Direct naar artikelinhoud
Klimaatspijbelaars

Klimaatspijbelen: hoe ga je daar als school mee om? “Een goede vraag, want het begint lastig te worden”

Klimaatspijbelen: hoe ga je daar als school mee om? “Een goede vraag, want het begint lastig te worden”
Beeld Tim Dirven

Menige schooldirecteur krabt zich tegenwoordig op donderdag in de haren. Al een maand is dat niet louter veggiedag, maar ook ‘klimaatspijbeldag’. Hoe ga je daar als school mee om? “Misschien moeten ze maar eens op een andere dag samenkomen.”

“Dat is een heel goede vraag. Want ja, het begint lastig te worden”, lacht Tom Weyn, directeur van de Steinerschool in Gent, als antwoord op de vraag hoe hij omgaat met de ‘klimaatbrossers’. “We hadden zonet nog een ‘strafstudie’ met de leerlingen die vorige week spijbelden”, zegt Weyn. Echt bestraffen doet de school niet. “We hebben gedebatteerd over de klimaatacties en leerlingen gevraagd zelf met ideeën te komen voor kleine acties. Maar ja, we kunnen dat niet elke week doen.”

Het is de opeenvolging van stakingsdagen die begint te wegen voor scholen. Vooral het feit dat de leerlingen steevast op donderdag verzamelen blazen, veroorzaakt moeilijkheden. Leerlingen missen daardoor altijd dezelfde vakken. “De leerlingen blijven wel gemotiveerd om hun lessen in te halen, maar dat impliceert dat we leerkrachten steeds op een ander moment moeten oproepen. Dat is niet haalbaar”, zegt Weyn. “Misschien moeten ze maar eens op een andere dag samenkomen”, zegt Dirk Veldeman, directeur van het Brusselse Atheneum Karel Buls.

‘Je wilt die jongeren aanmoedigen, maar eigenlijk kun je dat niet maken als school’
Anonieme directeur

Al komen de leerlingen zelf met creatieve oplossingen. “Ze maken onderling afspraken om elkaar af te wisselen”, zegt Sofie Truwant van het Gentse Kunstinstituut. “Ze vinden het belangrijk om een signaal te blijven geven, maar willen de lessen ook voldoende blijven volgen.” Op die manier kunnen ze elkaars notities doorspelen én stapelen ze de onwettige afwezigheden niet op.

Dilemma

Het boven geschetste voorbeeld is tekenend voor de manier waarop de scholen moeten omgaan met hun spijbelende leerlingen: volgens de regels, maar pragmatisch zoekend naar het gulden midden. 

Al plaatst het directies vooral in een gewrongen positie. “Je wilt die jongeren aanmoedigen, maar eigenlijk kun je dat niet maken als school”, vertrouwt iemand ons toe. “Dit is een van de moeilijkste dilemma’s waar ik al voor stond”, zegt een Antwerpse directeur. In een Brusselse school raken de leerkrachten het onderling dan weer niet eens over de gepaste reactie.

“Natuurlijk zijn we verplicht hun een zogenaamde B-code, of ongewettigde afwezigheid, te geven”, klinkt het. Bij vijf zulke codes moet het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) worden ingelicht. Vanaf het tiende spijbelgeval moet een voortgangsrapport worden opgesteld. Bij dertig onwettige afwezigheden kan de schooltoelage in het gedrang komen. “Al denk ik niet dat het zo ver zal komen in dit geval”, zegt Truwant. “Want dit zijn niet onze gewone spijbelaars. Dit zijn net geëngageerde leerlingen.”

Al pleiten de directies wel voor enige consequentie: als leerlingen spijbelen, dan kunnen ze zich op school ook inzetten voor een beter klimaatbeleid. “We vragen leerlingen niet om een selfie door te sturen en te bewijzen dat ze op de betoging zijn”, zegt Steven Ronsijn, directeur van het Sint-Lievenscollege in Gent. “Maar we vragen hen wel om dat engagement door te trekken naar de school, en hier mee te denken over mogelijk maatregelen.” 

Ook Sofie Vercoutere, waarnemend directeur van het atheneum in Gentbrugge, vroeg de leerlingen te bewijzen dat het niet louter om het spijbelen ging, waarna ze massaal naar de klimaatmars trokken afgelopen zondag.

‘Als school hebben we ook onze taak in het opvoedingsproces van leerlingen. Dat gaat breder dan enkel de leerstof doorgeven’
Sofie Truwant, directeur Kunstinstituut Gent

Opvallend is dat nagenoeg elke oplossing er in samenspraak met de leerlingen komt. Zowat elke school had al een vorm van klimaatraad, die nu plots actiever wordt. Sommige directies vragen de leerlingen afgevaardigden te sturen om afspraken te maken voor donderdag. 

Maar het initiatief moet altijd van de leerlingen zelf komen. “Dit is zo'n sterk leermoment, voor iedereen”, zegt Ronsijn. “Als ik het engagement zie dat er nu komt: dat is zo belangrijk, dat mogen we niet zomaar stilleggen.” 

“Als school hebben we ook onze taak in het opvoedingsproces van leerlingen”, zegt Truwant. “En dat gaat breder dan enkel de leerstof doorgeven.”