Op reis met Vlaamse meesters: Hoe Rubensiaans is het Brabantse landschap nog?

Elke week leiden Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey je naar een plek in Vlaanderen of Brussel waar onze grootste Vlaamse meesters hun schildersezel opstelden.  Ooit vonden schilders het de volmaakte plekken om verzinnelijkt te worden op het canvas. Vaak zijn ze het nu nog. Soms zijn ze het niet meer. Het schilderij van toen, het beeld van nu in 360°.

Vandaag: "Een herfstlandschap met uitzicht op het Steen" van Peter Paul Rubens uit 1636 of hoe Rubensiaans is het landschap tussen het Brabantse Elewijt en de torens van Mechelen nog.

Zo moet het leven van de meest gerespecteerde Vlaamse barokschilder geweest zijn. Bezeten door zijn werk en kunst, nooit tijd en altijd reizend en pendelend binnen de hogere kringen. Tot hij op hogere leeftijd de rust vindt met een nieuwe vrouw, een gezin en een buitenkasteel op het platteland. Peter Paul Rubens schilderde "Het Steen", het kasteel van zijn laatste levensjaren in een overweldigend Brabants landschap. Wat rest nog van "Het Steen" en het enorme panorama dat Rubens schilderde?

Mengsel van realisme en idealisme

Naar alle waarschijnlijkheid schilderde Rubens het herfstlandschap in de herfst van 1636. Hij schiep het weidse, lichtglooiende landschap ten oosten van het kasteel, met een laagstaande ochtendzon. Schilders uit zijn tijd bekommerden zich weinig om nauwkeurigheid. Ze schilderden nog niet in open lucht en maakten hooguit een voorbereidende schets op locatie. Landschappen waren een mengsel van realisme en idealisme. Rubens wilde het Brabantse land laten zien zoals hij wilde dat het was, met observaties van de weelderige natuur, met vredige narratieve elementen zoals de sluipende jager en de boeren met paard en volgeladen kar.

Contouren van de stad Mechelen

En toch is er eeuwen later topografisch nog veel herkenbaar in dit herfstlandschap. Er is het houten bruggetje over de plaatselijke Barebeek in Elewijt. Verderop ligt de fel meanderende Zenne tussen Eppegem en Weerde. Al klopt het geometrisch niet allemaal, de contouren aan de horizon moeten die van de stad Mechelen zijn. Nochtans blijven sommigen hardnekkig geloven dat Rubens alleen maar "zijn" Antwerpen hier zou kunnen hebben geschilderd.

Ook "Het Steen" blijft heel herkenbaar. De getrapte zijgevels, het zadeldak met de dakkapellen, de ingangspoort, de brug en de kasteelgracht hebben de tijd en de vele restauraties overleefd.

Het is heel denkbaar dat Rubens het vogelvluchtperspectief gebruikte vanuit de verdwenen donjon bij het kasteel. "Het Steen" ontleende immers haar naam aan de vierkante stenen toren die links van het kasteel stond. De toren werd deels als woonruimte gebruikt en had een zicht op de Zennevallei. Waarschijnlijk is hij gesloopt tijdens de restauratiewerken van de achttiende eeuw. 

Alexander Dumarey

Dat de voorzijde van Rubens' kasteel nog zo veel lijkt op het bouwwerk van vandaag mag een wonder heten. Het domein maakte vele restauraties door. In 1754 werd een aanpalend neerhof in U-vorm gebouwd. De achterzijde kreeg een facelift in Vlaamse neorenaissancestijl. Het kasteel werd geplunderd tijdens de Franse revolutie en een tijd als staatsgevangenis gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het koetshuis door een bom getroffen en trok het Duitse leger in het kasteelgebouw.

Verkeersassen doorklieven het landschap

"Het Steen", in de omgeving bekend als het Rubenskasteel, is vandaag in privébezit en niet toegankelijk voor het publiek. Het kasteeldomein van 4 ha is een groen eiland tussen de E19, de N1 Vilvoorde-Mechelen en de spoorweg Brussel-Antwerpen. Al deze verkeersassen doorklieven het herfstlandschap dat Rubens schilderde. Op de voorgrond zou de huidige verharde Steendreef liggen. De herfstlucht zou minstens een passagiersvliegtuig van het nabijgelegen Zaventem moeten bevatten. Maar vooral de verkavelingen hebben het Rubensiaanse landschap na de zeventiende eeuw bepaald.

Het panoramisch zicht dat Rubens had vanuit de stenen donjon richting Mechelen zou vandaag  gehinderd worden door bebossing. Vlaanderen kwam in de zeventiende eeuw uit een eeuwenlange periode van massale ontbossing. Het verstedelijkte Vlaanderen van nu omvat evenveel bos als de tijd van Rubens.

"Huis van plaisantie"

Peter Paul Rubens  was 58 toen hij zich met zijn 37 jaar jongere vrouw Hélène Fourment besloot terug te trekken in een kasteel in Elewijt. Hij zou er een nieuw gezinsleven ontdekken, nog vijf kinderen krijgen en het landschap schilderen. Rubens kocht het "Hof ten Steene" in Elewijt in 1635 voor de prijs van 93 000 gulden. Zoals bij veel welgestelden uit de stad diende een kasteel als buitenverblijf, als "huis van plaisantie". Rubens behield zijn atelier in de stad, maar kapte grotendeels met zijn werkzaamheden als diplomaat.  Het slot in Elewijt liet hij meteen restaureren in renaissancestijl. 

Er zijn nagenoeg geen orders aan Rubens bekend voor landschappen. Hij moet dus de verschillende landschappen in de Elewijtse periode voor zijn eigen plezier gemaakt hebben. "Een herfstlandschap met uitzicht op het Steen" is nooit verkocht voor zijn dood. Het had vermoedelijk een bevoorrechte plek tegen de muren van "Het Steen".

Het enige wat vandaag in "Het Steen" nog aan Rubens herinnert, is een gedenkplaat in de torenhal. Zo staat het op de verkoopspagina van een private makelaar.  Het Rubenskasteel staat immers te koop. De omschrijving heet: "Objecttype historisch pand, bouwjaar 1304, kamers 33, woonruimte 889 vierkante meter, perceeloppervlakte 8 ha".  De prijs is te verkrijgen "op aanvraag". En inderdaad, "Het Steen" is privaatbezit. Ware het niet mooi dat er naar Brits voorbeeld een National Trust zou opstaan, of een overheid die dit stuk erfgoed het voortbestaan geeft dat het verdient.

"Een herfstlandschap met uitzicht op Het Steen" hangt in de National Gallery van London als "A view of Het Steen in the early morning"

Meest gelezen