Direct naar artikelinhoud

Train je geheugen, wandel erin rond

Heeft Boris Konrad een snelweg naar het geheugen ontdekt in het menselijk brein? De Duitse hersenonderzoeker is in ieder geval een van de beste geheugenatleten ter wereld.

Boris Konrad (32) kijkt zijn interviewer doordringend aan bij de eerste kennismaking op het Donders Instituut van de Radboud Universiteit/umc. Even later bekent hij: "Toen ik je voor het eerst zag, dacht ik aan een stripfiguur."

Het is geen grap of belediging; hij legt een geheugentruc uit. Als hij de hand schudt van iemand die hij voor het eerst ontmoet, roept hij een fantasiebeeld op dat hem herinnert aan de naam van de nieuwe persoon. "Ik stelde me voor dat je een shirt aanhad met daarop een tekenfilmfiguur met dezelfde voornaam als jij: Dennis the Menace. Bij de volgende ontmoeting komt dat vreemde beeld boven en herinner ik me je naam."

Konrad verdiept zich al jaren in de vraag in hoeverre je het menselijk geheugen kunt stimuleren. Hij onderzoekt op dit moment een oude, lange tijd in de vergetelheid geraakte leermethode (een andere dan de namentruc) waarmee sommige mensen bijzonder veel informatie kunnen onthouden, van presentaties tot de complete inhoud van boeken.

Zelf gebruikt hij de methode al jaren, met succes. "Maar ik wil uitzoeken hoe het werkt op hersenniveau en bewijzen dat iedereen het kan leren." Hij opent de deur van zijn kantoor, neemt plaats achter zijn bureau en zet zijn computer aan. Hier bestudeert hij sinds kort hersenscans van studenten die zes weken lang worden onderwezen in de geheugentechniek die hij onderzoekt.

Op de eerste scans heeft hij iets opmerkelijks gezien: de hersenverbindingen tussen de voorhersenen en de hippocampus (een gebied daar vlak achter) veranderen langzaam. "Dat is interessant, want de hippocampus is volgens de nieuwste modellen van het brein de plek waar nieuwe herinneringen worden aangemaakt, en de prefrontale cortex stuurt het langetermijngeheugen aan."

Konrad gelooft dat de proefpersonen hebben geleerd om nieuwe informatie via een speciale verbinding versneld in hun langetermijngeheugen op te slaan. "Het is nog een theorie, maar er zijn meerdere redenen om aan te nemen zoiets mogelijk is."

Hij opent Internet Explorer en gaat naar de website van de Wereldgeheugenbond. Daar toont hij de officiële wereldranglijst van 'geheugenatleten', mensen die elkaar op internationale wedstrijden proberen af te troeven door lange getallen, woordenlijsten, historische data of de volgorde van tien door elkaar geschudde kaartspellen in hun hoofd te prenten. Zijn wijsvinger glijdt langs de toptien naar nummer 15. Daar staat zijn eigen naam, met daarachter zijn records. Konrad onthield 201 namen en gezichten binnen een kwartier op het nationaal kampioenschap geheugen in Duitsland, 106 historische data in 5 minuten op het wereldkampioenschap in China en een lijst van 119 willekeurige woorden binnen vijf minuten op de Italiaanse open.

Kortom, Konrad is geheugenonderzoeker en proefpersoon tegelijk. Hij beheerst de geheugentechniek die hij onderzoekt als weinig anderen. "Het heet de methode van loci", zegt hij, terwijl hij opstaat van zijn bureau. "Het is eenvoudig te leren, ik kan het hier ter plekke demonstreren."

De Romeinse redenaar Cicero schreef rond 55 voor Christus in zijn boek De oratore al over de methode van loci, die ook wel de reismethode wordt genoemd. Het idee is dat je bij het opslaan van informatie een plek in gedachten neemt die je goed kent, zoals je huiskamer of je tuin. De gegevens die je wilt onthouden - bijvoorbeeld een boodschappenlijstje - plaats je langs een vaste route op deze plek.

Konrad demonstreert in zijn kantoor hoe hij zo'n lijstje zou onthouden: een gesneden brood, een zak aardappelen, een fles olijfolie, een krop sla, een fles cola en een pak melk. "Ik zet het gesneden brood in mijn verbeelding voor de deur van mijn kantoor", zegt hij starend naar de grond. Hij loopt door naar een kast die tegen de muur staat. "Op de bovenste plank plaats ik de zak aardappelen, daaronder een fles olijfolie."

Wijzend naar zijn bureau. "Op mijn stoel leg ik een krop sla, op mijn muismat een fles cola en naast mijn computer een pak melk."

Hoe opvallender de beelden, hoe beter. Konrad leunt tegen zijn bureau. "Als je het echt goed wilt doen, laat je de spullen een interactie aangaan met de omgeving. Ik stel me voor dat het melkpak is omgevallen en dat de melk van mijn bureau druipt. Dat blijft nog beter hangen."

Als hij de wandeling door zijn kantoor in gedachten opnieuw maakt, komen de ongewone beelden van de levensmiddelen en het omgevallen pak melk automatisch weer boven. "Dan herinner je je het hele lijstje weer."

Een boodschappenlijstje is voor Konrad geen uitdaging meer. Hij gebruikt de methode van loci - net als andere geheugenatleten - om veel grotere hoeveelheden informatie foutloos te onthouden. "Bijvoorbeeld 286 willekeurige woorden; die kan ik ook in een geheugenroute plaatsen."

Langetermijngeheugen

Zo'n prestatie is moeilijk te bevatten, zelfs als je de techniek kent. Het menselijk geheugen is normaal gesproken geen spons die nieuwe informatie binnen enkele minuten opzuigt. Neem een recent experiment aan de Universiteit van Lyon, waarbij 40 proefpersonen 16 woordjes in het Swahili moesten leren. Na één leersessie konden de meeste mensen er slechts 7 onthouden. Twaalf uur later steeg dat aantal naar 10.

Onderzoekers aan de Universiteit van Cambridge hebben onderzocht waarom zulke leerprocessen bij de meeste mensen zo lang duren. Ze maakten in 2009 hersenscans bij een vergelijkbaar experiment, waarbij 57 proefpersonen twee dagen lang woordjes leerden in een fictieve taal (zodat niemand een voorsprong had).

Toen de deelnemers de nieuwe woordjes voor het eerst in zich opnamen en vervolgens werden overhoord, was alleen de hippocampus actief, een hersendeel dat betrokken is bij de opslag van nieuwe ervaringen en herinneringen. Pas een dag later was tijdens het leren verhoogde activiteit te zien in de cortex, het hersengebied waar het langetermijngeheugen zich bevindt. De proefpersonen begonnen toen ook beter te scoren bij overhoringen. Het brein heeft waarschijnlijk gewoon tijd nodig om nieuwe informatie definitief over te zetten van de hippocampus naar het langetermijngeheugen.

"Eerst heb je alleen een specifieke herinnering aan een bepaald woordje dat je leert", aldus Gareth Gaskell, psycholoog en onderzoeksleider van het experiment in Cambridge. "Na een of meer nachten slapen wordt het in het langetermijngeheugen opgenomen. Je weet misschien niet eens meer waar je het woordje hebt gelezen, maar je weet de betekenis wel. Je kunt de informatie makkelijker oproepen."

Zo'n leerproces kan wel even duren. "Eén woordje gaat misschien al na een dag naar je langetermijngeheugen, maar als je een heel boek leert voor je studie, duurt het waarschijnlijk dagen tot weken voordat alle informatie goed in je geheugen is geïntegreerd."

Boris Konrad lijkt daar geen last van te hebben met zijn methode van loci. Hij pakt een kaartspel uit zijn tas om te demonstreren hoe snel hij nieuwe informatie opneemt. "Schud ze maar door elkaar."

Even later bekijkt hij de kaarten een voor een, zijn ogen gefocust, zijn lippen samengeperst tot een dunne lijn. Na 32 seconden legt hij het kaartspel op tafel, de ruggen van de kaarten naar boven. "Ik ken ze nu uit mijn hoofd." Hij pakt de bovenste kaart. "Dit is een ruiten boer, de volgende is een harten tien, daarna komt de schoppen aas." Hij noemt de complete volgorde van het kaartspel op.

Heeft hij gewoon een buitengewoon geheugen? Zelf zegt hij van niet. En waarschijnlijk heeft hij gelijk. Toen een wetenschapper aan het University College in Londen in 2010 tien geheugenatleten uit de wereldtop onderwierp aan IQ-tests en hersenscans, bleek dat geen van hen een uitzonderlijk IQ had, of vergrote hersengebieden voor het geheugen.

Sluipweg

Een studie die in 2013 plaatsvond aan het Donders Instituut biedt misschien een verklaring voor hun uitzonderlijke records. Onderzoekster Marlieke van Kesteren toonde aan dat nieuwe informatie niet altijd via dezelfde weg wordt opgenomen in ons geheugen: er zijn sluiproutes.

Ze maakte hersenscans van proefpersonen die afbeeldingen van voorwerpen in verschillende omgevingen moesten onthouden. Soms kregen de deelnemers een combinatie te zien die ze kenden uit het dagelijks leven, zoals een tennisbal op een tennisbaan. Op andere momenten keken ze naar beelden die compleet nieuw voor ze waren, zoals een staafmixer in het bos.

De vernieuwende combinaties activeerden vooral de hippocampus, het hersendeel waarin alle nieuwe herinneringen 'binnenkomen'. Maar wanneer de proefpersonen beeldcombinaties bekeken van situaties die ze kenden - zoals de bal en de tennisbaan - werd hun prefrontale cortex actief, oftewel het hersendeel dat het langetermijngeheugen aanstuurt. Opvallend was dat deze plaatjes ook beter werden onthouden door de deelnemers.

Volgens Van Kesteren toont het aan dat het brein nieuwe informatie die aansluit bij eerdere kennis op een speciale manier opneemt. "Die herinneringen worden blijkbaar meteen ingebed in je langetermijngeheugen bij de andere kennis over het onderwerp. Daardoor blijft het beter hangen." In het dagelijks leven ervaren we dat volgens haar allemaal. "Als je veel weet van tennis, onthoud je een nieuw feitje over die sport makkelijker dan een feitje over rugby."

Mogelijk is daarmee ook het geheim van Konrads geheugentechniek blootgelegd. De Duitser vermoedt dat hij de lange woordenlijsten en getallenreeksen via dezelfde sluipweg naar het langetermijngeheugen loodst als de proefpersonen van Van Kesteren. Hij koppelt de informatie die hij wil onthouden met de locimethode namelijk aan een omgeving die hij zeer goed kent, zoals zijn kantoor. "Het is aannemelijk dat het daardoor ook sneller wordt opgeslagen."

De versterkte hersenverbindingen tussen hippocampus en de cortex van zijn proefpersonen die de geheugentechniek leren, ondersteunen die theorie. "Verbindingen groeien als je ze vaker gebruikt. Als mijn theorie klopt, bewijst het hoe effectief de methode van loci is, en dat iedereen ervan zou kunnen profiteren."

Toch is dat nog maar de vraag. Je docent of baas imponeer je niet met het memoriseren van een kaartspel. En het onthouden van getallen of historische data lijkt overbodig in het tijdperk van smartphones en Google. Kortom: wanneer heeft een geheugenatleet nu echt iets aan de methode van loci?

"Vaker dan je denkt", zegt Konrad. Hij ontdekte de geheugentechniek vlak voor zijn examen op de middelbare school. Al snel kon hij meer informatie onthouden dan zijn klasgenoten kwijt konden op spiekbriefjes. "Ik leerde alle scheikundige elementen uit mijn hoofd, maar ook wiskundige formules. Tijdens mijn studie informatica prentte ik zelfs complete algoritmes in mijn geheugen."

Bij het onthouden van dat soort abstracte informatie haalt hij een extra trucje uit. Hij zet geen cijfers of letters in zijn geheugenroute, maar vormt symbolen om tot opvallende beelden. Als voorbeeld neemt hij een Nederlands telefoonnummer. Als hij zo'n getal wil onthouden, plaatst hij als eerste een duivel in zijn kantoor met een drietand in zijn hand en een kaars op zijn hoofd. "De drietand staat voor een 3, de kaars voor een 1, het landnummer 31 dus.' Komt daarna het getal 5, dan stelt hij zich een zeepaardje voor. 'Want dat dier heeft de vorm van een 5."

Het vergt oefening, geeft hij toe, cijfers omdenken naar duivels en zeepaardjes. "Maar beelden blijven veel beter hangen dan cijfers of andere symbolen, ons geheugen is visueel ingesteld."

De locitechniek is volgens Konrad ook geschikt om een presentatie of zelfs een compleet lesboek te onthouden. Ook daarbij plaatst hij beelden langs een geheugenroute - hoe persoonlijker, hoe beter. "Stel dat ik in een presentatie als eerste wil vertellen dan Istanbul de grootste stad van Europa is. Dan zet ik op de deurmat van mijn kantoor een kleine moskee aan een sleutelhanger die ik ooit als souvenir meenam uit die stad."

Als hij op die manier alle informatie uit een boek of presentatie wil uitbeelden, is zijn geheugenroute op kantoor te klein. "Gelukkig heb ik er meerdere." Zo gebruikt hij ook twee routes die door zijn ouderlijk huis lopen, en op vakantie leerde hij zelfs een tochtje over Times Square in New York uit zijn hoofd. "Soms plak ik het traject in mijn kantoor vast aan die geheugenroutes, zodat er in mijn verbeelding één lange route ontstaat waar ik enorm veel informatie in kwijt kan."

Effectief onthouden

Hoogleraar theoretische neuropsychologie Jaap Murre van de UvA kent de methode van loci ook. "Het is een effectieve manier om iets snel en gestructureerd te onthouden", zegt hij. Maar of de informatie ook rechtstreeks in je prefrontale cortex belandt, zoals Konrad vermoedt? Hij betwijfelt het. "Dat deel van het brein is voor heel algemene kennis, waarvan je niet eens meer weet waar je het precies leerde", zegt hij. "Een route door een kantoor of huiskamer met allerlei bijzondere beelden is volgens mij daarvoor te specifiek, dat blijft zeker de eerste tijd gewoon in de hippocampus."

Hij ziet de methode van loci meer als een ultiem geheugensteuntje. "Alleen kun je het goed reproduceren doordat je het als het ware ophangt aan kapstokken, oftewel dingen die je goed kent uit je omgeving."

Konrad begint te googelen op zijn computer. Of hij nu een sluiproute naar het langetermijngeheugen heeft gevonden of niet, de locimethode is volgens hem meer dan een simpel geheugensteuntje. Op zijn scherm verschijnt een Amerikaanse studie, waarbij ouderen met een lichte vorm van geheugenverlies werden getraind met de methode van loci. "Zij vergaten minder en bleven langer goed functioneren in het dagelijks leven."

Hij klikt door naar een andere studie, waarbij mensen met een depressie werden onderwezen in de geheugentechniek. Depressieve mensen hebben vaak moeite om zich positieve gebeurtenissen uit het verleden voor de geest te halen, vertelt Konrad. Met de methode van loci kunnen ze die positieve herinneringen makkelijker onthouden en zo nodig oproepen, waardoor ze zich beter voelen. "We doen meer met ons geheugen dan je denkt, het speelt bij iedereen een belangrijke rol in het leven, dus je kunt het maar beter goed leren beheersen."

Het valt op dat hij wel even moet googelen voordat hij zich de namen van de onderzoekers kan herinneren. Het is een nadeel van geheugenatleet zijn. "Als je toch eens een naam vergeet, wordt dat je meteen ingepeperd door je omgeving."