Direct naar artikelinhoud

Bouw vreest verlies van 50.000 arbeidersjobs

'Een zwakkere bouwconjunctuur, de liberalisering van de arbeidsmarkt en de gevolgen van een eengemaakt statuut voor arbeiders en bedienden dreigen de sector in een lang niet meer geziene crisis te storten', zegt Robert de Mûelenaere van de Confederatie Bouw.

De bouw bevindt zich ook in ons land steeds meer in een terugvallende markt. De groei bleef in 2012 beperkt tot +0,9 procent, maar verzwakte systematisch in de loop van dat jaar. In 2013 wordt een krimp verwacht van 0,2 procent.

In 2012 ondersteunden de zeer sterke groei van de burgerlijke bouwkunde en de niet-woningbouw nog de totale bouwactiviteit. Die motoren zijn er in 2013 niet meer.

Vooral de burgerlijke bouwkunde zal sterk achteruitgaan (van +4,0 procent in 2012 naar -4,9 procent in 2013). Ook de renovatie zal blijven dalen (van -2,0 procent naar -0,8 procent). Voor de woningbouw wordt een lichte vooruitgang voorspeld (van -3,5 procent naar +0,6 procent). De niet-woningbouw blijft groeien, maar ook daar zwakt de groei af (van +7,0 procent naar +3,8 procent).

Er zijn tastbare tekenen dat de structuur van de arbeidsmarkt in de bouw volop aan het veranderen is: voor de eerste keer sinds 2000 is de loontrekkende werkgelegenheid in de bouw aan het dalen (-3.500 banen sinds begin 2012), het aantal zelfstandigen groeit onafgebroken (+40 procent), het aandeel arbeiders in de totale werkgelegenheid loopt terug (nog maar 64 procent), het aantal uit het buitenland gedetacheerde werknemers groeit (20.000 voltijdse equivalenten volgens de officiële cijfers) en ook de uitzendarbeid in de sector neemt toe.

Miljard euro verlies

De bouwbedrijven zien een harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden vooral als een verzwaring van de kosten.

Mochten de opzegtermijnen voor arbeiders opgetrokken worden tot die van de bedienden, dan zal een ontslag in de bouw volgens de federatie tot 15 keer duurder worden. "Bijgevolg zal een groeiend aantal bouwbedrijven kiezen voor een of ander alternatief voor de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Op die manier zien wij in de komende jaren tot 50.000 arbeidersbanen verloren gaan. Dit vertegenwoordigt een verlies van ± 1 miljard aan inkomsten voor de Schatkist", zegt Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie. De discussies over de harmonisering van de werknemersstatuten zijn nog volop aan de gang.

Aparte termijnen

"De korte opzegtermijnen die er gelden, zijn een vorm van flexibiliteit, waar ook de arbeiders in de sector zelf graag gebruik van maken. De enige mogelijke oplossing voor het eenheidsstatuut bestaat erin toe te staan dat boven op een door de wet vastgestelde minimumtermijn aparte termijnen per sector worden toegepast. Men gaat aan de bouwsector, die met heel specifieke beperkingen en situaties geconfronteerd wordt, toch niet de opzegtermijnen opleggen die bij banken en verzekeringsmaatschappijen gelden?", vraagt Robert de Mûelenaere zich af.