Leraren aardrijkskunde vrezen voor hun vak

© Bart Dewaele

Dreigt aardrijkskunde te verdwijnen als het vak opgaat in een cluster wetenschappen & techniek? In het katholiek onderwijs groeit de onrust.

Stijn Cools

Van de kwalificatie ‘eenheidsworst’ tot ‘ik snap het echt niet’ en ‘dit is wel heel kort dag’. Leerkrachten aardrijkskunde, die de anonimiteit verkiezen uit angst voor hun job, zijn niet te spreken over de opmaak van de nieuwe leerplannen voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Het katholiek onderwijs werkt aan een nieuw vak waarin natuurwetenschappen en techniek geclusterd zijn met aardrijkskunde onder de naam ‘Wetenschappen & Techniek’. Scholen krijgen de keuze: ofwel behouden ze die afzonderlijke vakken, ofwel kiezen ze voor de nieuwe geïntegreerde aanpak met een sterke STEM-component. De leerkrachten aardrijkskunde vrezen dat de scholen vooral voor die laatste optie zullen kiezen.

‘Er is een zeer grote ongerustheid’, bevestigt Rita Heyrman, voorzitter van de Vereniging Leraars Aardrijkskunde. ‘Aardrijkskunde heeft zijn plaats tussen de humane en de natuurwetenschappen. De fysische aardrijkskunde past binnen dat nieuwe clustervak, maar aardrijkskunde is zoveel meer dan dat: het is ook nadenken over geopolitieke problemen, over ruimtelijke ordening of over duurzaamheid. Er is evengoed aansluiting te vinden bij economie en geschiedenis.’

De leraren aardrijkskunde kanten zich niet tegen vakoverschrijdend – multidisciplinair – werken. Dat gebeurt nu ook al. Maar met deze interdisciplinaire aanpak vrezen ze dat hun eigen expertise zal verdwijnen. Alleen al de afschaffing van het woord ‘aardrijkskunde’ voelt aan als een symbolische klap, volgens een leerkracht.

Ruimtelijk bewustzijn

‘Aardrijkskunde stimuleert het ruimtelijk bewustzijn. Geschiedenis het bewustzijn van tijd. Beide vakken zijn complementair. Waarom blijft het ene onaangeroerd en wordt het andere opgeslokt?’, vraagt Heyrman zich af.

De directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, Lieven Boeve, begrijpt de ongerustheid, maar benadrukt dat het katholiek onderwijs een netwerkorganisatie is. ‘De vraag om dit te doen, is specifiek vanuit de scholen gekomen. We sluiten hiermee ook aan op het basisonderwijs, waarbij in het nieuwe leerplan gekozen werd voor een integratie van ruimtelijke, wetenschappelijke en technische aspecten. Zowel het behoud van het vak als het opnemen in een clustervak zijn legitieme opties.’

Boeve wijst er nog op dat aardrijkskunde aan de KU Leuven onder de faculteit Wetenschappen valt.

Een bezorgdheid die Boeve en de leraren aardrijkskunde wel delen is de strakke timing: op 1 september 2019 moeten de nieuwe eindtermen en dus ook de nieuwe leerplannen in voege treden, met bijbehorende handboeken en correct getrainde leerkrachten. ‘Terwijl er op dit moment nog maar weinig concrete informatie is’, zegt Heyrman. ‘Het opleiden van een goede aardrijkskundeleerkracht vergt drie jaar intensieve inspanning. Er bestaan ook amper trainingen voor interdisciplinaire didactiek.’

Boeve hoopt de ontwerp-leerplannen binnenkort beschikbaar te maken voor de scholen, zodat de leerkrachtenteams ermee aan de slag kunnen. Er start ook een nascholingsproject om de scholen voor te bereiden. Het Gemeenschapsonderwijs GO! communiceert volgende week over zijn nieuwe ontwerp-leerplannen.