Videospeler inladen...

De laatste beelden met Etienne Vermeersch: "Het geheim van een lang en goed leven? Bega geen stommiteiten!"

Donderdag raakte bekend dat Vlaanderens bekendste moraalfilosoof Etienne Vermeersch (84) is overleden. Anderhalf jaar geleden sprak fotografe en documentairemaakster Lieve Blancquaert voor haar boek en Eén-serie "Last days" met hem over zijn kijk op de dood én zijn eigen einde. Vermeersch was toen nog niet ziek. De nooit eerder uitgezonden beelden van dat gesprek vindt u hier nu terug, alsook de markantste citaten van Vermeersch in zijn typische, soms grappige stijl.  

1. Vermeersch over oud worden

Alle architecten die trappen maken zonder een leuning, zouden hun studies opnieuw moeten doen.

"Het is pas recent dat ik ervaar dat ik oud ben. Tot mijn dertigste voelde ik me als een jongen. Toen iemand me jaren later zei dat hij me in een station wel zou herkennen als "een man van middelbare leeftijd" schrok ik me rot. Toen pas realiseerde ik me dat ik van middelbare leeftijd was. Nog later beschreef Hugo Camps onze toenmalige koning Albert als hoogbejaard. "Hugo, die is jonger dan ik en ik voel me niet eens een bejaarde”, zei ik."

"Oud worden is voor mij vooral een kwestie van mentaliteit. Er is natuurlijk het nadeel dat het fysiek moeilijker wordt. Er zijn kwaaltjes, dat heb je iets meer dan vroeger. Ik kreeg vroeger al een viervoudige bypass en twee hartinfarcten. Maar dat neem je erbij. Eens voorbij de 80 is het vervelendste dat je evenwichtssysteem verzwakt. Nu pas weet ik hoe het komt dat zo veel oude mensen vallen, zelfs paus Johannes Paulus in zijn badkamer. Dat systeem werkt minder goed. Dus ik daal nooit meer een trap af zonder de leuning vast te houden. Alle architecten die trappen maken zonder een leuning, zouden hun studies opnieuw moeten doen. Voor de rest is ouder worden voor mij géén enkel probleem. Ik voel me even vitaal!”

Als je een doelstelling hebt, dan blijf je gedreven. Ik heb me nog nooit in mijn leven verveeld.

"Het enige dagelijkse nadeel is dat ik geen tien uur per dag meer kan werken. Het zijn er nu slechts acht. Het concentratievermogen verzwakt, maar eens je dat weet, neem je dat erbij. Drie, vier uur aan één stuk werken, lukt niet meer. Ik moet nu om het anderhalf uur pauzeren. Maar is dat wel oud? Jonge mensen zijn toch ook de hele tijd afgeleid? Jongeren die studeren en naar de vogeltjes kijken. Het is iets van de mensheid algemeen. Bij mij komt het gewoon een beetje later.”

"Los daarvan ben ik nog altijd enorm gedreven. Ik ben nu bezig met de voorbereiding van een nieuw boek dat hopelijk dit jaar af is en ik weet al wat het volgende boek wordt. Als je altijd een doelstelling hebt, dan blijf je gedreven. Ik heb me nog nooit in mijn leven verveeld. Ook als kleine jongen niet. Ik begrijp niet wat dat is, je vervelen. Het enige wat ik moet proberen, is mijzelf wat temperen, eens een lezing afwijzen tot het boek af is.”

2. Vermeersch over een lang, goed leven

Ten eerste moet je een behoorlijke genetische aanleg hebben, en ten tweede: bega geen stommiteiten!

Het geheim? “Dat is dubbelzijdig. Je moet ten eerste je ouders goed kiezen, zodat je genetische aanleg in de goede richting gaat en je de tegenslag van zware handicaps of bijvoorbeeld jonge diabetes vermijdt. Veel mensen zijn met handicaps geboren. Ik heb zelf de handicap van een hoge bloeddruk en hoge cholesterol en ik had dus moeten sterven rond mijn vijftigste-zestigste door een hartaanval of hersenbloeding. Maar dankzij de geneeskunde is dat probleem teruggedrongen en ben ik ouder geworden dan mijn grootvader en grootmoeder. Mijn vader kreeg wel al medicatie, maar zijn oudere broers niet en die stierven nog rond hun vijftigste, zestigste.”

“Ten tweede bega je best geen stommiteiten en stop je best op tijd met roken en te veel drinken, eet je best gevarieerd en gezond, en beweeg je best voldoende. Het belangrijkste is mentaal jong te blijven. Heb doelstellingen vanuit je eigen belangstelling en probeer iets (nieuw) te realiseren. En dan nog iets. En nog iets.”

3. Vermeersch kijkt terug op zijn leven

Ik heb onnoemelijk veel chance gehad, per toeval. Je moet het geluk wel een beetje helpen.

"Ik heb onnoemelijk veel chance gehad met dingen die ik niet verdiende maar die ik toch kreeg, per toeval. Je moet het geluk wel een beetje helpen. Toen ik uittrad bij de jezuïeten was ik kandidaat in de klassieke filologie en ik deed mijn eerste licentie voor de centrale jury en dan mijn tweede licentie in Gent. Maar ik stelde vast dat alles in dat vakgebied al was gebeurd. Daarom koos ik ervoor om er filosofie bij te nemen. Dan had ik twee diploma's. Dat leek me een waaier aan mogelijkheden te bieden. (...) Je moet in je leven dingen zoeken die je kunnen boeien en daar je leven van maken. Maar geluk heb je dus ook nodig. Ik heb dat voortdurend gehad. Zo was ik net klaar met mijn doctoraat toen mijn professor stierf. Ik kon hem onmiddellijk opvolgen als gewoon hoogleraar op 33 jaar ! A l'âge du christ. De sukkelaars van nu moeten eerst docent, hoofddocent, hoogleraar worden en kunnen daarna pas gewoon hoogleraar worden.”

"Ik heb voortdurend geluk gehad en ik ben daar niet verantwoordelijk voor. Ik ben ook gelukkig getrouwd. Dat is ook geluk, want je kunt je ook "mistrouwen". Dat valt je zomaar te beurt. Ik heb compassie met mensen die minder geluk hebben. Ik lees regelmatig in de krant de doodsberichten en een derde is jonger dan ik. En er sterven zelfs redelijk wat mensen die ná W.O.II zijn geboren."

4. Vermeersch en het dierbaarste in zijn leven

Vrienden zijn zoals sterren: je ziet ze niet altijd, maar je weet dat ze er zijn.

Mijn moeder. Ik heb in mijn leven bijna nooit verdriet gehad, maar het enige grote verdriet was bij het bericht dat mijn moeder een ongeneeslijke kanker had. Mijn relatie met haar was zeer goed. Die met mijn vrouw is dat ook.”

“Mijn vrienden en vriendinnen zijn me ook dierbaar. Ik heb een zeer goede vriend die ik nog in het noviciaat leerde kennen in 1953 en één uit de lagere school. Vrienden zijn zoals de sterren: je ziet ze niet altijd, maar je weet dat ze er zijn. Maar ik heb meer vriendinnen dan vrienden. Mijn grote geluk is dat er mensen zijn die mij graag zien. Dat doet mij énorm veel deugd. Je hebt daar geen recht op, maar die mensen geven je dat. Mijn beste vriendin ken ik sinds 1960 en dan weet je: "Dit is van blijvende aard." Daar ben ik héél erg dankbaar voor.”

“Mijn strijd voor euthanasie is me ook dierbaar. In 1971 heb ik daar voor het eerst voor gepleit in een tv-debat. En ik heb het geluk gehad dat wat ik toen voorstelde nog tijdens mijn leven gerealiseerd is, dat ik daar als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek en in het parlement voor heb kunnen pleiten. Dat was mijn meest belangrijke realisatie.”

5. Vermeersch over spijt in het leven

Mensen niet positief antwoorden of teleurstellen. I have let them down.  

"Ik heb van verschillende dingen spijt, ook van iets heel banaals. Toen ik als kind op kamp was in de Ardennen moesten er boodschappen worden gedaan in het dorp. Eén van de jongens vroeg me of ik meeging, maar ik had geen zin en dus ging ik niet mee. Ik heb daar nog altijd spijt van. Verschillende keren heb ik mensen die me iets vroegen niet positief geantwoord of teleurgesteld. In het Engels zegt men I have let them down. Ik beklaag me dat heel erg, ik ben er beschaamd over. Ze vroegen me iets en ik heb het niet gedaan.”

6. Hoe Vermeersch graag wil sterven

Ik begrijp angst voor de dood niet. Je weet dat het ooit moet. Het enige wat je kunt wensen is dat de dood wat later komt  

"Het zal wellicht door een infarct zijn. Ik had er al twee, niet-dodelijk en vreselijk pijnlijk zoals bij een niercrisis. Graag zou ik dus een aanval krijgen waarbij het onmiddellijk gedaan is. Bij een slepende ziekte wil ik zeker kiezen voor euthanasie om rustig uit het leven te stappen. Ik heb helemaal geen angst voor de dood. Dat was een eeuwige discussie tussen mij en collega Jaap Kruithof. Hij wilde maar niet geloven dat ik niet bang was voor de dood. Maar ik begrijp die angst niet. Je weet dat het ooit moet. Je wil het zo laat mogelijk en je wilt zo lang mogelijk behoorlijk leven. Maar de dood komt toch. Toen ik nog niet bestond, beklaagde ik me daar ook niet over en zo is ook de dood het lot van ieder levend -eukaryotisch- wezen. Wie eukaryotisch niet begrijpt, moet het maar eens googelen." (lacht)

7. Hoe wil Vermeersch herinnerd worden?

Dat zo veel mogelijk mensen door mijn werk afvallig worden, zou ik positief vinden

"Hugo Claus zei:  "Niet te veel verwachten. Als er ooit ergens een meisje mijn teksten leest en daar opgewonden van wordt, dan zou dat heel mooi zijn." De ambitie dat men van mijn teksten seksueel opgewonden raakt, heb ik niet maar ik hoop dat ze -enige tijd na mijn dood- sommigen kunnen inspireren. Ik zou bijvoorbeeld graag hebben dat mensen die mijn teksten lezen daardoor los kunnen komen van de gedachte dat er iets bestaat zoals de God van de Bijbel of de Koran. Dat zo veel mogelijk mensen door mijn werk afvallig worden, dat zou ik positief vinden. Maar dat kan nog een tijdje duren, hoor."

8. Waar gaat Vermeersch na de dood naartoe?

Vroeg of laat worden we herleid tot sterrenstof. Ons bewustwezen verdwijnt wel met de dood.

"Wij zijn geboren uit sterrenstof. Uit een explosie van een ster zijn elementen ontstaan waaruit ons zonnestelsel en wij voortkomen. Vroeg of laat worden we herleid tot die sterrenstof. Ik wil zelf -hopelijk, als niemand dat belet- verast worden. Dat is al stof. En wanneer onze zon dan binnen x miljard jaar ontploft, zullen we allemaal weer sterrenstof zijn.”

“Maar ons bewustzijn verdwijnt wel met de dood. Vanaf het eerste millennium voor Christus hebben mensen zich daartegen verzet. Want het is niet eerlijk dat slechte mensen na de dood niet gestraft worden en goede niet beloond. De Indiërs losten dat op met het idee van reïncarnatie. In het Midden-Oosten kwam Zarathustra met de idee van de wederopstanding van de doden op het einde der tijden. Daar zullen de goeden beloond worden in het paradijs en de slechten gestraft in de hel. Die leer is in de tweede eeuw voor Christus in het jodendom binnengeslopen. Want in het Oude Testament bestaat het leven na de dood helemaal niet. De meeste christenen weten dat niet. Het was pas onder invloed van Zarathustra dat dat het jodendom, christendom en dan de islam is binnengedrongen. Het is dan ook een zeer aantrekkelijk idee dat de slechten gestraft en de goeden beloond worden. Daarom had dat lang succes. Maar het wordt toch tijd dat die sprookjes verdwijnen.”

9. Wat zullen de laatste woorden van Vermeersch zijn?

Ik wil mensen bedanken

"Misschien zou ik de mensen bedanken die van mij gehouden hebben. Wijze laatste woorden zijn er genoeg. Van Goethe zei men dat "meer licht" zijn laatste woorden waren, terwijl later is ontdekt dat hij op zijn sterfbed vroeg om het venster open te doen, omdat hij het te donker vond. Ik ben niet zo pretentieus dat mijn laatste woorden enige betekenis zouden hebben. Ik wil mensen bedanken."

10. Vermeersch over levensmoeheid

Ik wil alleen weg wanneer de som van lijden groter is dan die van de genoegens of de vreugde die je nog kan kennen

"Ik denk dat er mensen zijn met dat verlangen. Levensmoeheid is nu ook een thematiek die sterk aan de orde is. In Nederland is er de zogenoemde "pil van Drion" die het makkelijk zou moeten maken om eruit te stappen. Ik ben geen voorstander, want een plotse depressie kan van voorbijgaande aard zijn. Maar partij D66 in Nederland diende een wetsvoorstel in om vanaf 75 jaar euthanasie te kunnen vragen wegens levensmoe. Volgens de Belgische wet moet je ongeneeslijk ziek zijn en ondraaglijk lijden. Het komt nochtans geregeld voor dat oudere mensen niets meer aan het leven vinden. Ze hebben het allemaal gehad en nu is er alleen nog kommer en kwel. Er zijn kwaaltjes, hun geliefde is gestorven. Er zijn verschillende aanvragen voor euthanasie van mensen in dat geval. "Ik wil niet alleen achterblijven", zeggen ze. Dat gevoel komt vaak voor. (...) Vandaag is die gedachte dat men de dood zou kunnen wensen en recht zou moeten hebben om vreedzaam heen te gaan na een afgerond leven, dus meer bespreekbaar.”

Hoe ziet Vermeersch dat voor zichzelf? "Ik wil alleen weg wanneer de som van lijden groter is dan die van de genoegens of de vreugde die je nog kan kennen. En als je weet dat er mensen zijn die erg veel verdriet zouden hebben, vind ik dat je daar ook rekening mee moet houden, dat je moreel de toestemming van naasten moet hebben. Dan zou het in principe moeten kunnen, al zou een concrete wet lastig op te stellen zijn, omdat er natuurlijk misbruik van kan worden gemaakt. Maar stel dat ik blind word en niet meer kan werken en doof word, zodat ik niet meer naar muziek kan luisteren... Dat zijn geen ongeneeslijke ziektes, maar dan mag het voor mij gedaan zijn."

Bekijk hier de ruwe beelden van het ongedwongen gesprek van Lieve Blancquaert met Etienne Vermeersch (duur = 51 minuten):

Videospeler inladen...

Meest gelezen