Direct naar artikelinhoud

Na vrouw zkt. man volgt vrouw zkt. zaad

Steeds meer alleenstaande vrouwen kloppen aan bij fertiliteitscentra. Niet omdat ze per se alleen een kind willen opvoeden, wel omdat ze als dertiger of veertiger zonder partner hun kansen daarop gevoelig zien slinken. 'Voor de meesten is het: nu of nooit.'

De bewust alleenstaande moeders of BAM's winnen terrein in Vlaanderen. Of correcter: de BAM's van de laatste hoop doen dat. Zo noemt professor Luc Delbeke, hoofd van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde in Antwerpen, de singles die hij de laatste jaren steeds vaker over de vloer krijgt, met de vraag om donorzaad.

Delbeke doelt op vrouwen van eind dertig, begin veertig die geen partner vinden om een gezin te stichten en, wanneer het nog kan, beslissen om het heft in eigen handen te nemen. "De jongere BAM's, degene die écht zonder partner een zoon of dochter groot willen brengen, vormen een kleine groep", stelt hij.

In drie fertiliteitscentra in ons land zien ze het aandeel BAM's toenemen. In het UZ in Jette, waar alleenstaanden sinds 1990 terechtkunnen, zijn ze goed voor iets meer dan een kwart van de inseminaties met donorzaad. "In 1990 ging het om 5 procent van het totale aantal. In 2013 was dat 26,7 procent", zegt professor en diensthoofd Herman Tournaye. Ter vergelijking: een goede 15 procent van de vragen voor spermadonatie werd er vorig jaar gedaan door heterokoppels, en een goede 50 procent door lesbische paren.

Ook in andere centra spreken ze van eenzelfde tendens. Toen de fertiliteitskliniek in het UZ Gent startte met het behandelen van singles, zag professor Petra De Sutter er gemiddeld 12 per jaar. "Dat aantal is intussen lineair gestegen tot bijna 100. De alleenstaanden maken op dit moment 20 tot 30 procent van het totaal aantal patiënten uit." Ook in Antwerpen gaat het om 15 à 20 procent. "In 1990 was dat net geen 2 procent", aldus professor Delbeke.

Volgens Delbeke en zijn collega's zijn het vooral dertigers en veertigers die die statistieken mee de hoogte in duwen. Ze spreken van een maatschappelijke trend. Vrouwen wachten langer met kinderen krijgen, zetten vaker in op hun carrière. "Vrouwen lijken het ook moeilijker te vinden om een geschikte partner te vinden. En dat terwijl de biologische klok genadeloos doortikt. Voor de meeste van de vrouwen die ik behandel is het nu of nooit", zegt De Sutter. "En dan heb ik niet alleen het clichébeeld van de hoogopgeleide carrièrevrouw voor ogen. De meesten zijn vrouwen die om bepaalde redenen er niet in slagen om een partner te vinden, of die ontgoocheld uit een vorige relatie komen, en beseffen dat ze niet al te lang meer kunnen wachten."

Volgens Delbeke is daar an sich niets mis mee. Maar deze vrouwen zijn, medisch gezien dan, niet altijd de beste kandidaten. "Bij ons wordt slechts een derde van de aanvragen door alleenstaanden weerhouden."

Witte paard

Ook professor De Sutter geeft aan dat het beter zou zijn om vroeger aan kinderen te beginnen. "Maar zo eenvoudig is het allemaal niet. Als vrouwen jonger zijn, zijn ze er minder mee bezig of zoeken ze een partner. De omslag gebeurt pas als ze beseffen dat ze de prins op het witte paard misschien niet meer tegenkomen voordat het te laat is om nog een kind te krijgen. Die omslag vindt bij elke vrouw op een ander moment plaats."