Direct naar artikelinhoud

Moderne ruilhandel zit in de lift

Moderne ruilhandel zit in de lift. Zo kan je je tuin laten omspitten in ruil voor pakweg eenzelfde waarde aan uren kinderopvang. Het versterkt de samenhorigheid én je kan er geld mee uitsparen.

'Letsen' heet het systeem en het is voor ongeveer tweeduizend Vlamingen inmiddels een begrip. Het staat voor local exchange and trade system en ontstond in Canada, waar mensen uit noodzaak weer gingen ruilen toen de werkloosheid er plots erg hoog werd. In 1994 startte het ook hier in Leuven, maar sinds kort zit het echt in de lift. En dat is ook ministers Freya Vandenbossche (sp.a) en Ingrid Lieten (sp.a) niet ontgaan. Zij onderzoeken nu of een complementair muntsysteem in heel Vlaanderen kan ingevoerd worden.

"Het aantal 'lets'-groepen is in twee jaar tijd toegenomen van vijftien naar meer dan dertig", zegt coördinatrice Leen De Clercq. "Vooral in grootsteden als Gent, Antwerpen of Leuven slaat het aan. En er komen steeds nieuwe groepen bij."

'Lets' is een eigentijds ruilsysteem. Elke groep houdt een website bij waarop de transacties staan volgens vraag en aanbod. Elke 'dienst' krijgt een waarde in een lokale munteenheid. In Gent levert een prestatie van een uur 'letsen' veertig stropjes op, in Antwerpen twintig handjes en in Oostende zestig schelpjes. De prestaties zijn behoorlijk divers: haar knippen, grootvuil naar het containerpark brengen, de tuin omspitten, naaiwerk, maar evengoed kinderopvang, advies verlenen, een verstopte wc herstellen of een maaltijd bereiden.

Enkel wie iets aanbiedt, kan in ruil iets vragen. Groeit het succes met de slechte economische vooruitzichten en een wankel financieel systeem? De Clercq: "De eurocrisis doet je anders nadenken over geld. Maar ook het ecologische en sociale aspect spelen mee. Vandaag hebben mensen niet meer altijd een netwerk in hun buurt en voor veel klusjes komen professionele werklui de deur niet meer uit. Hiermee leer je mensen uit je buurt kennen, handigheid en talent wordt anders gewaardeerd en je spaart er ook wat mee uit."

Enkel occasionele prestaties kunnen 'geruild' worden, het is niet de bedoeling de lokale economie te vervangen. Dat zou juridisch ook niet kunnen. Een vergelijkbare gedachte zit in het proefproject de Torekes, een buurtmunt die in de Gentse Rabotwijk in omloop werd gebracht. Wie er bloemen op zijn vensterbank zet of boodschappen doet voor een buur, kan er Torrekes verdienen en die vervolgens weer lokaal inruilen.

Het succes van zulke projecten zette Vandenbossche en minister Ingrid Lieten aan om na te gaan of een grootschaliger Vlaams complementair muntsysteem haalbaar is. "Deze zomer werden jongeren met het project 'doe iets goed voor de jeugd van vroeger' aangespoord om grasperken te maaien, zware dozen te verhuizen voor oudere mensen. In ruil kregen ze een festivalticket. Complementaire muntsystemen zijn op dezelfde leest geschoeid", verduidelijkt Vlaams minister Freya Vanden-bossche het idee. "Je hebt er iets aan, het brengt mensen bijeen en het verhoogt de sfeer in een wijk."

Gemeenschapsgevoel

Het IWT-kenniscentrum Innovatief Aanbesteden kijkt momenteel na wat de mogelijkheden zijn. Hoofddoel is het gemeenschapsgevoel te versterken door mensen weer met elkaar in contact te brengen en de leefbaarheid in Vlaanderen te verhogen. "Bedoeling is dat ook lokale overheden het ondersteunen en dat het geografisch ruimer werkt dan de huidige lokale projecten", verduidelijkt Yves Dierckx van het IWT. "Zo zou een klasje dat een muur in een Gentse wijk herschildert met de verdiende munten korting kunnen krijgen in een museum in een andere gemeente."

In een eerste fase wordt de technische en juridische haalbaarheid onderzocht, daarna zouden prototypes ontwikkeld worden. "Als het haalbaar is, kan Vlaanderen tegen 2014 zo'n complementair muntsysteem stimuleren in gemeentes die dat wensen."