Direct naar artikelinhoud
speelgoed

Lego dobbert in zijn eigen plasticsoep en vindt geen reddingsboei

Vorig jaar produceerde Lego wereldwijd het ongrijpbare getal van 17 miljard blokjes, steentjes en andere bouwstukjes.Beeld ANP

Lego zit met de handen in het haar. De Deense speelgoedreus wil maar wat graag af van het milieuvervuilende plastic voor zijn blokjes. Maar de alternatieven liggen niet voor het rapen. Lego wil niet inboeten aan zijn kwaliteitseisen en dobbert noodgedwongen in zijn eigen plasticsoep.

“O, kom er eens kijken wat ik in mijn schoentje vind, alles gekregen van die beste sint.”  De brave heilige man strooit als vanouds gul met speelgoed dezer dagen. Een topper sinds jaar en dag voor de brave kinderen zijn legodozen.

In de grootste fabriek in het Deense Billund werpen de spuitgietmachines momenteel liefst 4,9 miljoen onderdelen per uur uit, om aan de vraag te voldoen. Vorig jaar produceerde Lego wereldwijd het ongrijpbare getal van 17 miljard blokjes, steentjes en andere elementen. Lego is de verzinnebeelding van creativiteit voor jongeren. Logisch: Lego is afgeleid van het Deense leg godt, wat ‘speel goed’ betekent. Maar zo ‘goed’ is dat speelgoed niet voor het milieu. Dat beseft Lego als geen ander. Het vreet fossiele brandstoffen: voor 1 kilo van het zogenoemde ABS-plastic dat Lego gebruikt, is 2 kilo aardolie nodig.

Het alternatief, bioplastic, voldoet niet aan de kwaliteitseisen voor de harde legosteentjes

Het bedrijf, dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt, zit gevangen in een dilemma. De speelgoedfabrikant wil af van het milieubelastende plastic voor zijn blokjes. Maar het alternatief, bioplastic, voldoet niet aan de kwaliteitseisen voor de harde legosteentjes. Het bedrijf heeft zichzelf tot doel gesteld om tegen 2030 al zijn producten uit duurzaam materiaal te maken. Dat er nog een lange weg te gaan is, bewijst de huidige stand van zaken: amper 2 procent is momenteel gemaakt van bioplastic. Lego heeft nu zowat 1 miljard Deense Kronen (135 miljoen euro) gepompt in onderzoek naar duurzame materialen. Het voorbije jaar haalde Lego een omzet van 35 miljard Deense kroon (4,7 miljard euro), tegenover 37,9 miljard in 2016. De nettowinst ging van 9,4 miljard kroon naar 7,8 miljard (1 miljard euro). Het was de eerste winstdaling sinds 2007.

Een eerste worp van die onderzoeksinspanning ligt straks in de winkels: een heuse Vestas-windturbine die gemaakt is in samenwerking met de gelijknamige producent van windturbines. Dit is de allereerste set die beschikbaar is op plantaardige basis. Gemaakt van plantaardig plastic afkomstig van suikerriet. Tim Brooks, vicevoorzitter van Lego toonde zich opgezet bij de lancering ervan. “Wij willen een positieve impact hebben op het milieu en streven ernaar duurzame materialen te gebruiken in onze producten en verpakkingen.” Het bedrijf sloot ook al een samenwerking met het WWF.

Ondanks die hoerakreten zit het bedrijf wel met een probleem. Nelleke van der Puil, de Nederlandse vicepresident materialen bij Lego, erkent aan het Financieele Dagblad dat er nog een grote weg te gaan is. “Het plastic dat we nu voornamelijk gebruiken, kan niet één op één vervangen worden. We werken samen met leveranciers en universiteiten hard aan een oplossing. Maar de producten moeten net zo goed zijn.” En daar knelt het schoentje. Het traditionele kleine blokje uit bioplastic maken is veel moeilijker. Het steentje ziet er eenvoudig uit, maar het heeft unieke eigenschappen die de huidige bioplastics nog niet kunnen bieden. De plastic buisjes van het ene steentje moeten zo elastisch zijn dat de knoppen van de andere steentje er makkelijk in passen. Maar het plastic moet ook snel terugspringen naar zijn oorspronkelijke vorm om stevigheid te garanderen.

‘We werken samen met leveranciers en universiteiten hard aan een oplossing. Maar de producten moeten net zo goed zijn’
Nelleke van der PuilNederlandse vicepresident materialen bij Lego

Oplossing tegen 2030?

Lego legt zichzelf wel op om een oplossing te vinden tegen 2030, maar voorlopig klinkt dat vooral als een belofte. Het nieuwe materiaal moet aan veel eisen voldoen. Naast de hardheid en elasticiteit moet het lang meegaan. De kleuren mogen niet dof worden, terwijl het materiaal afwasbaar moet blijven. De opdracht is dus loodzwaar, al is het niet voor het eerst dat Lego zichzelf moet heruitvinden. Ole Kirk Christiansen, de oprichter van het bedrijf, begon als timmerman in 1934 met het maken van kwalitatief houten speelgoed. Toen hout na de Tweede Wereldoorlog schaars en duur werd, zocht hij naar een nieuwe grondstof. Dat werd het hedendaagse plastic.