Direct naar artikelinhoud
Getuigenis

‘Ik heb nooit durven tellen hoeveel handen mijn lichaam hebben betast’: een slachtoffer (19) van loverboys getuigt

Beeld ter illustratie.Beeld thinkstock

Een tienermeisje werd door haar vriendje verkocht aan een Brusselse bende, die haar wekenlang dwong om seks te hebben met mannen. Het lijkt een horrorverhaal, maar het is de realiteit. En het meisje lijkt niet alleen te zijn. Een West-Vlaams instellingsmeisje dat vanaf haar 14de in de greep van loverboys zat, getuigt. ‘Ik heb nooit durven tellen hoeveel handen mijn lichaam hebben betast.’

Eline huppelt ons tegemoet, begroet ons met een stevige omhelzing en begint opgewonden te praten. Ze is blij dat ze haar verhaal kan doen, hapt zenuwachtig naar adem, struikelt over haar woorden omdat ze alles tegelijk wil vertellen. Alles wat ze heeft meegemaakt, gooit ze eruit, rauw en onverbloemd. Over het geweld, het misbruik en de mishandelingen in haar kindertijd, de kille herinnering aan de jeugdinstellingen, weglopen naar een onbekende stad, en hoe ze telkens bij de verkeerde jongens terechtkwam, gewetenloze loverboys die haar in de prostitutie duwden. Ze is net 19 geworden. Een leuk, onopvallend meisje met kastanjebruin haar, in lange broek en op sportschoenen – niets verraadt een woelig verleden. “Maar ik loop er vandaag helemaal anders bij dan toen ik nog in het milieu zat”, vertelt ze.

“Je had me moeten zien, helemaal opgemaakt, met golvende lokken en lange, gelakte nagels. Ik droeg korte rokjes, gewaagde lingerie, panty's en 20 centimeter hoge hakken. En ik gedroeg me als een bitch, alsof niks me kon raken. Je móét je stoer voordoen in dat milieu, anders overleef je het niet. Ik ben blij dat ik er vandaag een beetje saai bij kan lopen. Dat is zo'n verademing. Ik wil normaal zijn, zonder gedoe.” 

Tot enkele maanden geleden konden mannen Eline via een escortsite bestellen voor een seksdate: 180 euro voor een uur, 230 euro voor een trio, 90 euro voor een vluggertje. Haar pooier stuurde de klanten op haar af, zij ontving hen in een appartement waar ze soms dagen opgesloten zat.

“Mijn pooier liet me per sms weten wanneer de volgende klant op komst was. En ja, hoe gaat dat dan? Zo'n man komt binnen, je praat wat, je schenkt iets uit, je begint hem te betasten en hij betast jou. Het is een raar gevoel om daar op bed te zitten met een man die je vader had kunnen zijn.

‘Soms wilde ik geen seks met klanten omdat ik last had van soa's, maar dan sleurde mijn pooier me aan mijn haren door de kamer en sloeg hij me tot ik wilde werken. Ik heb veel klanten ziek gemaakt, vrees ik’

“Klanten konden me voor alles boeken, behalve voor anale seks en seks zonder condoom. De meeste mannen trokken zich daar niks van aan en namen me zoals het hun uitkwam. Mijn pooier verplichtte me vaak om het zonder condoom te doen, omdat dat 50 euro meer opbracht. Soms wilde ik geen seks met klanten omdat ik last had van soa's, maar dan sleurde mijn pooier me aan mijn haren door de kamer en sloeg hij me tot ik wilde werken. Ik heb veel klanten ziek gemaakt, vrees ik. Ik schaam me er nog altijd voor.

“Op het einde deed ik gemiddeld negen klanten per dag. Ik zag jonge testosteronkerels die hun zaad kwijt moesten, brave huisvaders, chique meneren… Niemand vroeg naar mijn leeftijd, terwijl ik al sinds mijn 14de in het circuit zat.

“Er zaten nog meer meisjes in de appartementen ernaast. Sommigen kende ik van in de instelling, ze waren nog heel jong. Mijn pooier kwam elke dag langs om drugs en verse kleren te brengen, maar eigenlijk kwam hij controleren hoeveel geld we al verdiend hadden. Als het niet genoeg was, sloeg hij je verrot. In mijn vijf jaar in de prostitutie heb ik heel veel geld verdiend, maar ik heb er weinig van gezien. Mijn pooiers namen alles af. Het hoogste bedrag dat ik ooit heb mogen houden, was 1.000 euro, terwijl ik in één dag soms het dubbele verdiende.

“Voor er een klant kwam, zorgde ik dat ik een joint had gerookt of wat alcohol ophad, om in een roes te komen. Je moet je voordoen als een trotse, sterke vrouw. Je mag geen enkel moment van zwakheid tonen en nooit jezelf zijn. Op het moment dat ik die panty's en hoge hakken aantrok, was het alsof er een knop omging in mijn hoofd. Dan ging ik voor de spiegel staan en voelde ik me als Madonna: aantrekkelijk en door iedereen gewild.

‘Ik maakte mezelf wijs dat het me niets kon schelen. Maar als de klanten vertrokken waren en ik alleen was, voelde ik me vaak vies’

“Ik maakte mezelf wijs dat het me niets kon schelen. Het was heel simpel: seks, geld en klaar. Maar als de klanten vertrokken waren en ik alleen was, voelde ik me vaak vies, alsof honderd mannen aan mijn lichaam hadden gezeten. Wéér een man die me heeft gehad, weer twee handen die mij hebben betast. What the fuck ben ik aan het doen?”

Hoewel justitie al jaren geleden ontdekte dat loverboys hun slachtoffers vooral bij de kwetsbare tienermeisjes in de jeugdinstellingen zoeken, heeft de jeugdzorg in Vlaanderen nog altijd geen antwoord gevonden op die gruwelijke vorm van mensenhandel. Meisjes die uit de klauwen van tienerpooiers worden gered, vloeien gewoon terug naar het circuit van de jeugdinstellingen, waar ze niet de juiste opvang en begeleiding krijgen. Weinig meisjes slagen erin om zich op eigen houtje los te maken van het milieu van de loverboys.

Ook Eline, die tot haar 18de in instellingen verbleef, ontsnapte telkens naar de groezelige wereld van de tienerprostitutie. Ontelbare keren bracht de politie haar terug naar de instelling, waar ze na twee dagen kamerarrest opnieuw naar school moest alsof er niets was gebeurd. Over de seksuele uitbuiting, de drugs en het geweld werd niet gepraat. Het was vaak een kwestie van dagen voor het personeel ontdekte dat haar kamer leeg was en haar bed onbeslapen. Eline was weer ontsnapt.

Ze verontschuldigt zich omdat ze ons tijdens het gesprek geen enkele keer recht aankijkt.

“Ik durf mensen nooit in de ogen te kijken als ik met hen praat. Ik ben bang voor klappen. Ik ben al zo vaak in mijn gezicht geslagen dat ik geen oogcontact meer durf te maken. Ik heb psychische problemen overgehouden aan dat hele loverboygedoe, stemmingswisselingen en een borderlinestoornis. Ze maken je in dat milieu kapot vanbinnen. De ene dag ben je hun schatje, de volgende dag ben je de grootste hoer die er rondloopt en slaan ze je bont en blauw. Ik durf soms niet meer in de spiegel te kijken. Mijn zelfrespect is weg. Mijn zelfvertrouwen is weg. Een deel van mij is geschonden voor de rest van mijn leven. Ik heb zes zelfmoordpogingen achter de rug, en een drugsverslaving.”

Nood aan een gesprek?

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de site zelfmoord1813.be
   

Maar je zit hier vandaag wel, en je vertelt heel openhartig.

“Ja, daar ben ik trots op.”

Een slechte start

Waarom was je in een jeugdinstelling geplaatst?

“Ik ben opgegroeid bij een man die mijn vader niet was, en die me misbruikte en mishandelde. Mijn mama deed er niets aan, integendeel. Ze werkte als escort, en ze stuurde de mannen die ze ontving eerst naar mij en mijn grotere zus, als voorspel. Ze kreeg daar geld voor zonder dat we dat wisten. Achteraf heb ik beseft dat ze ons uitbuitte, maar wij dachten toen dat dat normaal was. Soms hadden we zware conflicten. Ik ben ooit maandenlang opgesloten in mijn kamer. Als kind voelde ik me daar het veiligst, weg van het geweld en het misbruik, hoewel mijn mama af en toe een klant naar mij stuurde.

“Ik had een tien jaar oudere broer die mij en mijn zus probeerde te beschermen. Hij was voor mij een soort vader die ik nooit heb gehad. Toen ik 8 was, heeft hij zelfmoord gepleegd. Mijn moeder had hem op straat gezet toen hij 18 werd en hij leefde in zijn auto. Ik had thuis niemand meer met wie ik kon praten, want ook mijn oudere zus liep weg, en ik bleef alleen achter met mijn mama en mijn stiefpapa.

“Mijn school was mijn redding. Toen ik daar wekenlang niet opdaagde, kwam de directeur vragen stellen: 'Is er iets aan de hand met Eline? Zijn er problemen?' Uiteindelijk haalde hij de politie erbij. Mijn moeder stond te huilen dat ze haar kind niet mochten afnemen, dat ze mijn broer nog maar pas had verloren. Toen is jeugdzorg voor het eerst in mijn leven gekomen. Op mijn 8ste werd ik in een pleeggezin geplaatst bij een vrouw die vroeger vaak op mij had gepast. Ze had psychische problemen, en toen ik op een dag thuiskwam, stond de straat vol ambulances en politie. Mijn pleegmama had zichzelf in brand gestoken, zei de politie. Ik sloeg helemaal op tilt. Ze overleefde het, maar ik kon niet meer bij haar blijven en keerde terug naar huis.

‘Ik zat me dikwijls te vervelen op mijn kamer in de instelling, balend omdat niemand me berichten stuurde, en plots waren er die jongens die met me begonnen te chatten’

“Daar liep alles mis. Er kwam vaak een man op bezoek die me elke keer verkrachtte en heel gewelddadig was. Mijn moeder moedigde hem aan: 'Dat kind is niet normaal, ze is ziek in haar hoofd.' Ze was boos omdat ik jurkjes droeg toen ik begon te puberen. 'Een kind moet geen jurkjes dragen,' zei ze. 'Dan gaan de mannen ook niet aan jou zitten.'

“Op mijn 12de plaatste de jeugdzorg me in een instelling, en ik ben er gebleven tot mijn 18de. Ik heb er veel fouten gemaakt en ik liep altijd weg. Ik voelde me eenzaam, ik ging op zoek naar iets om de leegte in mij te vullen, en kwam terecht bij de verkeerde mensen.”

Bij wie dan?

“Via Facebook kwam ik in contact met oudere jongens uit mijn buurt. Ik zat me dikwijls te vervelen op mijn kamer in de instelling, balend omdat niemand me berichten stuurde, en plots waren er die jongens die met me begonnen te chatten. Ze zaten erg met me in en vonden het verschrikkelijk dat ik geen mama en geen papa had. 'Kom na schooltijd even langs om iets te drinken, en breng een vriendin mee,' stelden ze voor. Ik voelde me gevleid, het waren jongens van rond de 20 die in chique auto's rondreden, en ik nam mijn beste vriendin uit de instelling mee. Zij had dezelfde geschiedenis als ik: mishandeling, verkrachting, geen ouders meer. Bij die jongens rookte ik mijn eerste jointje. Ze stelden voor om samen eens uit te gaan, en zo raakten we daar niet meer weg.”

Hoe oud was je?

“Een jaar of 13. Ik zat net op de middelbare school.”

Wat trok je aan in die jongens van 20?

“Ik voelde me op dat moment zo verdrietig. Ik had geen thuis meer, geen moeder, geen broer, geen oudere zus... Bij die oudere kerels voelde ik me goed. Op den duur raak je verslaafd aan de kick om weg te lopen uit de instelling. Weg van de strikte regeltjes, weg van de commando's om op een vast tijdstip te moeten eten, te studeren, te gaan slapen... Als ik bij die jongens was, had ik een gevoel van vrijheid. Daar kon ik rustig een joint roken en mij amuseren zoals normale meisjes deden. Tenminste, ik dacht dat dat normaal was.

“In het begin waren die jongens vriendelijk, maar ze vroegen wel om seks te hebben met hun vrienden. 'Nu moet je die eens pijpen, of die een kusje geven...' Dat was zogezegd om te lachen, maar als je weigerde, werden ze kwaad en sloegen ze. 'Als je het niet doet, moet je terug naar de instelling.' Dat was het laatste wat we wilden, dus deden mijn vriendin en ik gewoon mee.”

Betaalden die vrienden voor jullie?

“Nee, het was puur voor de lol. Het geld kwam pas later, in Antwerpen. We moesten wel gaan stelen. Als we bij vrienden op bezoek gingen, moesten we hun portefeuille pikken. Vaak stuurden ze ons naar winkels om horloges, parfums of merkkledij te jatten. Als we gepakt werden, was dat niet erg, dan betaalden ze een boete en de zaak was van de baan. Maar het bezorgde ons enorm veel stress. Altijd de politie achter je aan, nooit ergens rustig kunnen rondhangen, want je hebt altijd wel iets op je kerfstok. Mijn grootste angst was dat de politie me zou oppakken en me naar de gesloten instelling in Beernem zou sturen.”

‘Mijn grootste angst was dat de politie me zou oppakken en me naar de gesloten instelling in Beernem (foto) zou sturen.’Beeld Kristof Ghyselinck

Verliefd, verkocht

Hoe zijn jullie in het Antwerpse loverboymilieu terechtgekomen?

“Een jongen uit Antwerpen die we van Facebook kenden, betaalde onze treintickets en zei: 'Kom af, ik heb drank en drugs. We hebben het huis voor ons alleen, mijn ouders zijn niet thuis.' Hij was daar natuurlijk niet alleen, het liep daar vol vrienden. We wilden ons gewoon amuseren met hen, vrij zijn, weg van dat verstikkende leven in de instelling. Die jongens zijn in het begin heel lief. Ze delen hun drugs en drank met je, ze knuffelen je, ze nemen je mee naar een terrasje om iets te gaan drinken en doen superleuke dingen met je... Eén van hen wordt dan je vriendje.”

Maar het blijft niet leuk.

“Nee, het is altijd hetzelfde scenario. Ze worden harder en harder, tot je die jongen niet meer herkent: 'Eerst was hij zo lief en nu gaat hij me de kop inslaan.' Ze beginnen je te vernederen. 'Je bent lelijk, kijk eens naar je gezicht. Je bent een hoertje, je bent een sletje. Waarom zit je in een instelling, waarom wil niemand jou?' Als ze zien dat ze je pijn kunnen doen, voelen ze zich machtig. Ze doen alsof je van hen bent: 'Nu blijf je bij mij.' Soms, als je seks met hen hebt, mag je weer even naar buiten. 'Hier heb je 20 euro, koop er iets mee om er goed uit te zien.' Je telefoon nemen ze af en ze geven je een oude Nokia waarmee je niet op het internet kunt. 'Voor je eigen bestwil,' zeggen ze, 'want de politie kan een Nokia veel moeilijker traceren.’

“En al snel begint het: 'Je kunt vannacht niet bij mij slapen, ik moet werken, je moet een nacht naar die kerel toe.' Of: 'Ik moet een vriend afzetten,' in Schiphol of Zaventem. Honderden keren heb ik dat excuus gehoord. Dan heb je seks met die vriend, je hebt geen keuze, anders zet hij je op straat. Je vriendje wordt daarvoor betaald, maar dat weet je niet. Dan stuurt hij je eens een paar dagen op hotel, omdat hij op reis moet of zo, en komen zijn vrienden langs. Of neven, of broers. En onbekenden.

“Soms zie je je vriendje wekenlang niet meer terug en heeft hij je doorgegeven aan een andere jongen. Ze kennen elkaar allemaal en ze weten wie met welke meisjes werkt. Daar zit je dan bij die andere kerel. Je kent niemand, je hebt geen geld en geen telefoon. Je vriendin heb je al lang niet meer gezien, want die sturen ze naar een ander hotel. In mijn herinnering zijn dat nog de verschrikkelijkste momenten. Je voelt je bang, je maag wordt een harde bal, je weet niet goed waar je precies bent en wat er aan het gebeuren is. Maar je kunt niet weg, want ze zijn zo goed georganiseerd dat ze je hele doen en laten volgen. Je kunt alleen afwachten wat er met je gebeurt. Ze geven je drank en drugs om in een roes te komen, zodat je je gewoon laat meevoeren.”

Verliefd, verkocht
Beeld Thinkstock

Waarom keerde je altijd terug naar die jongens?

“Die vraag is mij al duizend keer gesteld. Ik kan dat moeilijk uitleggen. Niemand ziet je zitten, en plots krijg je leuke berichten van die kerels. Als we in Borgerhout rondwandelden, riepen de jongens ons na: 'Hé, mooi meisje, kom eens hier!' Ik voelde me zo onzeker dat ik blij was dat iemand met me wilde praten.”

Werd je elke keer verliefd?

“Eerst niet. Je doet je voor als een stoere bitch: 'Hey, fuck you, gast, denk je echt dat ik met jou iets ga beginnen? Ik heb je alleen maar nodig om aan geld, drank en drugs te raken.' Als je tussen die kerels terechtkomt, weet je dat je sterk in je schoenen moet staan. Het zijn meestal Marokkaanse en Albanese jongens, die harde ideeën hebben over vrouwen. Als jij niet even hard bent, krijg je klappen. Je denkt wel dat je het aankunt, maar eigenlijk word je heel afhankelijk. Zo'n kerel kent alle trucs om je gek te maken. Het ene moment doet hij alsof je zijn liefje bent: 'Je bent mijn meisje, mijn alles.' Het volgende moment komt je vriendin binnen, begint hij die te knuffelen en neemt hij haar op de salontafel terwijl je erop staat te kijken. Dan krijg je ook nog eens ruzie met je vriendin.

‘Ik heb mijn hele leven gedroomd van een jongen die mij zou komen redden, maar ik heb alleen maar rotzakken ontmoet’

“Het gevoel dat overheerste, was geen verliefdheid, maar stress. Gaat hij slaan? Wil hij seks? Gaat hij me uitschelden? Gaat hij me drugs geven? Geld? Een klant? Je weet niks. Je moet wachten tot het moment dat hij binnenkomt: dan zie je direct aan zijn gezicht of hij boos is of niet. Dag in, dag uit, 24 uur per dag stress. Ik heb mijn hele leven gedroomd van een jongen die mij zou komen redden, maar ik heb alleen maar rotzakken ontmoet.”

Waarom ging je niet weg?

“Ik wist niet waarheen! Je kunt niet terug naar de instelling, want daar sluiten ze je op. Je kunt niet naar de politie, want die sturen je terug naar de instelling. Als mijn pooier me af en toe wat geld toestopte, gaf me dat een geweldige kick. In de instelling krijg je 5 euro per week: daar koop je niet eens een pakje Marlboro voor. En plots heb je 250 euro in je handen, nadat je één keer seks met een jongen hebt gehad. Maar als mijn pooier boos op me was, nam hij het geld weer af.

‘Ze vinden altijd wel een manier om je bang te maken. Eén van de pooiers dreigde ermee om mijn jongere zusje te ontvoeren aan de school’

“Er zijn veel momenten geweest dat ik wilde vertrekken, maar ze vinden altijd wel een manier om je bang te maken. Eén van de pooiers dreigde ermee om mijn jongere zusje te ontvoeren aan de school. Hij wist precies waar die was en hoe laat ze naar huis ging: 'Zal ik haar gaan halen om in jouw plaats te werken?' En dan ga je weer overstag.”

De politie heeft je vaak teruggebracht naar de instelling.

“Ja, met de combi tot voor de deur en handboeien aan tot in de hal. Een paar keer deed de politie een inval in een appartement waar ik zat te werken. Ze beuken de deur open en lopen met z'n vieren de trap op. Je wordt op heterdaad betrapt en je probeert je drugs weg te moffelen. Dan moet je je aankleden – een topje en een string is soms al genoeg – en nemen ze je mee naar het commissariaat voor een verklaring. Soms moet je een paar uur wachten in de politiecel, dan zit je daar te trillen van de kou en de stress. Je vraagt je af: 'Zijn de pooiers nu op zoek naar mij? Wat gaat er gebeuren?' En na je verklaring brengen ze je naar de instelling.”

Hoe is de ontvangst daar?

“Je komt binnen met de politie, die je eindelijk verlost van je handboeien, en meteen begint een begeleider vragen te stellen: 'Waar heb je gezeten? Waarom ben je zo toegetakeld? Heb je gedronken? Drugs gebruikt?' Je hebt nog geen vijf minuten om te bekomen.

“Als straf omdat je bent weggelopen, krijg je kamerarrest. Zodra je op je kamer zit, komen alle meisjes van de leefgroep op je deur kloppen en is het direct ambras, want je mag niet opendoen. 'Hey, bij welke kerel heb je gezeten? Ik heb gehoord dat je geld hebt? Heb je wiet voor mij?' Om zot van te worden! Je wilt tot rust komen, en daar begint het geklop en het gevraag al.

“Daarna moet je direct terug in het normale leven stappen. Naar school, studeren, doen alsof er niets is gebeurd. Eén keer werd ik op een zondagnacht door de politie opgepakt en naar de instelling gebracht, en moest ik maandagochtend alweer naar school, na drie uur slaap.

‘Eén keer werd ik op een zondagnacht door de politie opgepakt en naar de instelling gebracht, en moest ik maandagochtend alweer naar school, na drie uur slaap’

“Omdat ik zo vaak wegliep, hebben ze me een paar keer in de gesloten instelling van Mol geplaatst. Daar was ik heel boos om, ik heb er erg afgezien. Zodra ik daar buitenkwam, stond mijn vriendin al aan de poort met die kerels en ging ik met hen mee.”

Hoe weten die jongens wanneer jij uit de gesloten instelling komt?

“Als je ze laat weten wanneer je binnengaat, kunnen zij uitrekenen wanneer je vrijkomt en staan ze je op te wachten.

“Telkens als ik voor de jeugdrechter moest verschijnen, had ik mijn smartphone bij me. Ik deed alsof dat gedoe voor de jeugdrechtbank me niks kon schelen, maar eigenlijk was ik doodsbang. Het moment dat die jeugdrechter zegt: 'Juffrouw, we gaan je overplaatsen naar Mol’, valt de hakbijl. Naar Mol! Dan doe je echt alles om te ontsnappen. Je hebt nog vijf minuten van het kantoor van de jeugdrechter tot aan de auto, voor ze daar je telefoon afnemen. En dus begin je zoveel mogelijk berichten te sturen naar al die jongens, zodat ze weten waar ze je kunnen vinden.”

‘Omdat ik zo vaak wegliep, hebben ze me een paar keer in de gesloten instelling van Mol (foto) geplaatst. Daar was ik heel boos om, ik heb er erg afgezien.’Beeld Peter Vanderveken

Was je dan blij dat ze je daar stonden op te wachten?

(twijfelt) “Toch wel, omdat ik een heel goeie band met mijn vriendin had. We hadden dezelfde geschiedenis, we begrepen elkaar. Zij kreeg me overal mee.”

Ken je veel andere instellingsmeisjes in die prostitutienetwerken?

“Zo'n veertig. Bijna alle meisjes gaan ermee door als ze meerderjarig zijn.”

Bont en blauw

De politie neemt het probleem van de loverboys heel ernstig en doet er veel onderzoek naar. Merkten jullie daar zelf iets van?

“Natuurlijk. Die jongens weten heel goed dat ze met strafbare dingen bezig zijn en zorgen dat ze onder de radar blijven. Ik heb eens in de smartphone van een pooier kunnen kijken. Hij had de namen van alle mensen die met tienerprostitutie bezig zijn: mensen van de politie en de jeugdbrigade, van Payoke en andere organisaties...

“Ze weten ook dat de politie de meisjes zoekt, en dus nemen ze je apart en spelen ze een rollenspel om je voor te bereiden op de ondervraging. Ze zetten je op een stoel en beginnen je te verhoren zoals de politie dat doet. 'Gaat het, meisje? Vind je het erg wat die jongens met je doen?' Als je een antwoord geeft dat hun niet bevalt, krijg je klappen. Ze spuwen in je gezicht of ze slaan met een stoel op je hoofd. Ze brainwashen je: 'Ach, meisje, je hoeft niet bang te zijn, wij zorgen voor je veiligheid. Heeft die jongen je in de prostitutie geduwd?' Je antwoordt natuurlijk nee, maar ze blijven doorvragen en aandringen. 'Ben je zeker? Echt zeker? Waar komen die blauwe plekken vandaan?' De vragen blijven maar komen. Soms zit je twee, drie uur op die stoel. Tot je gebroken bent. Zolang je niet het juiste antwoord geeft, laten ze je niet naar klanten gaan.”

Toch heb je een paar keer in de rechtszaal gestaan omdat de jongens die je uitbuitten er moesten verschijnen. Zijn ze zwaar gestraft?

“Ze hebben maar vijf jaar gekregen. Het gevoel dat ik daarbij heb, is heel dubbel. Je staat in de rechtszaal naast die jongens, en je mag geen contact hebben. Ze hebben je geslagen en gedwongen tot seks, dus ze verdienen een straf. Maar ze kunnen door jou wel in de gevangenis terechtkomen. Dat doet pijn, want je hebt toch alles met hen gedeeld. Daar voel ik me schuldig over. Ik weet ook dat ze op de dag dat ze vrijkomen contact met mij zullen opnemen, of dat nu mag of niet.”

De laatste keer in een loverboynetwerk liep bijna faliekant af voor jou.

“Ik had een trio gedaan in een hotel, samen met een vriendin, en ik begon plots erg te bloeden. Het liep over mijn benen, ik panikeerde en wilde geen klanten meer doen. Ik dacht dat ik weer een soa had. Mijn pooier was razend en sleurde me naar de badkamer. Daar pakte hij me langs achteren en hij zei: 'Er komt een klant voor jou en je vriendin, voor een trio.' Toen ik weigerde, heeft hij mij gewurgd met het snoer van een strijkijzer. Ik kreeg geen adem meer en dacht echt dat ik zou sterven.

“Hij sloot me op in een kamer en sleurde me 's anderendaags terug naar buiten: 'Ga je nu werken of niet?' Toen ik weer weigerde, duwde hij mijn hoofd onder water in het bad tot ik bijna stikte. Ik ben bewusteloos geraakt en hij heeft me laten liggen. Dat was mijn redding. Toen ik weer bij bewustzijn kwam, heb ik een paar kleren bij elkaar gegrabbeld en ben ik ontsnapt. Bont en blauw geslagen ben ik een station binnengelopen, waar iemand van de spoorwegen mij heeft verzorgd en in een deken gewikkeld. Ze hebben me naar de politie gebracht, en daarna naar het ziekenhuis.

“Dat was de laatste keer dat ik in een netwerk zat. Nu ga ik nooit meer terug. Ik heb de dood voor ogen gezien. Het gevoel dat je niet meer kunt ademen, geeft je zo'n angst. Dat nooit meer.”

Twee maanden geleden brak Eline eindelijk met het loverboycircuit. Deze keer voorgoed. Zo lang heeft ze het nog nooit volgehouden. Ze woont bij een vriend die voor haar zorgt, in een West-Vlaams dorpje waar nooit iets gebeurt. Ze heeft zich voorgenomen om een leven op te bouwen buiten de prostitutie, onder begeleiding van Payoke, het Vlaamse centrum voor slachtoffers van mensenhandel.

Hoe zie je je toekomst?

“Ik ben nu meerderjarig en hoef dus niet meer terug naar de instelling. Ik woon bij mijn vriend en probeer mijn administratie in orde te krijgen. Ik gebruik geen drugs meer en ook geen medicatie. Ik voel me sterker omdat ik erin geslaagd ben om al twee maanden uit het milieu weg te blijven. Ik heb geen contact meer met die jongens en ze sturen geen berichten meer. Voor het eerst in mijn leven voel ik me vrij.”

Payoke vzw, Leguit 4, 2000 Antwerpen, 03/201.16.90, payoke.be

©Humo