Advocaat koning Albert: 'Niet zeker of hij DNA-test zal ondergaan’

© Photo News

Koning Albert II moet binnen de drie maanden een DNA-test ondergaan in de zaak rond zijn vermeende dochter Delphine Boël. Dat heeft het hof van beroep beslist. De advocaat van koning Albert, Alain Berenboom, weet nog niet of hij in cassatie gaat. 'Ik ga de zaak nu bestuderen', zegt hij aan VRT NWS.

edm, mg

Delphine Boël stapte naar de rechter om aan te tonen dat koning Albert II haar vader is. Het hof van beroep van Brussel riep in juni alle partijen in die zaak weer op om ten gronde te kunnen oordelen over het wettelijke vaderschap van Jacques Boël.

Een DNA-test bij Jacques Boël in 2013 heeft al aangetoond dat hij geen biologische verwantschap met Delphine vertoont. Toch oordeelde de rechter in eerste aanleg dat hij haar wettelijke vader is, op grond van het principe van ‘bezit van staat’. Delphine stelde een rechtsvordering in om het vaderschap van Jacques te verwerpen, en koning Albert te erkennen als haar echte vader.

Het hof van beroep oordeelt nu dat Jacques Boël toch niet de vader is van Delphine, en zegt dat Albert een DNA-test moet ondergaan. De advocaat van de koning heeft drie maanden om in cassatie te gaan tegen deze uitspraak. Hij is niet zeker of Albert een test zal ondergaan. 'Stel dat het proces moet worden overgedaan, vervalt de vraag tot DNA-test', aldus Berenboom. Koning Albert wil eerst het advies inwinnen van specialisten bij cassatie.

Belang van het kind

Alain De Jonge, advocaat van Delphine, reageert tevereden op het vonnis van het Brusselse hof van beroep. ‘Deze rechters hebben geen rekening gehouden met de personaliteiten van de betrokken personen en hebben gewoon het recht toegepast. Het is maar normaal dat het hof de belangen van het kind vooropstelt', zei hij bij VTM Nieuws.

Volgens haar advocaat was Delphine heel blij met de beslissing van de rechte ‘alhoewel de wonde die koning Albert heeft geslagen toen hij haar heeft verstoten, niet geheeld is'.

Binnen drie maanden

De beslissing van het hof van beroep gebeurde volgens de advocaten van Delphine op 25 oktober. 'De rechtbank heeft vooreerst vastgesteld dat Albert II niet kan tussenkomen in de betwisting van het vaderschap van Jacques Boël, die door mijn cliënt gevraagd wordt', aldus Delphine's tweede advocaat Marc Uyttendaele.

'Vervolgens stelde ze vast dat zelfs als er sprake is van bezit van staat, dat wil zeggen dat er een vader-dochterrelatie was tussen Jacques en Delphine Boel, haar vraag moet worden onderzocht. Vervolgens stelde ze vast dat Jacques Boël in rechte noch in feite de vader van Delphine is', legde de advocaat uit aan Belga.

'Zo zal Delphine Boel ten laatste binnen drie maanden niet meer de dochter van Jacques Boël zijn in de registers van de burgerlijke stand. En in dezelfde periode zal Albert II zich moeten onderwerpen aan een DNA-test', zei hij.

Weigeren = erkennen

De DNA-test zal worden uitgevoerd door een expert van het Brusselse Erasmusziekenhuis. In principe gaat het om een speekseltest die zowel bij de koning als bij de moeder van Delphine en Delphine zelf zal worden uitgevoerd.

Volgens De Jonge kan de koning niet in beroep gaan, al kan hij wel nog steeds weigeren om een DNA-test te ondergaan. ‘Maar een weigering wordt juridisch gezien als een erkenning van het vaderschap’, benadrukt De Jonge.

Affaire

Volgens Sybille de Selys Longchamps, de moeder van Delphine, begon de affaire met toen nog prins Albert in 1966. Aanvankelijk onderdrukte ze haar gevoelens. ‘Er was geen enkele reden dat onze relatie kon slagen. Ik was getrouwd, hij was getrouwd. Ik wilde al die herrie niet.’ Het kwam toch tot een relatie, en in 1968 wordt Delphine geboren. Albert kiest aanvankelijk voor zijn nieuwe gezin, en gaat regelmatig langs bij Sybille en haar dochter. Delphine zal de prins al die tijd beschouwen als een goede familievriend, zonder te weten dat het haar echte vader is.

De affaire komt in 1976 tot een einde, wanneer Sybille Albert tegenhoudt de voorwaarden voor zijn scheiding te ondertekenen. 'Albert moest onder meer afstand doen van de troon en zijn dotatie delen met Paola’, beschreef ze in de documentaire Onze dochter heet Delphine. ‘Bovendien werd mij verboden om zijn kinderen te zien. Ik wist dat het nooit zou werken.’

Daarop verhuisde ze met haar dochter Delphine naar Groot-Brittannië. ‘Ik wilde niet dat de monarchie zou wankelen door mij’, verdedigde ze die beslissing. ‘Het lot van het land is belangrijker dan mijn lot.’