Bonte: ‘We moeten kinderen Syriëstrijders opsporen en terughalen’

Een kind in een Syrisch vluchtelingenkamp. © AFP

Voor SP.A-burgemeester Hans Bonte van Vilvoorde heeft ons land de plicht om kinderen van Syriëstrijders terug naar hier te halen. ‘Dit zijn landgenootjes in nood.’

Peter De Lobel

Zesentwintig kinderen van Vilvoordse Syriëstrijders bevinden zich nog in het buitenland. De meesten zijn geboren in Syrië of Irak. En Hans Bonte (SP.A) wil dat ons land hen naar hier haalt. Hij dient daarover een resolutie in en zal er morgen in de Kamer minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) over ondervragen.

Vanuit Bontes stad vertrokken enorm veel Syriëstrijders. ‘We moeten die kinderen opsporen en repatriëren. Wat de regering nu doet, zeggen dat kinderen tot tien jaar kunnen terugkeren, is window dressing. Want ze doet hoegenaamd niets om dat mogelijk te maken. We hebben de verplichting om Belgische onderdanen consulaire bijstand te verlenen. Dit zijn landgenootjes in nood, we moeten helpen, de winter staat daar voor de deur’, zegt hij.

Bonte koppelt zelf wel voorwaarden aan de terugkeer. Gerrit Loots, de klinisch psycholoog van de VUB die een aantal van de kinderen ter plekke onderzocht, pleit ervoor om hen zeker niet te scheiden van de moeders. (DS 25 oktober). Bonte is het daarmee niet eens. ‘De ouders moeten bereid zijn om hun voogdij af te staan. In België moet er ook een grondig onderzoek gevoerd zijn om een veilige opvang te verzekeren, bijvoorbeeld bij familie of grootouders. Ik ben geen vragende partij om een begeleide terugkeer van de ouders te doen. Het gaat om het lot van die kinderen.’

Sommige kinderen van Syriëstrijders bevinden zich intussen in Turkije, anderen zitten op minder toegankelijke plekken, in Irak en Syrië. Landen waar er nog altijd gewapende conflicten zijn, maar waar ook elke politieke en diplomatieke stap grote neveneffecten kan hebben. Contacten en afspraken hierover maken met bijvoorbeeld Koerden, die bepaalde delen van deze landen controleren, ligt uiterst gevoelig. ‘Elk individueel dossier zal maatwerk moeten zijn’, zegt Bonte. ‘Het cynische is dat we dat nu zogenaamd niet kunnen organiseren, terwijl we van hen wel verwachten dat ze op eigen houtje tot in een ambassade geraken!’

De SP.A’er waarschuwt dat niets doen geen optie is. ‘Dit zijn jonge mensen die in gevaar zijn, baby’s soms nog. Als je hen opgeeft breek je met de Belgische traditie van inburgering en opvang van mensen uit oorlogsgebied. Blijven wegkijken houdt even grote risico’s in. De frustratie over hun onmenselijke behandeling kan hier net een voedingsbodem zijn voor radicalisering.’