Direct naar artikelinhoud
Strips van de week

De strips van de week: oma’s en opa’s aan de top

Het blauwe chalet ★★★☆☆
Beeld RV

Er zitten niet genoeg hoogbejaarden in populaire strips? Hou u dan maar vast aan de takken van de bomen, want deze week krijgt u onder meer ouwe lullen geserveerd die de steeds rechtser wordende maatschappij lik op stuk geven. Ook van de partij: groenkonten en pisgrietjes.

Krasse knarren 5: Rijp voor het asiel ★★★★☆

Vergeet de jongeren, het zijn de ouden van dagen die onze toekomst verzekeren. Zo is het althans in deze Franse bestsellerreeks waarin alle hoofdpersonages hoogbejaard zijn. Fysiek mogen ze dan misschien wat op hun retour zijn, mentaal gezien hollen ze de jeugd voorbij met hun gepassioneerdheid.

In dit album komt de vader-zoonrelatie van opa Antoine onder vuur te liggen, maar er wordt nog meer gefocust op hun zotte activisme om het Franse vluchtelingenbeleid op de korrel te nemen. Want als iemand zijn geschiedenis kent en hypocrisie herkent, zijn zij het wel. “Als Qatar musea, private stranden en voetbalclubs opkoopt, dan staat niemand te schreeuwen dat er een Arabische invasie aan de gang is. Iedereen is blij met hun centen. Men is dus niet bang voor vreemdelingen, men is bang voor arme vreemdelingen.”

De openingsscène is tekenend voor de rest van het verhaal: zes kranige, grofgebekte oudjes in een politiekantoor.

Krasse knarren 5: Rijp voor het asiel ★★★★☆
Beeld RV

Je moet het maar durven: naar je uitgever stappen met het idee om een reeks op te starten waarin hoogbejaarden de hoofdrol opeisen. Commerciële zelfmoord, moeten ze bij Dargaud hebben gedacht. Maar daartegenover stond het talent van scenarist auteur Wilfrid Lupano (Alim de Leerlooier, Azimut) en tekenaar Paul Cauuet. Zij brachten deze reeks naar eenzame hoogten en zagen zowel jong en oud voor de bijl gaan.

Krasse knarren mag dan oudjes als personages hebben, het is vooral een moderne strip met hedendaagse maatschappelijke accenten en thema’s, zoals de alomtegenwoordige verrechtsing en de hypocrisie tussen woord en daad.

‘Krasse knarren’ mag dan oudjes opvoeren, het is vooral een moderne strip

De sociale geëngageerdheid van de behoorlijk koppige hoofdrolspelers maakt plaats voor heel wat humor en tederheid. Je zou het een tragikomedie kunnen noemen, maar dat zou te veel onrecht doen aan de persoonlijkheid van deze gerimpelde acteurs. Ja, er mag mee gelachen worden, maar uiteindelijk hebben zij het laatste woord. En een voorbeeldfunctie om u tegen te zeggen, trouwens.

Uit bij Dargaud

Krasse knarren 5: Rijp voor het asiel ★★★★☆
Beeld RV

Orks & Goblins 1 & 2 ★★★☆☆

Eén ding is zeker: Het is niet omdat je een ork bent dat je geen moeilijk leven hebt. Zeker als je een halfork bent met een beetje brains. Het titelpersonage Turuk van het eerste deel van deze fonkelnieuwe reeks is zo’n halfork. Hij wordt wakker met geheugenverlies in een geïsoleerd, verlaten dorp waar overdag geen ziel te bespeuren, is, maar bij valavond de Ghouls hun donkere schuilplaatsen verlaten - halfdoden die met één beet hun prooi tot hun eigen soort kunnen rekenen. Zombies, dus. Samen met twee orks en één vrouwelijke elf tracht Turuk aan die nachtmerrie te ontsnappen.

Maar een - zoals Turuk zijn eigen volk noemt - ‘groenkont’ zou geen groenkont zijn als die niet berekend, opportunistisch en egocentrisch is. Langs de andere kant: de elf die hij in zijn bed tracht te krijgen, beschikt evenzeer over een flink stel hersenen.

Net als in het tweede deel, over de goblin-meesterdief Myth, vertelt het hoofdpersonage zijn verhaal zelf. Verwacht echter geen eloquentie van een (half)ork of goblin, eerder een brutaal, rechttoe rechtaan taaltje dat tot op het einde wordt doorgetrokken, wanneer Turuk de lezer op zijn plaats zet omdat hij het open einde maar niets zouden vinden en zich afvraagt wat er met Turuk gebeurde. “Gebruik je eigen fantasie eens! Als ik dit verhaal kan navertellen, dan is dat toch omdat ik m’n groene kont heb gered, toch?” En ook: “Ja, natuurlijk kan ik schrijven.”

Orks & Goblins 1 & 2 ★★★☆☆
Beeld RV

Orks & Goblins is een derde (vijfdelige) reeks na de succesvolle Elfen- en Dwergen-reeks, waarvan er in vertaling al respectievelijk zestien en zeven delen verschenen. Zowat alle wezens uit Tolkiens Midden-Aarde werden daarin in een aparte reeks gegoten, al zal je nergens ook maar één woord (van bewondering) voor diens In de ban van de ring-oeuvre opmerken. Elfen, dwergen, orks en goblins zijn nu eenmaal gemeengoed geworden. En bovendien komen deze wezens in deze themareeks niet uit Midden-Aarde, maar uit De wereld van Arran, waarvan sprake in de moederreeks Elfen.

Uit bij Daedalus

Orks & Goblins 1 & 2 ★★★☆☆
Beeld rv

Het blauwe chalet ★★★☆☆

Elk excuus om fauna, flora en sterke deernen te tekenen is goed voor de nu 62-jarige Servais - sinds de jaren 80 de koning van de Belgische folklore - en Ardennenstrip. Dat leverde in het verleden klassiekers op als De toverkol of De almanak, maar evenzeer gezapige albums waaruit soms bleek alsof Servais de pedalen kwijt was (en verhaalstructuren ten koste gingen van het verbeelden van natuur en vrouwelijk schoon).

Met Het blauwe chalet brengt hij een poëtisch initiatieverhaal over een meisje dat genoeg heeft van haar diepgelovige familie en haar saaie leventje, en naar de Wolvenvallei trekt om er te praten met de dieren en boswezens. Ze ontmoet er een jongen die al duizend jaar gevangen zit in een lichaam dat maar niet ouder wordt. Tot hij Alice tegenkomt.

Servais refereert in zijn voorwoord aan Bettelheim, een Joods-Amerikaans kinderpsycholoog die in zijn boek The Uses of Enchantment sprookjes omschreef als verhalen die onbewust zelfinzicht gaven, hoop boden of angsten wegnamen. (Maar de man lokte evenzeer controverse uit door autisme te linken met kille moeders en afwezige vaders.)

Het blauwe chalet ★★★☆☆
Beeld RV

Servais ziet ook zijn verhaal als een metafoor voor alle stadia in het leven. Het werd een persoonlijk album dat hij opdroeg aan zijn twee kleindochters, in zijn regio ‘pisgrietjes’ genoemd, een term die hij verder omschrijft als ‘feeën’. Het blauwe chalet en de eik bestaan trouwens echt.

Servais levert opnieuw een dromerig werkje, maar flirt evenzeer met naïviteit. Mooi, maar met het ouder worden lijkt die grens vaker te vervagen en voel je als lezer dat het tekenen van die ene vos, das of zoveelste outdoorvrijpartij te gemakzuchtig wordt. En wat met dat beeld dat zich positioneert als een derderangs-psycholoog? Servais blijft een geweldig auteur, maar hij mag stilaan een poging doen om zichzelf heruit te vinden.

Uit bij Dupuis

Het blauwe chalet ★★★☆☆
Beeld RV

Ekhö 7: Swinging Londen ★★★☆☆

Steampunk, fantasy, Britse detectives en sensuele vrouwen met grote boezems, gewurmd in een bustehouder die ei zo na op knappen staat. Jawel, dat moet de wereld van de Franse bestseller-scenarist Christophe Arleston zijn.

In het universum van Ekhö zijn al onze landen en steden terug te vinden, maar niet helemaal zoals u ze kent. In Ekhö doen draken dienst als lijnvliegtuigen en is de plaatselijke metro een gigantische duizendpoot. De reeks startte met een verhaal in New York, later kwamen daar onder meer Parijs, Barcelona en Hollywood bij. Deel 7 speelt in Londen en levert een feest van herkenning met decors als Camden, Big Ben of Piccadilly Circus.

De preshaunen, kleine harige wezenstjes, hebben het er voor het zeggen, zo blijkt. Hun vredelievendheid verandert in agressie wanneer er een extreem theetekort dreigt in Londen. Aan de sensuele detective Fourmille om een oplossing te bieden.

Ekhö 7: Swinging Londen ★★★☆☆
Beeld RV

Het scenario is een opeenstapeling van zotte creaturen, sensualiteit, gortdroge grappen en associaties met bestaande romans, tv-reeksen of films. Maar Arleston en de magnifieke tekenaar Barbucci slepen je er met een rotvaart doorheen. Dit is commercieel entertainment zoals commercieel entertainment moet zijn. Wanneer u het album dichtslaat, bent u het al vergeten. Maar met al dat lekkers bent u wel een klein halfuurtje zoet geweest. In een volgend deel moet Manhattan eraan geloven.

Uit bij Uitgeverij L

Ekhö 7: Swinging Londen ★★★☆☆
Beeld RV