Direct naar artikelinhoud

'Een strever zijn, is daar iets mis mee?'

Na zes jaar radiostilte maakt Chantal Pattyn (45) maandag haar comeback in de rol die haar nog altijd het meest dierbaar is. Tussen de vangrails van de E40, een gesprek over slechte smaak, halfdronken engelen en de liefde die nooit overgaat.

Ze zegt van zichzelf dat ze leeft volgens een "militaristische organisatie". Maar zelfs in de beste legers kan er natuurlijk wel eens wat fout lopen. Het is dinsdagavond als La Pattyn laat weten dat ze in Sint-Truiden staat, aan de deur van theaterzaal Roxy. Ze stond er klaar om een ontmoeting te modereren tussen tv-maker Martin Heylen en literatuurprofessor Frank Albers rond het thema 'on the road'. Tot ze tot de ontdekking kwam dat ze een dagje te vroeg on the road was gegaan, Sint-Truiden verwachtte haar pas 24 uur later. En laat haar 24 uur later net ook een interview met De Morgen hebben gepland.

Niet getreurd echter. We spreken af om het interview te laten plaatsvinden op het afgesproken uur, maar dan in de auto, on the road naar Sint-Truiden. En dus razen we een dag later over de E40, voor iets wat voor ons beiden een primeur is. Het grote Autobahn-interview.

Over de aanleiding van dat interview, haar comebackprogramma Pompidou, vertelt Pattyn - niet helemáál verrassend - dat het een kunstprogramma zal zijn. "Want dat is uiteindelijk mijn belangrijkste drive. De aanleiding voor het gesprek zal telkens nieuw werk zijn. Maar het gesprek wil het boek of de tentoonstelling liefst overstijgen. Kunstenaars reflecteren over de wereld waarin ze wonen en werken. Ze maken net kunst om de complexiteit van dit leven een vorm te geven. Ik verwacht van hen geen oplossingen, wel een andere kijk op de realiteit. Die kan heel verfrissend zijn. Ik kan uit het theater komen en vier dagen van de plank zijn omdat ik iets gevoeld heb wat ik niet kende, maar evengoed kan ik bedwelmd worden, totaal overruled door de schoonheid van een beeld, een zin, een aria."

Was het je eigen idee om je comeback te maken met een praatprogramma?

"Nee. (gespeeld plechtig) Men heeft mij gevraagd."

Heb lang over je antwoord moeten nadenken?

"Toch een aantal minuten, en met de voorwaarde dat ik assistentie zou krijgen. Je moet weten, mijn leven is al tamelijk heftig. Ik zou er zelf niet meteen opgekomen zijn om het nog heftiger te maken. Maar bon. Ik heb dus ja gezegd. Omdat ik uiteindelijk een radiomaker en interviewer ben en omdat ik mijn werk dolgraag doe."

Oké, maar wordt het straks niet een beetje des Guten zu viel? Naast presentator van vier programma's per week blijf je natuurlijk ook gewoon netmanager en alleenstaande moeder. En niet te vergeten: perfectioniste.

"Dat zal de eerste grote oefening moeten worden, vrees ik: wat minder perfectionistisch zijn. Verder zal ik mijn leven allicht nog militaristischer moeten organiseren dan nu al het geval is. En mijn zoontje zal zijn oppas wat vaker zien. Maar dat zal hij niet erg vinden. De babysitter is namelijk een van zijn idolen. Als die komt is het boys' time en wordt mijn living tot een garage vertimmerd. Onze deal is: een avond niet thuis wordt betaald met extra verhalen lezen. Dan eist hij er meestal meteen tien en zijn we een uur bezig.

"Verder heb ik er wel vertrouwen in. Dankzij de vakantie heb ik al een comfortabele voorsprong kunnen nemen. Ik heb me de afgelopen maand suf gelezen, De nieuwe Stefan Hertmans heb ik gelezen, net als de nieuwe Lanoye. Ik heb op vakantie zelfs de drukproeven van Natte dozen van Marnix Peeters al tot mij genomen."

En, is het zo gruwelijk slecht als zijn collega Van Gerrewey zegt?

"Ik begrijp het vooral niet. Lang geleden werkte Marnix mee aan Update op Studio Brussel en vond ik zijn muziekkeuze, op een aantal uitspattingen na, zeer smaakvol. Terwijl dit boek..."

...nogal smakeloos is?

"Laat ons zeggen dat zijn goeie smaak even niet thuis gaf toen hij dit boek aan het schrijven was. Mijn theorie is dat hij in wezen een volbloed estheet is die zijn lezers om die reden in de drek onderdompelt. Ik ga er nu eenmaal van uit dat achter ieder kunstwerk een groter plan zit. Soit. Ik heb hem uitgenodigd om erover te komen praten. Bovendien ben ik wel opgetogen over die rel. Het gebeurt nog maar zelden dat een boek ophef maakt. In Duitse en Franse kranten is dat een doodnormale zaak. Terwijl kunst in deze contreien al lang geen zaak meer is om van wakker te liggen. Ik betreur dat. Toen honderd jaar geleden Le sacre du printemps van Stravinsky in première ging, stond de zaak op ontploffen. Men schold. Men vocht. Kunst was een zaak van levensbelang. Daar had ik bij willen zijn. Alles is zo ongevaarlijk geworden. Alleen in de opera roert men zich nog eens. Als Jan Fabre zich aan Wagner waagt, is het plots hommeles. Maar dan weet je dan weer op voorhand, want aan Wagner raken, is vloeken in de tempel. Ik vond het trouwens een magistrale voorstelling. "

Nog even terug naar je vele jobs. Was het geen optie om je comeback als radiostem te combineren met een stop als netmanager?

"Moeilijke vraag. Er is, denk ik, geen enkele radiomaker die bij de radio begint te werken met de bedoeling ooit manager te worden. Aan de andere kant ben ik wel altijd het soort radiomaker geweest dat zich graag met alles bemoeit. Ik ben graag met het geheel bezig. En op een dag weten ze je dan te vinden en ga je de boel managen. De zender vormgeven en nieuwe concepten bedenken. Van radioprogramma's tot events, boeken en cd's. Samen met Bart Van Loo heeft Klara het Franse chanson in Vlaanderen doen herleven. Met Dirk De Wachter maakte Klara Dat heet dan gelukkig zijn, dat straks ook in boekvorm uitkomt. En op een dag gaat Claude Blondeel op pensioen en wordt de radiorubriek Baza(a)r Belg(ï)e ook een een boek, een cd en een tentoonstelling die wegens succes met een week wordt verlengd."

Je zender is behalve Claude Blondeel nog wel wat meer menselijk kapitaal verloren. Ook coryfeeën als Marc Van den Hoof, Jean-Pierre Rondas en Fred Brouwers gingen het afgelopen seizoen met pensioen.

"Dat zijn natuurlijk serieuze aderlatingen geweest. Ik heb Marc bij zijn afscheid nog gezegd dat ik zijn programma's het liefst tot het einde der tijden zou willen heruitzenden. Toen hij vertrok heb ik het me meer dan eens afgevraagd: hoe moet ik nu gaan slapen, zonder Van den Hoof die welterusten zegt, 'en wie weet tot morgen'.

"Vandaag beleven we bij Klara een generatiewissel. Bij ons werken ook twintigers die gek zijn op kunst maar ook en vooral goede radio willen maken. Maar die zijn hun bagage nog aan het opbouwen. De stiel is trouwens helemaal veranderd. Medewerkers monteren hun eigen stukken. Radio is een medium dat zeer snel evolueert. We zijn nu bezig met het verkennen van visual radio en verrijkte radio. Het wordt ook een online beleving. Maar de oude regels blijven gelden. Een presentator moet iets te vertellen hebben en een persoonlijkheid hebben. Met een mooie stem alleen kom je er niet. Daarom spelen we straks ook Bart Souten uit. De ultieme multitasker die presenteert, facebookt en twittert tegelijkertijd en als geen ander de emotie die je voelt bij klassieke muziek kan overbrengen."

Is het geen verspilling van talent, Chantal Pattyn die werkt voor een zender die maar 2 procent van de luisteraars bereikt?

"Bedankt voor het compliment, maar zo bekijk ik dat helemaal niet. Zou het niet kunnen dat ik beter tot mijn recht kom op een zender die me laat doen waar ik het best in ben? Dit is ook de enige plek waar ik zoveel en zo compromisloos met kunst bezig kan zijn. En vooral, die liefde kan overbrengen. Want dat is uiteindelijk onze opdracht. In deze wereld ontmoet ik interessante mensen die ik graag zie, hier mag ik een hele dag met schoonheid bezig zijn. Met bijna religieuze ervaringen en emoties die ik, ongelovige ziel, anders misschien nooit had gehad.

"Klara zat vorige week live op de opening van Laus Polyphoniae, het festival voor oude muziek in Antwerpen. Na een waanzinnig drukke dag beland ik in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen voor het Huelgas Ensemble onder leiding van Paul Van Nevel. Ze brengen, drie keer, het Spem in alium van Thomas Tallis. En dan gebeurt het. Die veertig hemelse stemmen brengen je ergens waarvan je niet wist dat het bestond. Je vergeet alles. Je stijgt mee op. Totaal overgeleverd aan de schoonheid. Van Nevel lijkt niet te dirigeren maar te dansen. Hij is totaal bezweet. Maar hij zorgt ervoor dat je tijdens zijn concert ergens als een halfdronken engel in de nok hangt te fladderen."

Vind je het erg dat zo weinig mensen naar Klara luisteren?

"Ik zou willen dat het er meer zijn, natuurlijk. Met het nieuwe schema hopen we een openheid te bereiken. Die openheid is zeker geen evidentie. Kunst kan erg complex zijn. Het is verdraaid moeilijk om die complexe dingen verstaanbaar te maken, zonder te simplificeren. Ingewikkelde zaken op een ingewikkelde manier uitleggen is makkelijk. Het is veel moeilijker om er iets te vertellen dat door veel mensen te begrijpen is én ook nog eens juist is. Maar dat is wel onze opdracht. Wat universeel is aan klassieke muziek is de emotie die men erbij voelt. En als we dat kunnen communiceren, geloof ik dat we echt meer mensen kunnen bereiken. Het gaat over liefde. Het is zoals dirigent Teodor Currentzis(lees het interview met Currentzis in de M van 30 augustus, JDP) het zegt: 'Als je niet verliefd bent, kun je de liefde niet bedrijven. Het komt er dus op aan chronisch verliefd te zijn."

Aankomst in de Roxy, Sint-Truiden. Pattyn speelt er twee vreemdsoortige 'smoskes' binnen, alvorens ze er bijna twee uur lang het universum van tv-maker Martin Heylen probeert te lijmen met het universum van de academicus Frank Albers. Het lijkt een onmogelijke opdracht, maar Pattyn draait er haar hand niet voor om. Heylen en Albers wisselen gretig ervaringen uit over het leven on the road, een helemaal volgelopen zaal geniet.

Na afloop zegt Pattyn dat ze het heerlijk vindt, zo'n uitstapje naar het culturele leven in de provincie. Dat het ook zo anders is dan Gent, Brussel of Antwerpen. "De ingesteldheid is helemaal anders. Je voelt hier een grote dankbaarheid. Mensen komen om iets te leren, en zijn oprecht blij als ze dat krijgen. Ik vind dat prachtig."

Weer in de auto besluit Pattyn dat ze als beloning wel "een shotje" heeft verdiend. Uit haar tas haalt ze de eerste chanson-cd die haar zender mee produceerde. Ze wil nu, onmiddellijk, de laatste track horen. 'Fais-moi mal, Johnny' van Boris Vian. "J'aime l'amour qui fait boum!" Haar beurt om te genieten. Hartstochtelijk. Of we achter de liedkeuze iets moeten zoeken? De vraag is ons net een tikkeltje te indiscreet. Dan liever een andere indiscrete vraag.

Je ouders zijn op rust gestelde hard werkende middenstanders uit de Westhoek. Heb je die onstuitbare werklust van hen geërfd?

"Ongetwijfeld heeft dat een invloed gehad op mijn arbeidsethos. Misschien is het enige verschil dat ik daar de factor plezier aan toegevoegd heb. En leven in het nu.

"Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat je een job als de mijne niet kunt doen zonder er helemaal voor te gaan. Vroeger, in mijn Studio Brussel-tijd, had ik het imago van een rockchick. Mensen dachten dat ik van het ene concert naar het andere feestje fladderde. Terwijl ik in werkelijkheid bijna altijd aan het werken was. Ofwel studeerde ik, ofwel was ik een radioprogramma aan het maken."

Terwijl jong Vlaanderen dacht dat je aan het stoeien was met Afghan Whigs-opperhoofd Greg Dulli, was je in feite keihard aan de slag?

"Ik heb de zaken onlangs op Stubru nog eens duidelijk gemaakt: I never had sex with that guy! Maar we waren wel vriendjes. Ik was, om precies te zijn, mijn thesis aan het schrijven. Want ik studeerde nog toen ik bij Stubru aan de slag ging. Mijn hoofd was bij het Dogonvolk uit Mali. Omdat mijn proffen het zo'n belachelijk idee vonden dat ik, na al dat gestudeer, uiteindelijk plaatjes zou gaan draaien op de radio, dacht ik: dan ga ik voor de grote onderscheiding. Zo'n trut ben ik wel."

Nog even over je afkomst: waar haalt een kind van de West-Vlaamse middenstanders die grote culturele bagage vandaan?

"Mijn ouders zijn vandaag Klara-luisteraars. Ze wonen wel eens een concert bij. Vroeger hadden ze daar simpelweg geen tijd voor. We hadden alleen een encyclopedie in huis. Kunst is voor veel mensen nog altijd een luxegoed. Mijn hang naar kunst is dus van elders gekomen. Vanwaar? Moeilijke vraag. Ik herinner me wel dat ik als jong meisje een noodzaak voelde aan iets dat ik toen nog niet kon benoemen. Een fascinatie voor het theatrale is er denk ik altijd geweest. Een smeulend vuur dat aangewakkerd is door een tante van mij. Ze woonde in Brugge en nam me mee naar musea. Met haar zag ik voor het eerst de Bloedprocessie. Ik was er totaal weg van. Van daar naar Jan Fabre en Romeo Castellucci is maar een kleine stap."

De kunstwereld lijkt van buitenaf heel gesloten. Heeft het je veel moeite gekost om er toegang tot de krijgen?

"Ik herinner me nog hoe ik, als studente nog, naar de debatten ging over de Documenta van Jan Hoet. Heuse marathondebatten waren dat. Debatten waar ik geen woord van begreep, maar die me wel ontzettend belangrijk leken. (lacht) Langzaam maar zeker ben ik er wat meer van gaan begrijpen. Door te lezen. Door veel te gaan bekijken. Door te reizen."

Door een strever te zijn.

"En wat is daar mis mee? Wie ambitieus is, wordt hier nog altijd met de nek aangekeken. Ik vind dat bizar. Als ik een interview met iemand doe, probeer ik me altijd zo goed mogelijk voor te bereiden. Dat is een vorm van respect voor de mensen die tijd voor je hebben gemaakt: de kunstenaars en de luisteraars."

Geloof je dat je met een zender als Klara meer dan 2 procent van de mensen kunt bereiken?

"Ja. We hebben daar onderzoek naar gedaan. In theorie hebben we 300.000 potentiële luisteraars: mensen met interesse voor cultuur, die geregeld naar een concert gaan. Vraag is dan hoe we die gaan bereiken. Uit onderzoek blijkt dat we veel potentiële luisteraars schrik aanjagen. Daar moeten we dus wat aan doen."

Want anders sterft het publiek uit.

"Ons verhaal wijkt niet af van dat van deSingel of Bozar. Het abonneepubliek bestaat grotendeels uit oudere mensen. In de klassieke sector is werkelijk iedereen op zoek naar formules om een nieuw publiek aan te trekken. Een deel van het antwoord zit in het 'evenementiële'. Wij komen met Klara vaak naar buiten, en dat blijkt te werken. Het loopt storm voor het KlaraFestival nu."

Leiden zulke verbredingsoperaties ook vandaag nog tot jammerklachten bij jullie kennerspubliek?

"Nog nauwelijks. Natuurlijk zijn er nog altijd wel een paar puristen die zich ergeren aan onze Top 100, en het feit dat we daar niet de volledige werken laten horen. Maar daar staan wel 400.000 mensen tegenover die daar, net als ikzelf trouwens, met volle teugen van genieten. Als je op die manier mensen kan doen kennis maken met klassiek, ben ik blij."

Ooit was je het gezicht van De zevende dag en kon je elke week 400.000 mensen bereiken.

"Ik heb die aandacht nooit gemist. Voor mij moeten de dingen in de eerste plaats kloppen. En De zevende dag klopte niet helemaal. Ik vind Wetstraatjournalistiek niet onbelangrijk, maar niet belangrijk genoeg om er mijn leven aan te geven. Bij Ivan De Vadder klopt dat programma, bij mij niet. Ik ben alleen met kunst bezig, dus is Klara mijn habitat. Blijkbaar word ik steeds meer niche. (lacht) Misschien eindig ik alleen, op mijn eigen kluit, luisterend naar Bach en Sonic Youth. Zullen we dan nog eens naar Sint-Truiden rijden?"