Direct naar artikelinhoud
DM zapt

Die penetrante geur in het zwembad? Het is helaas niet de chloor die u ruikt

Thomas en Britt duiken in een zwembad vol urine voor 'Factcheckers'.Beeld VRT

Pieter Dumon zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: hoe door Jan Van Looveren gaan zwemmen nooit meer hetzelfde zal zijn.

Een bezoek aan het zwembad? Daar hoort de typische geur bij die je tegemoet walmt zodra je de schuifdeuren voorbij wandelt. Net als de te kleine kleedhokjes waar het altijd veel te warm is. En natuurlijk de rode ogen achteraf. Dat eerste en dat laatste zijn de schuld van het chloor, is me altijd verteld. Hoe meer chloor, hoe sterker de geur. En hoe harder je ogen daarna prikten bij de obligate cola en het zakje chips in de cafetaria. Ik geloofde dat. Waarom zou iemand daar ook over liegen? Tot Jan Van Looveren in het nieuwe Eén-programma Factcheckers mijn zwembadbubbel met een botte naald doorprikte.

Hij wou onderzoeken of plassen in een zwembad effectief tot gezondheidsproblemen kon leiden, zoals in een aantal online-artikels werd beweerd. Van Looveren, zelf een fervente zwemmer, rook zijn kans om die berichten op hun waarheidsgehalte te testen. Waar dienen factcheckers anders voor?

De truc met het potje pis

De zoektocht naar een antwoord op die prangende vraag begon met aquariums. Gevuld met water en chloor. Zwembadwater dus. Maar wat Van Looveren meteen opviel, was dat bij die bakken elk spoortje van de gebruikelijke zwembadwalm ontbrak. Toen had ik al onraad moeten ruiken. De zwembadgeur dook pas op toen Van Looveren, na een tenenkrullend slecht stukje televisie in de toiletten van de VRT, met een potje pis op de proppen kwam. Hij kapte het gele goedje in een van zijn aquariums en als bij wonder rook de hele redactieruimte plots naar het betere openbare zwembad.

Als de deuren van het plaatselijke zwembad openschuiven en die typische geur me tegemoet waait, zal ik voortaan maar aan één ding kunnen denken: urinezuur

Een chemische reactie, zouden experts later in het programma uitleggen. De combinatie van het chloor in het zwembad en het urinezuur dat zich in het gele goedje van Van Looveren bevindt, leidt tot de vorming van chloramine. En dat blijkt de boosdoener te zijn, die niet alleen de zwembadgeur geeft, maar ook de prikkende ogen, de huiduitslag en in uitzonderlijke gevallen zelfs ademhalingsproblemen.

Een drama is dat gelukkig allemaal niet, wisten dezelfde experts. Zwemmen in een zwembad waarin een aanzienlijk deel van de gebruikers urinezuur loosde, is niet gevaarlijk. Wel heel vies. Het moest als een geruststelling klinken, maar toen was het kwaad al geschied.

Een bezoekje aan het zwembad zal dankzij Van Looverens experiment nooit meer hetzelfde zijn. Als de deuren van het plaatselijke zwembad openschuiven en die typische geur me tegemoet waait, zal ik voortaan maar aan één ding kunnen denken: urinezuur. En dan vooral aan wat mijn medezwemmers hebben gedaan om dat goedje in het zwembadwater te krijgen. Een beeld dat me hoogstwaarschijnlijk ook na het zwemmen nog een tijdje zal achtervolgen. Of toch zeker zolang ik mijn rode ogen voel prikken.

Factcheckers, elke woensdag om 20.45 uur op Eén.

Jan Van LooverenBeeld VRT