De vakbondseis impliceert dat de regeringsbeslissing weer even in de koelkast moet worden gestoken. De vakbonden waarschuwen dat er in het andere geval acties kunnen komen.

De federale regering heeft bij de begrotingsgesprekken beslist om het rijdend personeel van de spoorwegmaatschappij NMBS langer aan de slag te houden. De huidige pensioenleeftijd van 55 zou vanaf 2018 worden opgetrokken tot 57 jaar, om daarna nog geleidelijk te stijgen naar 63 jaar in 2030. Tegelijkertijd wordt er in de Nationale Pensioencommissie nog onderhandeld over de zware beroepen, die vroeger met pensioen kunnen.

“Om 2 of 3 uur ’s ochtends beginnen”

“We vinden het vreemd dat die beslissing is genomen zonder het overleg over de zware pensioenen af te wachten”, zegt Luc Piens van ACV Transcom. “Treinbestuurders, die soms al om 2 of 3 uur ‘s ochtends moeten beginnen om enkele dagen daarna tot laat te werken, lijken mij nochtans duidelijk in de categorie van zware beroepen te vallen”.

De vakbondsman pleit er daarom voor om de beslissing over het verhogen van de pensioenleeftijd even on hold te zetten, tot de onderhandelingen in de Nationale Pensioencommissie zijn afgerond. Die onderhandelingen zullen wellicht wel lopen tot in 2017, waardoor een verhoging van de pensioenleeftijd vanaf 2018 dus krap dreigt te worden.

“Anders gaan we over tot actieplan”

De spoorvakbonden eisen voorts dat ze rechtstreeks betrokken worden bij de onderhandelingen in de Nationale Pensioencommissie van de openbare sector. “Momenteel zijn de vakbonden van de openbare sector aanwezig bij het overleg, maar er is geen afzonderlijke vertegenwoordiging voor de spoorbonden. We vinden dat we daar apart gehoord moeten worden”, zegt Piens.

De vakbonden dreigen ermee een “actieplan” uit te voeren wanneer er niet naar hun eisen wordt geluisterd. “Wat die acties inhouden, daar kunnen we nog geen uitsluitsel over geven. Maar het kan van alles zijn, je moet niet steeds uitgaan van een staking”, aldus nog Piens.