Direct naar artikelinhoud
Vluchtelingen

Arts vindt nieuwe methode om leeftijd asielzoekers te bepalen

Arts pleit voor nieuwe, uniforme methode met MRI-scans
Beeld ANP

Een arts aan de Universiteit Gent en KU Leuven heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de leeftijd van vluchtelingen te schatten. Ze zou minder schadelijk en mogelijk ook betrouwbaarder zijn dan de huidige röntgenfoto’s. Toch is het enthousiasme maar beperkt.

Het afgelopen jaar zijn er in ons land iets meer dan duizend leeftijdsschattingen gebeurd. Zo’n schattingen worden aangevraagd door de diensten voogdij en vreemdelingenzaken wanneer ze twijfelen over de minder- of meerderjarigheid van een vluchteling. Plus of min achttien betekent namelijk een groot verschil op vlak van bescherming. Een zogenaamde niet-begeleide minderjarige vluchteling krijgt onder meer een voogd toegewezen die toeziet op huisvesting en rechtsbijstand en kan ook onderwijs volgen. 

“Vandaag worden deze leeftijdsschattingen gemaakt op basis van de zogenaamde triple test”, zegt Jannick De Tobel, die zijn doctoraat over het onderwerp verdedigt. Die triple test is gebaseerd op röntgenfoto’s van het gebit, de pols en de sleutelbeenderen. Op basis van deze drie beelden wordt een inschatting van de leeftijd gemaakt. “Maar op deze methode komt al lange tijd veel kritiek”, zegt de arts-specialist. “Ten eerste omdat je via deze scans jonge mensen blootstelt aan schadelijke röntgenstralen. Ten tweede omdat er geen wetenschappelijke basis is om deze drie verschillende beelden gecombineerd te interpreteren.” 

De Tobel ontwikkelde daarom de afgelopen jaren een alternatieve methode. Daarvoor gebruikt hij geen radiografieën maar een MRI-scan. “Hiermee scannen we dezelfde drie regio’s, maar dan zonder het stralingsgevaar. De beelden die we op deze manier verkrijgen zijn ook niet 2D maar 3D, waardoor we bepaalde details beter kunnen zien en de interpretatie ervan makkelijker wordt.” De Tobels methode laat volgens hem ook meer en ethisch verantwoord onderzoek toe, net omdat er geen straling wordt gebruikt. “Zo kunnen we de methode dus nog meer verfijnen en de foutenmarge zo klein mogelijk maken.”

‘Je wil niet dat iemand die echt minderjarig is tussen de meerderjarigen belandt’
Jannick De Tobel, UGent

Volgens De Tobel is dat erg belangrijk. “Je wil niet dat iemand die echt minderjarig is tussen de meerderjarigen belandt”, stelt hij. Hij kan geen cijfers geven over het aantal fouten die vandaag gebeuren. “Met onze methode worden meer dan 90 procent van de minderjarigen correct geclassificeerd.” Daarmee zou de betrouwbaarheid van zijn methode op dit moment vergelijkbaar zijn met de huidige triple test. “Maar dit onderzoek is nog maar het begin. Voor de methode in praktijk omgezet kan worden, moeten we met grotere groepen werken om de schatting nog preciezer te maken.”

Zwart-wit

De leeftijdsschattingen bij niet-begeleide minderjarigen worden al langer bekritiseerd. Vorig jaar nog verscheen een scherp rapport van het Platform Kinderen op de Vlucht. “Op basis van de getuigenissen en wetenschappelijke literatuur die we verzamelden, stellen we vast dat niet alle personen die in ons land meerderjarig verklaard worden, dat ook zijn”, klonk het toen. 

De drievoudige medische test die vandaag gebruikt wordt, werd in datzelfde rapport in vraag gesteld. Onder meer artsen in Zwitserland en Duitsland en de International Society for Social Pediatrics and Child Health uitten hun twijfels hierover. 

‘Voor ons is het belangrijk dat dit soort testen een laatste stap zijn in een systeem dat helemaal herzien moet worden’
Katja Fournier, Platform Kinderen op de Vlucht

Katja Fournier, coördinator van het Platform, wil zich niet uitspreken over de test die De Tobel ontwikkeld heeft, onder meer omdat ze geen medische achtergrond heeft. “Voor ons is het belangrijk dat dit soort testen een laatste stap zijn in een systeem dat helemaal herzien moet worden.” Het Platform, dat organisaties als Child Focus, Amnesty International en Vluchtelingenwerk Vlaanderen verenigt, pleit voor een multidisciplinaire aanpak, waarin de sociale en psychologische ontwikkeling van een vluchteling vooropstaat. De groep pleit ervoor om naar de noden van een individu te kijken, niet naar iets arbitrairs als een leeftijdsgrens. Ook professor interculturele pedagogiek Ilse Derluyn (Universiteit Gent) sluit zich daarbij aan. “Iemand van 17 jaar kan weinig ondersteuning nodig hebben en iemand van 19 net heel veel.”

Duurder

Volgens De Tobel zorgt zijn methode voor nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar hij geeft toe dat er ook nadelen zijn. Zo is zijn manier van werken dubbel zo duur als de huidige röntgenfoto’s. Dat heeft vooral te maken met het extra werk dat bij een MRI-scan komt kijken. 

Toch trok de man al naar minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) om zijn methode voor te stellen. “Want het is aan politici om te beslissen over de implementatie.” 

Of dat gaat gebeuren, betwijfelt hij. “Ik denk dat eerst andere stappen gezet moeten worden.” Tijdens zijn verdediging bepleit ook hij om eerst met een gestandaardiseerd protocol te komen. “Nu gaan niet alle ziekenhuizen op dezelfde manier te werk. Niet overal wordt dezelfde berekening voor de schatting toegepast.”

Op de vraag om een reactie verwijst het kabinet Geens naar de dienst Voogdij. Die benadrukt dat alle ziekenhuizen die betrokken zijn bij de leeftijdsschatting met dezelfde, wetenschappelijke onderbouwde triple test werken. “Onze leeftijdsschatting wordt door de Europese Commissie en de Raad van Europa als een goede praktijk beschouwd.”

Bij het UZ Gent geeft het ethisch comité, naar aanleiding van De Tobels onderzoek, mee dat het “voor de buitenwereld duidelijk moet zijn dat de universiteit noch het universitair ziekenhuis meewerkt aan het opstellen van protocollen voor het bepalen van leeftijd in het kader van de vluchtelingenproblematiek.”