Tussen kater en charter: met een ex-preses terug naar Leuven

© Gert Verbelen

Gaudeamus igitur, zingen studenten, ‘laten we dus vrolijk wezen’. En dat lukt alweer aardig in Leuven, drie maanden na de dodelijke doop bij Reuzegom. ‘Maar dat wij niet zouden inzien dat het anders moet, is niet waar.’ Op stap met de clubs van het Senioren Konvent, in afwachting van de ondertekening van het doopcharter.

Steven De Foer

Voor dS Weekblad duikt ex-praeses Steven De Foer terug het Leuvense studentenleven in. Om te kijken hoe het er vandaag aan toe gaat, na het dodelijke doopritueel bij studentenclub Reuzegom. Hieronder leest u alvast een voorproefje.

De maandagcantus in een zaaltje in Io Vivat, een pand met meerdere ruimtes in een zijstraat van de Oude Markt. Met bier gedoopte codexen waarop studenten op de rand hun clubnaam hebben geschreven (Goofy, Kassei, Loebas), bizarre geplogenheden zoals het rijmpje om een tempus pissendi (plaspauze) aan te vragen, oude liedjes die ik na dertig jaar nog van buiten ken: wat een trip down memory lane. Het was even zoeken naar dat brede lint waarop staat dat ik senior van Semini was in 1989-90, maar het opent deuren. Een fossiel dat hier al met de commandohamer zwaaide lang voor hun geboorte, dat dwingt respect af.

En dat is nodig om het vertrouwen te winnen, nu die traditionele clubs zo negatief in de schijnwerpers staan. Eerst de dood van een schacht tijdens een zwaar uit de hand gelopen doopritueel van Reuzegom, dan het nieuws dat de meeste clubs weigeren het doopcharter van de KU Leuven te ondertekenen: ze hebben de publieke opinie tegen zich, de 42 regionale clubs van het Senioren Konvent (SK) of het Meisjes Senioren Konvent (MSK).

Deze clubs – te herkennen aan hun linten en petjes – zijn te onderscheiden van de kringen die opgedeeld zijn per faculteit en vaak honderden al dan niet actieve leden tellen. Lidmaatschap van een club als Mastentop (Turnhout), Ros Beyaert (Dendermonde), Moeder Brugse of Semini (een van de vier clubs uit het Antwerpse) vergt meer engagement: een clubavond missen omdat je liever naar de bioscoop gaat, wordt niet gewaardeerd.

Waarin schuilt hun charme? De kleinere omvang speelt een grote rol. Als je met een dertigtal bent, zoals vroeger, of met een vijftiental zoals veel clubs vandaag, creëer je een hechtere band dan in een kring met honderden leden. Mijn oude makkers Belletjes, Bavet, Poulidor en Stouwer: ik noem hen niet meer zo en zij noemen mij niet meer Larousse, maar de eden van eeuwige vriendschap bleken geen holle frasen. De volwassen burger denkt met een mix van plezier en gêne terug aan dat met sloten bier overgoten vertier, maar heeft er geen seconde spijt van – hoe fout het vandaag ook lijkt. Zeker nu dopen kennelijk zo kunnen ontsporen dat ze tot drama’s leiden.

Rollenspel

Komen kijken hoe het vandaag gaat in Leuven? De senior van mijn oude club aarzelt, vooral door de fotograaf. Maar als het om een eerlijke schets van het clubleven gaat, zijn we welkom. Het is wel een ongewone clubavond: de jaarlijkse anarchiecantus. Bij lottrekking in een hoed wordt bepaald wie de rest van de avond welke rol speelt. Een schacht kan met wat geluk opeens commilito, schachtenmeester of zelfs senior worden – en vice versa. ‘Het bewijst dat die strikte hiërarchie met een almachtige senior en nietige schachten ook maar een rollenspel is’, zegt senior Laweit.

We muizen ervan door, om elders poolshoogte te nemen. In de andere zalen van Io Vivat en in de Ambiorix op de Oude Markt houden andere clubs hun festiviteiten. Zodra ze de camera van de fotograaf zien, gaan de deuren toe. Het wantrouwen tegenover ‘de media’ is gigantisch. Schrik om te worden afgeschilderd als ouderwets, politiek fout, elitair.

Zaterdag leest u in dS Weekblad het volledige verhaal. ‘Een doop moet ludiek zijn, en een beetje uitdagend, maar het mag nooit de bedoeling zijn iemand te vernederen. En eerlijk gezegd, dat heb ik al vaker gezien bij kringen dan bij clubs.’