Direct naar artikelinhoud

De parabel van de koning, de ex-non en de kardinaal

Een nieuwe vierdelige documentairereeks op Canvas wijst uit dat koning Boudewijn drieëndertig jaar lang een magische driehoek vormde met kardinaal Leo Suenens en ex-non Veronica O'Brien. De zoon, de vader en de heilige geest - dat waren de verhoudingen.

Normaal was het een goed bewaard geheim gebleven. Maar kardinaal Suenens ontblootte de kroon zelf, twee jaar na de dood van Boudewijn, met Het getuigenis van een leven, een boek waarin hij tot in de meest intieme details beschreef hoe de koning zijn geloof had beleefd. In die geloofsbeleving had je twee constante factoren: de kardinaal en zijn eeuwige schaduw, de Ierse ex-non Veronica O'Brien. Zij koppelden Boudewijn aan Fabiola, zij waakten over zijn spirituele groei.

Maar waarom voelde kardinaal Suenens in hemelsnaam de aandrang om het geheime bondgenootschap publiek te maken? Heel eenvoudig: Suenens vond het zijn morele plicht tegenover Veronica O'Brien. Hij had al een boek over haar geschreven, Gods onvoorziene wegen, maar dat was onvolledig: het berichtte over haar heldendaden als gezante van het Marialegioen en de Charismatische Vernieuwing, maar het zweeg in alle talen over het diepe verbond met de koning. Dat kon niet anders zolang Boudewijn nog leefde. Maar nu de koning dood was, lette de kardinaal niks meer het verborgen hoofdstuk uit het leven van O'Brien op te schrijven. Zij was een profeet voor de kardinaal. Een genie. En dus schrijft Suenens: "Nu is de zwijgplicht omgekeerd in een plicht om te getuigen, de historische waarheid heeft haar rechten."

Wie was de vrouw die zo lang een diepgaande invloed heeft gehad op de meest katholieke koning der Belgen? Was ze inderdaad geniaal of was ze gewoon gek? Ook voor die laatste mogelijkheid valt wat te zeggen.

Leo Suenens was onder de indruk toen hij in 1947 Veronica O'Brien voor het eerst in Parijs ontmoette. Ze straalde girlpower uit, al zal Suenens het vast anders verwoord hebben. O'Brien had met succes het Marialegioen, een lekenbeweging voor de verering van de moeder Gods, in Frankrijk geïntroduceerd. Ze zou later ook België, Griekenland én Noord-Amerika veroveren. Een van de eerste vragen die ze Suenens stelde, luidde: "Kunt u schrijven?" Zelf was ze niet goed in het voeren van de pen, maar godzijdank was Suenens dat wel: hij kon haar blijde boodschap verkondigen. Suenens zou in zijn carrière ongeveer dertig boeken schrijven.

Wilfried Brieven, ex-secretaris van Suenens: "O'Brien was een kordate vrouw voor wie Suenens een grote bewondering koesterde. Toen ik zijn secretaris werd, zei hij: 'Als Veronica iets zegt, moet je dat doen.' Ze had heel veel invloed op hem."

O'Brien was een ex-non die door de orde van Sint-Clothilde aan de deur was gezet omdat ze, zelfs naar Ierse normen, te fanatiek was. In Gods onvoorziene wegen staan enkele behartenswaardige passages in dat verband. De eerste communie van O'Brien, bijvoorbeeld, gaat niet door omdat ze in zwijm valt, "overstelpt door de liefde van God die in Persoon tot haar kwam". Op haar zesde beleeft ze haar eerste bovennatuurlijke ervaring, het zal zeker niet haar laatste zijn. In het klooster kerft ze zich later als novice een kruis op de borst, "ten teken van overgave en als anticipatie op het lijden." Ze laat zich ook de letter M van Maria in de arm snijden. De overste van O'Brien laat haar weten dat ze moet uittreden: "U staat dicht bij de waanzin en daar zult u zeker op een of andere dag in vervallen." Een dokter bevestigt de diagnose, maar O'Brien blijft. Ze stapt pas op als zij daartoe later, in een visioen, wordt opgeroepen.

Vanaf 1948 zullen Suenens en O'Brien deeltijds samenwerken, vanaf 1959 wordt de samenwerking voltijds, het tijdstip waarop Suenens in contact komt met de 29-jarige Boudewijn. De jonge koning is als was in de handen van het ervaren duo.

Gedroomde bruid

In het najaar van 1959 ontmoet Suenens Boudewijn voor het eerst op het paleis. Het klikt, en ze blijven elkaar zien. Boudewijn neemt de hulpbisschop algauw in vertrouwen. "Boudewijn had geen geheimen voor Suenens," zegt Guido Heyrbaut, de voormalige oecumenisch secretaris van Suenens, "maar Suenens had er wel voor Boudewijn."

Boudewijn vertelt Suenens over het probleem waarmee hij worstelt: hij is, op last van de regering-Eyskens, op zoek naar een vrouw. De politici zijn het zat dat de jonge koning danst naar de pijpen van zijn vader Leopold III en zijn stiefmoeder Lilian. Leopold en Lilian moeten zo snel mogelijk uit het paleis van Laken. Alleen, hoe vindt Boudewijn een vrouw?

Dat kan ik wel in alle discretie regelen, zegt Suenens met enige pathos. "Ik zou u heel graag willen helpen om te beantwoorden aan uw schitterende roeping, aan de droom van God over uw leven." De naam O'Brien valt: zij kan de koning ongetwijfeld van dienst zijn, op voorwaarde dat hij zelf contact met haar opneemt. Wat hij doet. In maart 1960 komt O'Brien voor het eerst op audiëntie: het gesprek duurt vijf uur.

Boudewijn, die Maria vereert sinds het verlies van zijn moeder, is in de ban van de gezante van het Marialegioen. Later schrijft hij in zijn dagboek over de eerste ontmoeting met O'Brien: "Dank u Heer, dat ik haar heb kunnen herkennen als uw engel voor mij."

Tijdens de tweede audiëntie deelt de koning mee dat Spanje zijn voorkeur geniet, als land van zijn toekomstige bruid. De derde audiëntie komt er op vraag van O'Brien: ze heeft 's nachts de "innerlijke boodschap" gekregen dat zijzelf naar Spanje moet. De koning geeft haar, middels een brief, de volmacht alles te doen wat ze nodig acht voor haar geheime missie. Suenens noteert: "Noch in de familiale omgeving van de koning, noch in de mijne was iemand op de hoogte van de zending." Ook premier Gaston Eyskens weet nergens van.

O'Brien gaat, op voorspraak van de pauselijke nuntius in Madrid, op prospectie in Spaanse adellijke kringen. Bij de tweede kandidate, de vrome Fabiola de Mora y Aragon, twijfelt ze niet: dit is de ware. Dat weet ze zeker omdat ze 's nachts heeft gedroomd van een schilderij - moeder met kind op de arm - dat ze nu, tot haar eigen verbazing, ook in het huis van Fabiola ziet hangen. Fabiola gelooft niks van die malle vrouw. Ze is bang dat ze het slachtoffer van oplichting is.

Alleen de uiterste overredingskracht van de nuntius zal Fabiola alsnog naar Brussel doen reizen voor een kennismaking met Boudewijn. Begin juli 1960 - in volle Congocrisis - ontmoeten ze elkaar opnieuw in Lourdes: ze verloven zich na twee gebedsstonden in de grot. En in december trouwen ze. Een mirakel! En een nog groter mirakel: Boudewijn zal zijn leven lang van Fabiola houden. Even lang zal ook de driehoek Boudewijn-Suenens-O'Brien standhouden. Boudewijn beschouwt Suenens als zijn geestelijke vader. En voor Suenens is O'Brien, aldus voormalig oecumenisch secretaris Guido Heyrbaut, "zijn heilige geest". De zoon, de vader en de heilige geest - veel hechter kan een alliantie niet zijn.

Amerikaanse vrienden

In Het getuigenis van een leven beweert Suenens dat het geestelijke bondgenootschap tussen Boudewijn en O'Brien "alleen maar zal groeien gedurende de laatste drieëndertig jaar van zijn koningschap." En of hij gelijk heeft. O'Brien besluit in 1960 haar engagement bij het Marialegioen op te geven. Voortaan zal ze uitsluitend ten dienste van de koning staan. Dat komt haar op forse kritiek vanuit het Marialegioen te staan, want niemand - behalve Suenens - snapt waarom ze plotseling niet meer de wereld rondreist. Maar O'Brien weet wat ze doet. Heyrbaut: "Ze heeft met Boudewijn de wereldlijke macht veroverd, met Suenens - die spoedig aartsbisschop en kardinaal wordt - de geestelijke macht, en voor de financiële macht wendt ze zich tot het Amerikaanse miljonairsgezin Grace."

Peter Grace is een Amerikaans industrieel van Ierse origine wiens familie fortuin heeft gemaakt met het transport over zee van koper - van Chili naar de VS. In New York staat een wolkenkrabber die naar de familie is vernoemd, de Grace Tower, en de naam valt in de lijst van Forbes. Peter Grace speelde ook in België een rol: hij was, bijvoorbeeld, een tijdlang aandeelhouder van Materne en Bekaert. Grace is een overtuigde katholiek. Hij heeft, met zijn contacten in Hollywood, een ster gemaakt van pater Patrick Peyton, de al even Ierse promotor van het gebruik van de rozenkrans. In de jaren vijftig kennen ongeveer alle Amerikanen de gevleugelde uitspraak van pater Peyton uit het hoofd: "The family that prays together stays together."

Margie Grace, de vrouw van Peter, is als een van de eersten tot het Amerikaanse Marialegioen toegetreden. Zij zet haar man ertoe aan het grootste deel van hun uitgaven voor liefdadigheid aan O'Brien en Suenens te besteden. Margie zelf wordt de vertegenwoordiger van het duo in de States. "Meer dan dertig jaar van vriendschap en efficiënte samenwerking", schrijft Suenens in Gods onvoorziene wegen: Margie verdeelt de boeken van Suenens in de VS, organiseert de trips, heeft een privéjet ter beschikking. En uiteraard maakt het gezin Grace ook kennis met Boudewijn en Fabiola.

Als Peter Grace voor zaken in Europa toert, slaapt hij altijd wel een nachtje in Laken. En omgekeerd, als Boudewijn en Fabiola in Amerika vertoeven, vergeten ze hun vrienden niet. Eén voorbeeld: na afloop van de begrafenis van John F. Kennedy, in 1963 begeeft het koningspaar zich voor een bezoek van enkele uren naar de Graces thuis. "Mijn vader," zegt Patrick Grace, een van de negen kinderen van het gezin, "was de beste vriend van de koning en de koningin. Hij gaf Boudewijn ook advies bij beleggingen."

Kippenvel en tranen

Leo Suenens wordt kardinaal in 1962. Mede dankzij het internationale netwerk van Veronica O'Brien heeft hij een gezaghebbende stem in Rome: hij is een van de vier moderatoren van het Tweede Vaticaans Concilie, dat plaatsvindt van 1962 tot 1965. Halfweg de jaren zestig geldt hij zelfs als papabile. Maar Suenens komt, na kritische interviews over het gezag van de curie, in botsing met Paulus VI, en moet inbinden. Het komt pas weer goed tussen de paus en de kritische kardinaal als Suenens aan het begin van jaren zeventig de opdracht van Rome aanvaardt om de Charismatische Vernieuwing binnen de muren van de kerk te loodsen.

Op dat moment maakt de Charismatische Vernieuwing, van oorsprong een protestantse beweging, ook opgang aan katholieke Amerikaanse universiteiten. Jongeren komen in kleine groepjes bij elkaar, bidden in tongen en hopen dat de heilige geest vaardig over hen wordt. Ze streven naar "een nieuw Pinksteren", om het met de woorden van Suenens te zeggen. Maar Rome is als de dood dat de jonge gelovigen zich van de kerk zullen afscheuren, zoals de pinkstergelovigen bij de protestanten hebben gedaan. Dat moet Suenens dus voorkomen. Correctie: Suenens én O'Brien moeten dat. Het onverbrekelijke duo stuurt Guido Heyrbaut als verkenner naar Amerika om het fenomeen te onderzoeken.

Heyrbaut logeert eerst een poos bij de Graces, en reist daarna kriskras door de VS, op kosten van het Amerikaanse gezin. Op zijn trip ontmoet hij de grondleggers van de beweging, Ralph Martin en Steve Clark, die later naar België verhuizen voor verder overleg. En op pinksterdag 1975 is het zover: in de Sint-Pietersbasiliek vindt een viering van de Charismatische Vernieuwing plaats. De missie van Suenens en O'Brien is geslaagd.

En wie zit er op die mooie pinksterdag in de basiliek? Boudewijn en Fabiola, jawel. Early adopters en erg gelukkig met de erkenning. In zijn dagboek is Boudewijn lyrisch: "Ik was er zo van ondersteboven en gelukkig dat de tranen over mijn wangen rolden zonder dat ik er iets aan kon doen." En: "De discrete charismatische gezangen bezorgden mij kippenvel." Om ten slotte af te sluiten met: "Dank U, Vader, dat U mij de kans gegeven hebt om samen met Fabiola dit topmoment van mijn leven te beleven."

Het blijft moeilijk de tranen te zien rollen over de wangen van de anders zo statige vorst met zijn rechte rug en zijn minimale emotie, maar hij is wel helemaal gewonnen voor de extatische 'cha-cha's' en hun rechtstreekse lijn met de heilige geest. De notities in zijn dagboek verraden een grote drang om zo spoedig mogelijk heilig te worden. "Als het U belieft, Heilige Drievuldigheid, maak mij heilig volgens Uw wil, sta mij niet lang meer toe U te beletten mij om te vormen naar het beeld van Jezus."

Langzaam wordt het hele hof ingepalmd door de Charismatische Vernieuwing. De aalmoezenier van het hof, Philippe Verhaegen, laat zich opnieuw dopen. Pikant detail: Verhaegen is familie van de stichter van de Vrije Universiteit van Brussel. Commentaar van O'Brien: "Dat is de wraak van de heilige geest." Père Tardif, een gebedsgenezer uit Canada, daagt op voor enkele spectaculaire seances. Maar vooral de invloed van de nieuwe kabinetschef van de koning, Jacques van Ypersele, is groot: hij komt in 1983 over van het kabinet van premier Martens op uitdrukkelijk verzoek van de koning. Omdat hij uiterst bekwaam is, maar ook omdat hij deel uitmaakt van de Charismatische Vernieuwing.

Insider 1: "Er ontstond een schisma aan het hof. Overtuigde maar genuanceerde katholieken zoals André Molitor, Charles Thibault de Maisières en Pierre Harmel hoorden er opeens niet meer bij. Dat werden 'de andere katholieken'. Suenens en O'Brien opereerden als een soort sekte: wie niet van de Charismatische Vernieuwing was, werd vroeg of laat geëlimineerd."

Suenens komt, via Guido Heyrbaut, ook in contact met Marriage Encounter. O'Brien is een tijdlang close met Chiara Lubich, de stichteres van Foccolare. De twee bewegingen, die ook ijveren voor een vernieuwde beleving van het geloof, kunnen op veel sympathie van het vorstenpaar rekenen. Heyrbaut: "Ik heb enkele weekends van Marriage Encounter aan het koninklijke koppel gegeven."

Insider 1: "Je kunt er niet naast kijken dat Boudewijn op het eind een dubbelleven leidde - een geheim leven ten dienste van zijn geloof."

Heyrbaut: "Op een dag kreeg ik telefoon van de assistente van O'Brien. Ik moest enkele uren later mijn opwachting maken in de buurt van het Atomium. 'In reiskleding', zei ze. Een auto pikte me op, en bracht me naar de luchthaven van Brucargo, waar de jet van Grace klaar stond om Fabiola, O'Brien en mezelf voor een musical naar Parijs te vliegen. Godspell, als ik me niet vergis. En 's avonds leverde het vliegtuig ons weer netjes in Brussel af. Ik vroeg me af: 'Kent O'Brien echt geen grenzen?'"

Haar wil geschiede

In zijn laatste jaren gaat Boudewijn zich volledig spiegelen aan het evangelie. Hij heeft een uitgesproken afkeer van het gekrakeel van de politique politicienne, en bekommert zich nog bijna uitsluitend om de weduwen en wezen van de samenleving: de migranten, de aidslijders, de daklozen, de prostituees. Intussen blijft hij ook waken over zijn eigen spirituele zielenheil. Elke donderdagavond, om zeven uur, stopt een donkere Mercedes voor een alleenstaand huis, 'Angelus', in Wemmel. De koning stapt uit. De Mercedes rijdt weg. Enkele uren later pikt de Mercedes de koning op dezelfde plek weer op. Het huis staat op naam van Margaretha van Luxemburg. O'Brien en kardinaal Suenens houden er gebedsavonden, dikwijls in het gezelschap van verscheidene jonge leden van de koninklijke familie.

Tegelijk tobt de koning jarenlang over de wet op abortus die er zit aan te komen. Uit hoofde van zijn functie zal hij die moeten ondertekenen. Maar alle leven is heilig. Hoe kan hij dan in godsnaam tekenen? In zijn dagboek legt Boudewijn in december 1989 zijn lot in de handen van God en zijn eerstaanwezende discipel op aarde, Veronica O'Brien. Citaat: "Veronica heeft me nooit gezegd al dan niet te tekenen. Telkens wanneer ik er al die jaren over sprak, heeft ze mij gezegd: 'De Heer zal U te gepasten tijde het nodige licht schenken.' Zonder meer."

Insider 2: "O'Brien wees hem altijd op Lucas 21; 14-15: 'Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken.' O'Brien zei altijd maar dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. En op het moment zelf heeft hij niet getwijfeld: de Heer wilde niet dat hij tekende."

De invloed van Fabiola op de beslissing was onbestaande, zegt insider 2. En dat schrijft de kardinaal ook: "Voor hij de beslissing nam, had hij met de koningin de mogelijke gevolgen besproken van een weigering: het verzaken aan de troon. Zij, van haar kant, had zonder aarzelen aanvaard om hem te steunen als tedere echtgenote, wat ook zijn beslissing zou zijn."

Maar zover hoeft het dus niet te komen. De regering-Martens tovert een grondwettelijke toverformule uit de hoge hoed waardoor de koning gedurende zesendertig uur in de onmogelijkheid verkeert om te regeren, en de regering de wet tekent in plaats van de koning. Waarna de koning weer op de troon gaat zitten, bekleed met meer gezag dan tevoren: hij is tenminste een man die zijn principes niet verloochent.

Drie jaar later sterft Boudewijn. Honderdduizenden bedroefde Belgen trotseren de loden hitte van augustus 1993 om een groet te brengen aan de opgebaarde vorst met een paternoster in zijn handen. Een verkorte versie van de paternoster, bedacht door Veronica O'Brien. Ook na zijn dood laat zij hem niet los.

De begrafenis van Boudewijn is ongewoon. Koningin Fabiola gaat gekleed in het wit, Will Tura zingt 'Hoop doet leven' en een prostituee legt een getuigenis af in het bijzijn van nagenoeg alle gekroonde hoofden. Het afscheid draagt nadrukkelijk het stempel van de Charismatische Vernieuwing. In zijn homilie doet kardinaal Danneels er nog een schepje bovenop: hij maakt een allusie op een mogelijke zaligverklaring van Boudewijn.

Twee jaar later brengt uitgeverij FIAT, dat het gedachtegoed van Suenens en O'Brien beheert, tot veler verrassing het boek van kardinaal Suenens uit, ter meerdere eer en glorie van Veronica O'Brien. Want haar biografie moest volledig zijn. Daar kon Suenens niet omheen: haar wil moest geschieden.

Secretaris Wilfried Brieven: "Suenens was niet verliefd op O'Brien, zo mag je dat niet zien. Hij was gefascineerd door haar. Het was een geestelijke bruiloft."