksen-Anhalt.

Isabel houdt van wandelen, zo lang ze zich kan herinneren. “Het brengt me op andere gedachten”, mijmert de dochter van een Duitse moeder en een Chileense vader. In de schaduw van een rotsblok neemt ze een slok water.

Wandelen als hobby – op de middelbare school vonden haar vrienden dat ‘apart’.  Ze bootst hun misprijzende gezichten na. Maar met diezelfde vrienden organiseert ze nu geregeld wandelweekends. “Wandelen is sinds een paar jaar helemaal in de mode bij mijn generatie.”

‘Iedereen wil fit zijn’

Hoe dat komt? “Omdat iedereen fit wil zijn, en terug wil naar de natuur, of zo.” Heel veel gedachten heeft Isabel er niet aan gewijd. Ze laat haar fles weer in haar pastelkleurige rugzak glijden. Ze wil door, naar de top. Haar knotje zwiept mee op het ritme van haar passen.

De Duitse jeugd wandelt weer. De trend begon een jaar of tien geleden sluipend, maar manifesteert zich steeds duidelijker. De meeste wandelaars hier op het Goethepad door de Harz, zijn jonger dan veertig. Net als Johann Wolfgang von Goethe zelf toen hij zich in de winter van 1777, op 28-jarige leeftijd, een weg door de Harz baande. Over de ontberingen die hij ervoer en de daaropvolgende loutering schreef hij een hymne.

‘Iedereen wil fit zijn’
Beeld Daniël Rosenthal

Goethes leeftijdgenoten in 2018 maken selfies. Die posten ze op Instagram vergezeld van hashtags als #wanderliebe en #gipfelglück, het geluksgevoel dat de wandelaar overvalt als hij een bergtop bereikt, en de internationaal bekende liefdesbetuiging aan het wandelen: #wanderlust. Opvallend aan die foto’s is de professionele uitrusting: neonkleurige lichtgewicht jasjes, rugzakken en natuurlijk een stel robuuste bergschoenen.

De Beierse wandelschoenenfabrikant Meindl, een merk dat nog niet zo lang geleden het immuun zijn voor modetrends symboliseerde, meldt recordomzetten en richt zich in zijn campagnes op een jonger publiek. Ook het ledenaantal van de Duitse Alpenvereniging, een club die wandelroutes uitzet en hutten beschikbaar stelt om in te overnachten, is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Het merendeel van de nieuwe aanwas is tussen de 19 en de 39 jaar oud.

De Beierse wandelschoenenfabrikant Meindl, een merk dat nog niet zo lang geleden het immuun zijn voor modetrends symboliseerde, meldt recordomzetten

‘Landschapsporno’

De ‘German Roamers’ verdienen zelfs wandelend hun geld. Deze jonge fotografen voorzien hun 300.000 volgers op Instagram dagelijks van brutale bergwanden, dampende dennenbossen en hallucinant gekleurde herfsthellingen waaruit kasteeltorens opdoemen, alsof de gebroeders Grimm ze daar persoonlijk hebben laten neerzetten.

Ze maken het soort fotografie dat zich het best laat beschrijven met de oneerbiedige term ‘landschapsporno’. Het zijn beelden die je verwacht vanuit tropische bestemmingen op minstens acht vlieguren afstand. Maar ze komen gewoon uit Duitsland. Uit de Harz dus, of het Zwarte Woud, de Eifel, de Palts en de kleine gebergtes in het oosten die ‘Zwitserlanden’ worden genoemd, zoals Saksisch- en Märkisch-Zwitserland.

Het Harzgebergte.Beeld Daniël Rosenthal

“De Harz is zo’n gebied waar vroeger je oma op vakantie ging”, zegt Paul Bernicke (31) uit Hannover. Hij zit met vijf vrienden en vriendinnen op een grote kei, een paar kilometer onder de top  van ‘de Brok’. Met meegebrachte noten en bananen komen ze op krachten voor de laatste kilometers tot de top.

“Ik ben ook in de Rocky Mountains wezen wandelen”, zegt Bernicke. “Maar ik kwam tot de ontdekking dat de uitzichten hier vergelijkbaar zijn.” En grijzend: “Maar een stuk minder duur.” Zo leidt de nieuwe ‘wanderlust’ en passant tot een herwaardering van het binnenlandse natuurschoon.

Positieve imagoverandering 

Duitse media besteedden de afgelopen jaren zo veel aandacht aan wandelende jongeren dat de Duitse Wandelbond in zijn jaarverslag over 2017 haast knorrig benadrukt dat het merendeel van de wandelaars nog steeds tussen de 50 en de 65 jaar oud is. Maar ook de bond concludeert dat het wandelen onder jongvolwassenen de afgelopen jaren een positieve imagoverandering heeft ondergaan.

Waar komt die opleving vandaan? Reisjournalist en ondernemer Harald Willenbrock heeft daar veel over nagedacht, sinds hij vier jaar geleden met een wandelvriend een wild plan bedacht. Ze maakten, zoals elke zomer, een tocht door de Berchtesgadener Alpen in Beieren. “Elk jaar zeiden we tegen elkaar dat we dit eigenlijk vaker moesten doen, maar ja, we hadden allebei een kantoorbaan en een sociaal leven in de stad.”

Verslaggever Sterre Lindhout wandelt door de Harz.Beeld Daniël Rosenthal

Zo kwamen ze op het idee dat er in Duitsland waarschijnlijk honderdduizenden mensen waren zoals zij, die opgesloten in kantoortorens, al googlend hun persoonlijke scenario voor de film Into the Wild bij elkaar fantaseerden, maar dan met een goede afloop. Ze besloten een tijdschrift te maken voor deze doelgroep: Walden, gedrukt op dik en overduidelijk gerecycleerd papier.

Walden verschijnt vier keer per jaar, heeft vijfduizend vaste abonnees en een losse verkoop van 150.000 exemplaren per nummer. Behalve lifestyletips à la ‘bouw je eigen kano in zeven uur tijd’ of 'vijf tips voor het perfecte kampvuur’, bevat elke editie een aantal ‘micro-excursies’: tips voor wandelingen in natuurgebieden die vanuit Berlijn, München of Hamburg relatief eenvoudig te bereiken zijn. Willenbrock vindt het belangrijk te onderstrepen dat de ‘wildernis’ waarnaar mensen verlangen, ook in de buurt te vinden is.

De wandeltrend komt volgens Willenbrock dus vooral voort uit de tijdgeest. “Juist jonge mensen die in het internettijdperk zijn opgegroeid, beseffen dat in een digitale wereld niets voor altijd is. Maar buiten kunnen we ons omringen met bomen die er ook tweehonderd jaar na onze dood nog staan.”

‘In maatschappelijk woelige tijden slaan mensen aan het wandelen’
Birgit Verwiebeconservator van de tentoonstelling ‘Wanderlust’
Wandelaars rusten uit op een steen in het Harzgebergte.Beeld Daniël Rosenthal

“In maatschappelijk woelige tijden slaan mensen aan het wandelen”, zegt Birgit Verwiebe. “Niet alleen nu.” Verwiebe was conservator van de tentoonstelling Wanderlust, die afgelopen zomer te zien was in de Alte Nationalgalerie, een museum voor beeldende kunst in Berlijn.

Heilzame werking van de natuur 

Aan het einde van de 18de eeuw raakte wandelen in de mode onder kunstenaars en intellectuelen die we nu tot de Romantiek rekenen. In heel Europa dweepten jonge mannen, en een enkele vrouw, met de heilzame werking van de natuur op het menselijke gemoed. Het was een reactie op de rationele, op wetenschappelijke vooruitgang gebrande tijdgeest.

Het leidde tot honderden schilderijen, liederen en gedichten, gewijd aan het wandelen, zoals de Harz-hymne van Goethe. Typisch Duits was deze wandelmode niet, zegt Verwiebe. Maar het huidige Midden-Duitsland was in die tijd met steden als Weimar en Jena het cultureel knooppunt in Europa. Vandaar ook de internationale verspreiding van het woord ‘wanderlust’.”

Een eeuw later, toen de industrialisering het laat 19de-eeuwse West-Europa ingrijpend veranderde, ontstond in Duitsland de Wandervogel-beweging’. Deze groepen scholieren en studenten ontvluchtten het grootstedelijke leven waarbij het erop aan kwam zo dicht mogelijk bij de natuur te zijn, zowel geestelijk als lichamelijk. Het werd de geboortestonde van de Freikörperkultur, het roemruchte Duitse naturisme, dat door een enkeling nog steeds hartstochtelijk wordt beoefend op stranden en in stadsparken.

Wandelaars trekken door het Harzgebergte.Beeld Daniël Rosenthal

In deze tijd van globalisering, digitalisering en verandering van het politieke landschap, vindt Birgit Verwiebe het dus niet verwonderlijk dat het wandelen weer in de mode is geraakt. “We hadden bij het plannen van de tentoonstelling niet zo over nagedacht, maar we bleken de tijdgeest goed te hebben getroffen.”

Een opmerkelijk bijverschijnsel van de wandelmode is de herwaardering voor Angela Merkel, niet als politicus maar als wandelaar. Al sinds het begin van haar kanselierschap gaat Merkel elk jaar met haar man op wandelvakantie, telkens naar hetzelfde natuurgebied in Oostenrijk. En al dertien jaar draagt Merkel dezelfde wandelkleding: driekwartbroek en een petje in een onbestemd vale kleur.

In de beginjaren van haar kanselierschap wentelden de Duitse media zich ritueel in schaamte over Merkels ‘saaie’ manier van op vakantie gaan en haar daarbij uitermate ‘stijlloze’ uiterlijk. De laatste jaren wordt ze erom bejubeld: als gezonde en onverstoorbare volhouder, kanselier van de work life balance. Die Zeit merkte vorige zomer bovendien op dat ook hipsters inmiddels bergschoenen en lelijke petjes dragen.

De Harz-hymne van Goethe eindigt met de blik vanaf de top van ‘de Brok’ in het dal, waar de wandelaar “uit de wolken” neerkijkt op “de rijkdom en de glorie van de wereld”. Nu staat op de top een buste van Goethe. De meeste wandelaars lopen er haastig voorbij, op weg naar een skihutachtig etablissement waar braadworst, patat en goulash wordt verkocht. Dat stond er nog niet, in de winter van 1777.

Ode aan het wandelen van Caspar David Friedrich

De veruit bekendste romantische Duitse ode aan het wandelen is het schilderij Wanderer über dem Nebelmeer van Caspar David Friedrich: een peinzende mannelijke gestalte met de blik gericht op een mistig berglandschap met kliffen en gapende afgronden. Het afgebeelde landschap bestaat niet echt. Het is een combinatie van een uitzicht in de Sächsische Schweiz en een Alpenpanorama.

De Sächsische Schweiz, Saksisch Zwitserland, is de lievelingsbestemming van veel Duitsers in de herfstvakantie. Het zandsteengebergte ligt in het uiterste oosten van Duitsland, tegen de Tsjechische grens. Het is vooral in de herfst populair vanwege de adembenemende goudgele bossen, en in dit seizoen veel voorkomende ochtendnevel rond de kliffen.