Direct naar artikelinhoud
Wellesnietes

Moeten we leraren die bijzonder goed presteren, ook meer loon geven?

Kristof De Witte en Raymonda Verdyck.Beeld Illias Teirlinck / Stefaan Temmerman

Een voor- en een tegenstander gaan in duel over een hot issue. Deze week: moeten we leraren die bovenmatig presteren ook beter verlonen? Enkele dagen voor de onderwijsbetoging van woensdag 20 maart kruist onderwijsexpert en KU Leuven-hoogleraar Kristof De Witte de degens met Raymonda Verdyck, topvrouw van het Gemeenschapsonderwijs. 

en

Kristof De Witte: ‘Een teambeloning werkt’

“De prikkel van een extra verloning lijkt me uitgerekend nu best verdedigbaar”, zegt onderwijsexpert Kristof De Witte. “Het beroep van leraar wordt nu als ‘zwaar beroep’ beschouwd, en de meest ervaren leerkrachten kunnen dus met vervroegd pensioen. Zonde, want hun expertise is zeer waardevol.” 

“Eerst en vooral: onze leerkrachten hebben niet te klagen over hun verloning”, zegt Kristof De Witte. “Dat zal, denk ik, ook geen belangrijk punt zijn tijdens de onderwijsstaking van 20 maart. Uit jaarlijkse cijfers van de OESO blijkt dat leraren in vergelijking met personen met een gelijkaardige scholing, ongeveer evenveel verdienen als mensen in andere sectoren: 96 tot 100 procent van dat loon. Ter vergelijking: in Nederland is dat 78 tot 92 procent, in Frankrijk 80 tot 99 procent.

“Mijn voorstel gaat dan ook niet over de gemiddelde verloning van ‘de’ leerkracht. Er zijn experimenten geweest waarbij het loon van de leerkrachten werd verdubbeld: dat leidde niet tot betere test­scores van de leerlingen van die leerkrachten, wel tot – en dat hoeft niet te verbazen – meer welbevinden bij de leerkrachten; een extra zak geld voor iedere leerkracht verbetert dus niks fundamenteels aan ons onderwijs.

“Ik denk veeleer aan een teambeloning. Dat kan bijvoorbeeld via gerichte incentives, voor een team van leerkrachten dat bijzonder goed presteert. Dat teamniveau kan bijvoorbeeld ook gerust een volledige graad zijn, of zelfs een volledige school. Maar dus zeker niet op individueel niveau, want anders riskeer je dat leerkrachten haantje-de-voorste willen gaan spelen. We hebben er net baat bij dat we de scherpe kantjes van de onderlinge competitiviteit er afvijlen – er is al genoeg competitiviteit in de scholenmarkt, bijvoorbeeld op het vlak van rekrutering van leerlingen en soms zelfs van leerkrachten.

‘De prikkel van een extra teambeloning kan een weldoende invloed hebben op de continuïteit van goed onderwijs’
Kristof De Witte

“Er zijn op dat vlak al experimenten gebeurd. Weliswaar op microniveau, maar toch zeer veelbelovend. Daaruit blijkt dat een teambeloning werkt – prikkels werken altijd. Je kunt leerkrachten beoordelen aan de hand van centrale examens voor leerlingen, om na te gaan hoeveel toegevoegde waarde ze hebben geleverd. Je kunt dat ook doen door leerlingen gedurende een bepaalde periode te gaan volgen, want je weet wat hun instroomkenmerken zijn. Aan de hand van hun vorderingen kun je meten hoeveel een leerkracht nu eigenlijk heeft bijgedragen. Zo krijg je een heel zuiver systeem. Dan kun je de goed presterende leerkrachten extra belonen en de leerkrachten die het wat minder goed doen wat extra ondersteunen.

“Die prikkel van een extra verloning lijkt me uitgerekend nu best verdedigbaar, nu het beroep van leerkracht als ‘zwaar beroep’ wordt beschouwd en de meest ervaren leerkrachten dus met vervroegd pensioen kunnen. Zonde, want de meest ervaren leerkrachten hebben we absoluut nodig, en hun expertise is zeer waardevol om bijvoorbeeld jonge leerkrachten bij te staan aan het begin van hun carrière. Die zogeheten ‘aanvangsbegeleiding’ is relevant, want men beschouwt de lerarenopleiding nog te veel als finaal, als afgewerkt, terwijl we weten dat tijdens de eerste vijf jaar dat iemand lesgeeft, de testscores van de leerlingen ondermaats zijn. Pas na vijf, zes jaar wordt dat beter. Het is een heel steile leercurve. De prikkel van een extra teambeloning kan dus ook een weldoende invloed hebben op de continuïteit van goed onderwijs.” (JD)

Raymonda Verdyck: ‘Premies zorgen voor meer druk’

Extra verloning is geen goed idee, vindt Raymonda Verdyck, topvrouw van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. “Leraren moeten niet elkaars concurrent, maar elkaars compagnon de route zijn.”
Bonussen zullen zeker geen betere leerkrachten opleveren, zegt ze stellig. Vlaanderen mag niet de weg opgaan van Nederland, waar scholen tegen elkaar opbieden om de beste leerkrachten binnen te halen.

“De komende jaren gaan we dui­zenden extra mensen nodig hebben in het onderwijs, en die zullen we niet kunnen verleiden met pre­mies bovenop hun gewone loon. Ik ben daar dus echt geen voorstander van. Wat we wél moeten aanpakken, is de werkdruk en de taakbelasting van alle leerkrachten. Door de hoge werkdruk haken nu veel jonge leerkrachten zeer snel af. Zij willen vooral een volwaardige opdracht krijgen voor een heel schooljaar of langer, en een goede begeleiding.

‘Betere of slechtere scholen, die mogen gewoonweg niet bestaan’
Raymonda VerdyckTopvrouw GO!

“Professor De Witte (KU Leuven) stelt voor om centrale examens in te voeren waardoor je de leerwinsten bij de leerlingen kunt meten. Maar aan de resultaten van die examens kun je de prestaties van de leerkrachten toch niet aflezen? Die algemene examens zullen veel te veel de kennis van de leerlingen meten. Niet hun algemene vaardigheden, en het aandeel van de leerkrachten daarin. Uiteraard spelen leerkrachten een cruciale rol voor het boeken van leerwinst. Maar die leerwinsten zijn zo’n ontzettend complex gegeven.
“Leerlingen die thuis geholpen worden, kunnen ook meer leerwinsten boeken dan leerlingen zonder deze extra steun. Hoe kun je al die verschillen op een correcte wijze uit de examenresultaten filteren? Uit onderzoeken blijkt ook dat leerlingen meer leren wanneer ze zich goed voelen op school. Dat welbevinden valt echter nog veel moeilijker te meten.

“Wanneer je extra verloningen invoert, zal er ook een informele hiërarchie ontstaan tussen scholen. Terwijl elke school excellent moet zijn. Betere of slechtere scholen, die mogen gewoonweg niet bestaan. In Nederland, waar er wel verloningsprikkels zijn, leidt dit tot een ongezonde strijd binnen het onderwijs.

“Wanneer je per graad examens gaat organiseren, zouden leerkrachten binnen eenzelfde school een hoger of lager loon kunnen ontvangen. Zo ontstaat er binnen die scholen concurrentie in de leraarskamer, wat het groepsgevoel – dat onder leerkrachten toch moet heersen – kapot kan maken. Leerkrachten moeten niet elkaars concurrent, maar compagnon de route zijn. Het geven van zo’n premie zal ook veel extra prestatiedruk meebrengen, en we willen de hoge werkdruk voor leerkrachten net naar beneden halen.

‘Concurrentie in de leraarskamer kan het groepsgevoel dat onder leerkrachten toch moet heersen kapotmaken’
Raymonda VerdyckTopvrouw GO!

“Het voorstel dat professor De Witte doet om oudere leerkrachten in te zetten als mentoren voor jongere leerkrachten, daar staat het GO! wel volledig achter. Oudere leerkrachten kunnen hun expertise dan aanwenden om jongere leerkrachten te helpen met het klasmanagement. Daardoor zullen zij met een geruster gemoed aan het werk blijven in het onderwijs. Maar die ‘mentoren’ moeten daarom geen beter loon krijgen dan de leerkracht die ervoor kiest om tot zijn 65ste voor de klas te blijven staan.

“We moeten vooral samen kwaliteitsvol onderwijs bieden dat bij alle leerlingen de grootst mogelijke leerwinsten geeft. Een betere omkadering voor leerkrachten en minder grote klassen zijn dan bijvoorbeeld efficiënter dan premies voor specifieke lerarenteams.” (TP)