Direct naar artikelinhoud

Overheid betaalt beter dan privésector

Een recordaantal werkzoekenden wil ambtenaar worden, terwijl de privésector de komende vijf jaar 450.000 banen moet invullen. Dat jongeren ook naar een overheidsjob hengelen omdat het startersloon hoger is dan in de privésector is verrassend en nieuw, concludeert een studie van werkgevers-organisatie Voka.

De privésector zit met de handen in het haar. Op vijf jaar tijd moeten meer dan 450.000 banen ingevuld geraken, rekent Voka, het platform van Vlaamse ondernemers, voor. Extralegale voordelen, zoals bedrijfswagens of forfaitaire onkostenvergoedingen, zijn belangrijke troeven in de privé om mensen aan te trekken. Maar die aanvullende voordelen neemt de overheid in het vizier om de overheidsfinanciën op orde te krijgen, hekelt de organisatie. Bovendien betaalt de overheid steeds hogere lonen uit, waardoor de concurrentiestrijd tussen overheid en privé op de spits wordt gedreven.

Voka schakelde HR-specialist Hudson in om een vergelijking te maken tussen wat de federale en Vlaamse overheid aan haar benoemde statutaire ambtenaren betaalt en wat in de privésector wordt aangeboden. Aan adviesbureau AON werd gevraagd ook de pensioenen van beide categorieën concreet in kaart te brengen. De resultaten van de studie werden enkele dagen geleden voorgesteld aan de algemene vergadering van Voka.

Het onderzoek loopt over drie niveaus: bedienden, kaderleden en management. Er werden drie leeftijdsgroepen vergeleken (start carrière, na tien jaar loopbaan, op 45 jaar), en de vergelijking gebeurt zowel op het basissalaris als op het totale pakket inclusief bedrijfswagen en andere vergoedingen. Het basissalaris ligt in het begin van de loopbaan voor alle functieniveaus hoger in de publieke sector dan in de private sector. Pas na ongeveer tien jaar loopbaan is voor bedienden en kaderleden een inhaalbeweging zichtbaar. Op managementniveau is er een aanzienlijke voorsprong van de openbare sector, die tijdens de rest van de loopbaan blijft bestaan.

Ook het variabele loon in de publieke sector in de vorm van premies en toelagen ligt voor bedienden en kaderleden doorgaans hoger dan het variabele loon in de private sector. Managers worden in de private sector wel beter variabel vergoed, maar hun variabel loon is vaak gekoppeld aan de bedrijfsresultaten, en dus volatiel. Terwijl de premies bij de overheid nagenoeg vastliggen.

Weinig verrassend is dat ook de overheidspensioenen de wettelijke privépensioenen ver overtreffen. Dat werd in het verleden door ambtenaren altijd verdedigd als uitgesteld loon. Dit loononderzoek maakt nu brandhout van die stelling. Enkel door het aanbieden van een aanvullend pensioen benen de ondernemingen de overheid bij voor de meeste van de onderzochte functies. Veertig procent van de werknemers in de privésector beschikt nog niet over een aanvullend pensioen.

Faire return

Voka-onderzoekster Sonja Teugels oppert alvast "dat de samenleving van haar ambtenaren in ruil voor dit loonpakket een faire return in de vorm van een hogere productiviteit en betere prijs-kwaliteitsverhouding mag eisen". Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois (N-VA) reageert verrast op de cijfers, die hij nog niet kon inkijken en later grondig wil bestuderen. "Onze loonvoorwaarden liggen vast in overeenkomsten, en de laatste loonsverhoging dateert van 2008. Toen stegen de lonen met 2 procent en met een plafond van 50 euro bruto per maand. De convergentie met de lonen in de privésector moet er dus al langer zijn."