Direct naar artikelinhoud

'Mijn erelijst wordt stilaan indrukwekkend'

'Als je wint, is alles goed.' Beter kan Tom Boonen het gevoel na zijn derde triomf in de Ronde van Vlaanderen niet ballen dan in die ene oneliner. Zweven op een wolk, doet hij. Maar met gepaste nederigheid. 'Mijn erelijst wordt stilaan indrukwekkend', leeft het besef. 'Maar pas op de dag dat ik stop, zal het goed en wel tot me doordringen wat ik allemaal heb gewonnen.'

Opvallend relaxed, met de glimlach van de grote dagen, dollend met zijn audiëntie. Zo presenteerde Tom Boonen zich aan de vooravond van de 100ste Scheldeprijs in een muf achterafzaaltje van het Novotel Antwerpen Noord. Vlaanderens Mooiste had duidelijk niet te zeer op hem ingehakt. Fysiek hersteld, noemde de held van het vaderland zich twee dagen na datum al. "Ik had verwacht dat het zwaarder in de kleren zou hangen. Maar het valt mee. Ik heb goed gerust en getraind."

Been there, done that natuurlijk. Het verhaal van de oude aap, die je geen smoelen moet leren trekken. "Zondagavond was ik al om kwart over negen thuis (in het ouderlijk huis in Postel, JDK). Glaasje gedronken met de familie, nest in, om daar 's anderendaags al om kwart over zeven weer uit te kruipen. Bij het ontbijt nam ik de kranten door. Sommige 'dinges' waren erover, ik geef het toe. Maar het hoort erbij. Het was niet voor niets mijn derde Ronde van Vlaanderen, hé."

Efficiëntie

Het was een zenmoment, geeft Boonen toe. Van de maffe heksenketel naar de warme, huiselijke kring. "Puur genieten." Lang stilstaan bij zijn exploot deed hij niet. "Ik had er gewoon de tijd niet voor. En zelf voel ik er ook niet de behoefte toe. Het leven gaat door, weet je." Alleen de laatste vijf, zes kilometer reed Boonen nog eens opnieuw in zijn hoofd. "Het was knokken. Maar dat is het mooie aan klassiekers. Dat je ze niet zomaar in de schoot geworpen krijgt. Ik ben wel tot het besef gekomen dat je de koers niet per se moet maken om ze te winnen. Dat het vooral om efficiëntie draait. Je mag de Kwaremont dan drie keer harder bergop fietsen dan de rest, als je niet wint praten ze daar twee dagen later niet meer over. De prijzen worden aan de streep verdeeld. Dat ik zes jaar moest wachten op die nieuwe Rondezege, maakte het allemaal nog zoveel mooier."

Cancellara zal het met pijn in het hart lezen. Boonens grootste concurrent zit op dit eigenste moment in Wohlen een viervoudige sleutelbeenbreuk te verbijten. "Ik heb Fabian een sms'je gestuurd, om hem spoedig herstel toe te wensen. Het is rot voor hem. Maar zo is het leven." Of de koers er mét Cancellara anders had uitgezien, blijft de grote vraag. Boonen is er niet van overtuigd. "Op het moment dat Fabian viel, hadden we de wedstrijd met de ploeg al 150 kilometer lang in handen. 'Als jullie dan toch op kop gaan rijden, doe het dan hard genoeg zodat ze aan de staart van het peloton ook afzien en de achterdeur openzwaait', had ik de ploegmaats opgedragen. Het zette mezelf ongelooflijk op mijn gemak. Ik nam me voor om in de finale slechts één cartouche te gebruiken. Maar ik heb ze niet eens nodig gehad."

Weggelachen

Drie keer Ronde van Vlaanderen, drie keer Parijs-Roubaix, één wereldtitel. Het loodst Boonen in de eeuwige ranglijst van winnaars van klassieke monumenten naast zijn grote leermeester Johan Museeuw. En, belangrijker: in het onmiddellijke zog ook van wielergrootheden als De Vlaeminck, Van Looy, Coppi, Kelly en Van Steenbergen. Boonen gaat er opvallend nederig en respectvol mee om. "Namen waar ik het een beetje koud van krijg", zegt hij. "Dat vind ik het meest tastbare aan de wielersport. Plots word ik in één adem vernoemd met al die coryfeeën. Terwijl ik nooit met die mensen heb gekoerst. Laat staan dat ik ze al persoonlijk zou kennen. Onwezenlijk, gewoon. Had je me dit bij het begin van mijn carrière voorspeld, ik had je weggelachen. Ik vind dit een enorme eer."

Minstens even frappant is dat Boonen zijn erelijst bouwt op de fundamenten van de Vlaamse klassiekers. Luik-Bastenaken-Luik en Lombardije vallen sowieso buiten zijn mogelijkheden. "Het zijn ook andere tijden, hé", merkt hij op. "De laatste tien, twintig jaar zijn we naar specialisatie geëvolueerd. Weinig renners die nog alles voor hun rekening nemen. En zij die dat wel doen, komen zichzelf vaak tegen. Ik ken mijn mogelijkheden. En vooral mijn limieten. In LBL kan ik hooguit, in een hele goeie dag, top twintig rijden. Waarom zou ik daarin moeten investeren?" Liever gaat hij dus zondag voor zijn vierde Parijs-Roubaix. En, naar het voorbeeld van Philippe Gilbert in 2011, voor een uniek klavertjevier. "Na elf jaar profbestaan ben ik me bewust van het uitzonderlijke van zo'n prestatie. Maar hoe gaat dat...? Je wint er één. Dan volgt de tweede. En de derde. Logisch dat je dan voluit voor die vierde wil gaan."

Boonen beseft dat hij zijn plaats in de wielergeschiedenis aan het veroveren is. "Mijn erelijst wordt stilaan indrukwekkend. Ik ben bezig met het uitbouwen van een prachtige carrière." Maar de trots houdt hij voor later. "Op dit moment regeert nog de hectiek. De ene koers is nog niet aangekomen of ze staan al klaar met de vraag wat mijn volgende doel wordt. Ik word nog te veel geleefd. Pas op de dag dat ik stop, zal alles goed en wel tot me doordringen. Dan zal ik met gepaste fierheid kunnen terugblikken op wat ik allemaal heb gewonnen. En zeggen: het is mooi geweest."