Direct naar artikelinhoud

'Nog steeds verdwijnen mensen'

Ondanks bedreigingen blijft Solange Habonimana voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen strijden. 'Er gebeuren vreselijke dingen in mijn land.'

In De Vooruit kende de Universiteit Gent gisterenavond haar jaarlijkse 'Leerstoel Amnesty International' toe aan de Burundese mensenrechten-activiste Solange Habonimana. Als stichtend lid van het Burundese Forum voor de Versterking van de Civiele Maatschappij (FORSC) neemt ze het op voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen, zonder onderscheid te maken naar hun gender, partij of etnie. De internationale aandacht voor haar inzet en moed moet haar ook beschermen, want thuis blijft de rechtsstaat een verre droom.

Hoe is de situatie van mensenrechtenactivisten in Burundi vandaag?

"Alarmerend. Of we nu mensenrechtenschendingen, verkrachtingen, discriminatie van minderheden, corruptie... aankaarten, altijd krijgen we moeilijkheden met onze regering die niet wil dat de publieke opinie hiervan op de hoogte is. Het gaat van kwaad naar erger sinds de moord op mijn vriend en collega Ernest Manirumva, drie jaar geleden. Toen we openlijk gerechtigheid eisten voor hem en zijn familie werd onze organisatie een tijd verboden. Pas door internationale druk konden we opnieuw aan de slag."

U werd daarna zelf bedreigd. Hoe veranderde uw leven hierdoor?

"Zowel ikzelf als mijn collega's werden openlijk geschaduwd door de inlichtingendienst. Daarna begonnen de anonieme dreigtelefoontjes. 'Waar bemoei je je toch mee?', 'Jij bent de volgende die eraan gaat!', enzovoort. Soms haakten ze gewoon in, maar belden 's nachts elke tien minuten. Even was het leven een echte nachtmerrie. Een aantal keer ben ik daarom moeten onderduiken.

"Vervolgens kreeg ik wel aandacht in het buitenland. Toen ik uitgenodigd werd om bij de East African Community te getuigen werd mij een tijdelijk reisverbod opgelegd. Ook vandaag duren de pesterijen verder. Soms volgen ze mij of mijn collega's nog. De overheid is nu begonnen onze werking streng te reglementeren. Ook voeren ze herhaaldelijk audits uit, om te weten wie ons financiert. Tegelijk richt ze haar eigen ngo's op, met als doel kritische organisaties als de onze te verdringen."

In 2012 werden volgens de VN minstens 57 Burundezen door de veiligheidsdiensten vermoord. Wie waren dat, en zet die trend zich dit jaar door?

"De aantallen die door de VN vorig jaar werden genoemd zijn enkel bewezen en gedocumenteerde gevallen. In werkelijkheid verdwijnen honderden mensen spoorloos. De slachtoffers zijn vooral leden van de politieke oppositie. Ze worden opgepakt door de politie voor een of andere zogeheten overtreding, belanden in de cel en twee dagen later verdwijnen ze. Weet u, er gebeuren nog altijd vreselijke dingen. Af en toe drijven er lijken in onze rivieren. Als we vragen wie dat zijn zeggen ze 'dat het om slachtoffers gaat van de oorlog in buurland Congo', in werkelijkheid zijn het politieke gevangenen die werden vermoord. Ook vandaag verdwijnen er nog burgers na te zijn opgepakt door de politie."

Beweegt er door jullie acties iets onder de publieke opinie?

"Hoewel we geconfronteerd worden met een analfabetismegraad van 67 procent, wat het soms moeilijk maakt om het recht op mensenrechten uit te leggen, merken we wel dat de bevolking begrijpt dat ze met problemen bij ons kunnen aankloppen. De mensen worden ook mondiger als ze zelf getroffen worden. Betogen durft men niet goed, maar vorige week was er toch een zeldzame manifestatie van een 500-tal landbouwers tegen de corruptie. Geld voor fruitgewassen die hen was beloofd kwam er niet omdat het geld ergens in iemands zakken verdwenen. Het is hoopgevend dat mensen hun stem beginnen te laten horen."

Wanneer werd u eigenlijk mensenrechtenactiviste?

"Toen ik het geluk had te studeren. Als universiteitsstudente letteren en menswetenschappen werd ik al lid van een vrouwenrechtenbeweging die opkwam voor de socio-economische rechten van de Burundese vrouw. Na mijn studies stichtte ik een ngo die vrouwen microkredieten gaf. Toen de burgeroorlog begon (die van 1993 tot 2000 een kwart miljoen doden eiste, MR) probeerden we gemeenschappen met elkaar te verzoenen: de verschillende etnieën - Hutu, Tutsi, Twa - die tegen elkaar waren opgezet, of ontheemden die met lokale dorpelingen vochten om voedsel, water of land. Dat was gevaarlijk werk. Tijdens het conflict wou geen enkele leider dat we vredesgesprekken voerden. Ook vandaag wordt het vredesproces gedwarsboomd. De civiele samenleving wordt nu geweerd uit de Waarheids- en Verzoeningscommissie, die oordeelt over de burgeroorlog."

Wat verwacht u van de volgende verkiezingen?

"Door de absolute meerderheid van het CNDD-FDD in 2010 was er de voorbije twee jaar geen oppositie mogelijk. Ze regeert als een eenheidspartij. Ik hoop daarom dat we in 2015 transparante verkiezingen krijgen, en opnieuw een multipartijensysteem. Burundi heeft nood aan een permanente politieke dialoog die leidt tot duurzame vrede."

Het Burundees parlement telt wel veertig procent vrouwen. Toch al een sprankel hoop?

"In theorie, ja. Helaas is het spijtig dat op enkelen na een overgrote meerderheid van de vrouwelijke parlementsleden lid zijn van de meerderheidspartij en alleen maar jaknikken. Hopelijk is dat anders na de volgende verkiezingen. Er is nog veel werk aan de winkel, met name voor vrouwenrechten. Er is veel huiselijk geweld. Recent werden in een noordelijke provincie op drie maanden tijd acht vrouwen vermoord door hun man."

Waar haalt u uw motivatie om morgen terug aan de slag te gaan?

"Ik voel me gesteund door alle mensen die geloven in gerechtigheid en waarheid. En door mijn familie. Mijn echtgenoot is een gewezen magistraat, die gerechtigheid hoog in het vaandel voert. Mijn dochters studeren allebei. Zij symboliseren onze toekomst: de jeugd."