De Vlaamse regering deed vandaag een nieuwe poging om een pakket maatregelen goed te keuren dat ingezet kan worden om het beleidsplan Ruimte Vlaanderen, met daarin de roemruchte betonstop uit te voeren.

Het gaat dan om het Instrumentendecreet, dat een betere vergoeding invoert voor wie zijn grond in waarde ziet dalen, over de bescherming van kwetsbare bossen, het vrijhouden van woonreservegebieden, waarvoor de beslissing naar de gemeenten wordt doorgeschoven, en over de bestemmingsneutraliteit van windmolens, zodat het moeilijker wordt om die met lange procedures tegen te houden.

Maar de ministers zijn er niet uit geraakt. De Raad van State werpt een reeks juridische bezwaren op. Zo vraagt het rechtscollege onder meer een plan-MER op te stellen rond het luik van de kwetsbare bossen.

Om juridische procedures te vermijden, gaat de Vlaamse regering in op die vraag. Dat betekent concreet dat de finale uitwerking van de betonstop, de Vlaamse ambitie om vanaf 2040 geen open ruimte meer aan te snijden, een zaak wordt voor de volgende Vlaamse regering.

Eerder was al duidelijk dat de regering ook niet klaar zou raken met de strategische visie achter de betonstop en met de beleidskaders die moeten zorgen voor de concrete invulling.