Direct naar artikelinhoud
OESO

Bijscholing? De Vlaming heeft er maar weinig zin in

OESO tikt Vlaanderen op de vingers over levenslang leren
Beeld ANP

Vlaanderen moet veel meer inzetten op levenslang leren. Dat is de conclusie van het Skills Strategy-rapport van de OESO. Liefst vier op de vijf Vlamingen zijn niet gemotiveerd om een opleiding te volgen.

Vlaanderen moet veel meer inzetten op levenslang leren. Dat is de conclusie van het Skills Strategy-rapport van de OESO. Liefst vier op de vijf Vlamingen zijn niet gemotiveerd om een opleiding te volgen.

Hoewel een groot deel van de Vlaamse bevolking hooggeschoold is en de competentieniveaus in Vlaanderen boven het OESO-gemiddelde liggen, blijven er heel wat vacatures openstaan. Er is vooral een groot tekort aan technische en wetenschappelijke profielen, en ook in de gezondheidszorg en in het onderwijs is de vraag groter dan het aanbod. Om die mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken, moet Vlaanderen “een cultuur van levenslang leren bevorderen”. Dat staat te lezen in het Skills Strategy-rapport van de OESO, dat jaarlijks nagaat in hoeverre de arbeidsmarkt voorbereid is op toekomstige uitdagingen.

‘In vrijwel alle jobs zullen de taken grondig veranderen. Dat heeft enorme consequenties voor de skills van mensen’
Dirk Van Damme (Directorate for Education & Skills, OESO)

Zo’n 39 procent van de beroepsbevolking nam het afgelopen jaar deel aan een opleiding die relevant is voor zijn of haar job. Dat ligt dicht bij het OESO-gemiddelde van 41 procent, maar ver achter leidende landen als Nederland (53 procent) en de Scandinavische landen.

Uit het rapport blijkt ook dat sommige groepen met de grootste behoefte aan bijscholing of omscholing achterop blijven. Denk daarbij aan laaggeschoolden, oudere werknemers, werknemers in flexibele tewerkstellingsvormen en immigranten.

Digitale transformatie

Ook opvallend: de motivatie om te leren ligt relatief laag bij Vlaamse volwassenen. Liefst vier op de vijf Vlamingen zeggen niet gemotiveerd te zijn om een opleiding te volgen. Tijdsgebrek, familie en de ongelegen uren of plaatsen van het opleidingsaanbod zijn allemaal factoren die opgesomd worden. Maar ook de steun van werkgevers voor levenslang leren blijft nog te beperkt, zeker in de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.

“Komt daar nog bij dat de digitale transformatie ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben”, zegt Dirk Van Damme, afdelingshoofd in het Directorate for Education & Skills. “Jobs zullen verdwijnen, andere zullen erbij komen, maar in vrijwel alle jobs zullen de taken die mensen doen grondig veranderen. Dat heeft enorme consequenties voor de skills van mensen. Deze transformatie is nu al voelbaar met herstructureringen die mee veroorzaakt worden door digitalisering.”

Juist daarom is volgens Van Damme een ambitieus en coherent beleid omtrent levenslang leren broodnodig. Dat moet mensen en ondernemingen voldoende weerbaar en wendbaar maken om met die veranderingen om te kunnen gaan. 

Leercultuur

De OESO schuift een aantal prioriteiten naar voren voor Vlaanderen. Zo moet er een leercultuur worden ontwikkeld, onder meer door het volwassenenonderwijs toegankelijker en relevanter te maken. Het onderwijs zou ook beter moeten inspelen op de veranderende vraag naar competenties, en opleidingen voor werkzoekenden in veelgevraagde vaardigheden zouden volgens de OESO voorrang moeten krijgen.

“Niemand kan tegen de maatregelen zijn die de OESO nu voorstelt, maar er wordt amper in die richting bewogen”, reageert Stijn Baert, arbeidsmarktspecialist aan de UGent. “Levenslang leren wordt al in woorden beleden sinds Frank Vandenbroucke (sp.a) minister van Onderwijs en Werk was (tussen 2004 en 2009, DBA). Iedereen is pro, maar we blijven achteraan in de klas zitten.”

Baert wijst erop dat de overheid en heel wat bedrijven al vrij veel mogelijkheden aanbieden om aan levenslang leren te doen, maar dat blijkt onvoldoende. “Het zal niet volstaan om cursussen aan te bieden zonder dat je werknemers kan overtuigen dat het nuttig is. De overheid durft geen fundamentele hervormingen doorvoeren om een echte incentive te creëren.”

Pensioenleeftijd

Een van de pijnpunten is de koppeling van lonen aan de anciënniteit. De lonen stijgen automatisch mee met de leeftijd, waardoor werknemers niet worden aangezet om productiever te worden.

Een ander struikelblok voor levenslang leren is de effectieve pensioenleeftijd. Nog steeds ligt die bij de laagste van de OESO. “Zolang niet duidelijk is wie echt tot 67 moet werken, en wie een zwaar beroep heeft en dus vroeger op pensioen kan, blijft iedereen dromen dat hij of zij sneller kan uitstromen”, zegt Baert. “Dus waarom zou je dan als werknemer echt op de langere termijn gaan investeren?”