Direct naar artikelinhoud

'Van Dale' blijft een Hollandse club

'Van Dale' geeft tegenover het Nederlands van Vlamingen soms blijk van een Hollandse zelfingenomenheid

Carlos Callaert

vraagt zich af waarom 'elfjuliviering' in de nieuwe 'Van Dale' geen hoofdletter krijgt

De jongste Grote Van Dale is op het eerste gezicht nog altijd een Hollandse coterie. Op het tweede gezicht ook. Van Dale geeft tegenover het Nederlands van Vlamingen en tegenover België soms blijk van een Hollandse zelfingenomenheid die wel eens naar dedain zweemt. Het gaat onder meer om opname van woorden, om definities, herkomstinformatie en uitspraak. Op die terreinen is Van Dale niet altijd afgewogen en attent. Er is wel beterschap, maar niet genoeg voor een veertiende editie.

Deze Van Dale heeft nochtans naast zijn Nederlandse hoofdredacteur (Ton den Boon) ook een Vlaamse hoofdredacteur (Dirk Geeraerts).

Veel Vlaamse gebruikers van Van Dale ergeren zich aan onnauwkeurige geografische verwijzingen. Bij het trefwoord 'Breeveertien' bijvoorbeeld staat zandbank voor onze kust, maar het gaat wel om de Néderlandse kust. De Nederlandse hoofdredacteur Ton den Boon antwoordt: "Op dat vlak zijn er zijn inderdaad nog een paar fouten aan onze aandacht ontsnapt."

Een páár fouten? ... Ik heb er honderden en nog eens honderden genoteerd. Het betreft definities waarin de geografische ruimte versmald wordt tot Nederland. Dat zorgt voor onduidelijkheid. En het is ook nog onbeleefd tegenover Vlamingen en België.

Enkele voorbeelden. Bij het trefwoord 'zwaan' staat 'in ons land'. Bij 'tortel' staat 'in Nederland' en 'in ons land'. Bij 'specht' staat 'ons land' en 'Nederlandse specht'... Zitten die dieren niet ook in Vlaanderen, België, en verder? Mogen Vlaamse gaaien nog wel rondvliegen in Nederland? Of moeten we die allemaal terugroepen? Bij 'vesaan', 'bokkenrijder' en 'cramignon' staat in Limburg. Je moet maar zo slim zijn om te weten of het gaat om Limburg in België dan wel in Nederland.

Veel juridische termen krijgen definities of verwijzingen die enkel betrekking hebben op Nederland, maar dat staat er niet bij. Bij 'Trekhondenwet', 'Woonruimtewet' en 'Landarbeiderswet' staat wel dat het een wet is uit dit of dat jaar, maar niet of het een Belgische dan wel een Nederlandse wet is. Bij 'behoeftig' staat 'art. 398, Boek 1 BW'. Bij 'lijfrente' staat 'art. 1813, Boek 7A BW'. Attent van Van Dale dat hij verwijst naar die artikelen en boeken. Minder attent is dat hij er niet bij zegt of het Nederlandse of Belgische wetgeving betreft. Of ligt dat voor de hand?

Hetzelfde euvel tref je aan in de herkomstuitleg. Bij het trefwoord 'Lions' vermeldt Van Dale dat de eerste Nederlandse afdeling van deze servicevereniging in 1951 werd gesticht, maar geen woord over de eerste Bélgische tak ervan (gesticht in 1952). Het trefwoord 'Spijkerborn' krijgt als herkomstinformatie: 'voormalig fort in Jisp'. Je moet wel een idiote Vlaming zijn om niet te weten dat Jisp een dorp in Nederland is... Ik vraag me af hoeveel Nederlanders zelf weten wat Jisp is, ook al heeft het de envergure van 1.300 (!) inwoners.

Waarom zijn 'Antwerpen' en 'Antwerps' niet als trefwoord opgenomen en 'Utrecht' en 'Utrechts' wél? Het betreft toch in beide gevallen een provincie en hoofdstad tegelijk. En waarom is 'Belgisch-Congo' niet als trefwoord opgenomen maar 'Nederlands-Indië' wél?

Hallo, Dirk Geeraerts?

"Speciale aandacht verdient het regiolabel Belg. N. Dat label wordt gebruikt voor woorden die tot de Nederlandse standaardtaal in België behoren." Dat zegt Van Dale in zijn inleidende bladzijden (op pagina 20). Waarom is er alleen een regiolabel voorzien voor woorden die behoren tot de Nederlandse standaardtaal in België? En waarom niet voor woorden die behoren tot de Nederlandse standaardtaal in Nederland? Dat laatste zou dan kunnen gelden voor woorden als 'tosti', 'gein', 'plee', 'hartstikke'...

Waarom heeft Vlaams hoofdredacteur Dirk Geeraerts niet beter gezorgd voor een evenwichtige vertegenwoordiging van het 'Vlaams' in zijn dikke zoon? Geeraerts is toch 'covader'.

"Niet alle uitspraakvarianten die in verzorgd taalgebruik aanvaardbaar zijn, zijn in dit woordenboek opgenomen. Zo is in de meeste gevallen volstaan met de uitspraak en beklemtoning die in Nederland gangbaar is." Dat zegt Van Dale in zijn inleidende bladzijden (op pagina 25). Iedereen kent de verschillen tussen de Hollandse en de Vlaamse uitspraak van 'vamp', 'laptop', 'mecanicien', 'revolutionair', 'politie', 'recital'. Iedereen weet ook wel dat Nederlanders en Vlamingen de klemtoon anders leggen in woorden als 'azalea', 'mascara', 'bikini', 'tabak', 'Roodkapje' ...

De vraag is waaróm in de meeste gevallen volstaan is met de uitspraak en beklemtoning die in Néderland gangbaar is? Bij het woord 'notulen' beoordeelt Van Dale de Vlaamse beklemtoning (op de u) als minder juist. Hoort een beschrijvend woordenboek te oordelen of te beschrijven?

'Elfjuliviering' spelt Van Dale met kleine letter, maar 'Elfstedentocht' met hoofdletter... Je zou er warempel nog paranoïde van worden.

Carlos Callaert is tekstverzorger en vertaler en werkt aan een kritisch boekje over de nieuwe Van Dale.