Direct naar artikelinhoud

Zakendoen met IS Waarom niet?

De Franse cementgigant Lafarge, die voor 10 procent in handen is van de Belgische zakenman Albert Frère, betaalde 'belastingen' aan Islamitische Staat om een fabriek in Syrië draaiende te houden. De verlokking om met krijgsheren, dictators en terroristen zaken te doen, blijft blijkbaar onweerstaanbaar.

Het was de Franse krant Le Monde die de banden tussen Lafarge en Islamitische Staat onthulde. Op 150 kilometer ten noorden van de Syrische stad Aleppo bezit Lafarge sinds 2007 een grote fabriek. Wanneer Islamitische Staat in 2013 de regio rondom de installatie verovert, doet Lafarge al het mogelijke om de fabriek draaiende te houden.

Met medeweten van het management in Parijs worden er allerlei deals met IS-leiders gesloten. Het bedrijf verwerft een IS-exploitatievergunning en regelt contracten met oliehandelaren. Ook erg omstreden is een veiligheidsdocument dat het personeel van de fabriek veilige doorgang verleent aan IS-checkpoints. Le Monde schrijft dat op dit laissez-passer-pasje de handtekening staat van een IS-leider uit Aleppo.

Het veiligheidscontract tussen IS en Lafarge blijft van kracht tot september 2014. Ondertussen is de regio in handen gekomen van Koerdische rebellen en doet de site dienst als uitvalsbasis voor westerse troepen die tegen IS vechten.

Lafarge is voor 9,4 procent in handen van de Belgische groep GBL van zakenman Albert Frère.

Het feit dat een Frans bedrijf een terreurbeweging steunde die later de verantwoordelijkheid voor onder andere de aanslagen in Parijs en Brussel zou opeisen, is uiteraard bijzonder controversieel. Bovendien valt niet uit te sluiten dat er nog andere westerse bedrijven zakendoen met IS of het regime van Assad. Zo blijkt uit een onderzoek van Ecolo-parlementslid Benoit Hellings dat in totaal 997 Belgische bedrijven handelsbanden hebben met Syrië. In Irak zijn nog steeds 865 Belgische bedrijven aanwezig.

De Belgische exportdiensten beschikken hier over karige informatie en kunnen niet aangeven in hoeverre die bewuste bedrijven momenteel nog in die landen actief zijn. Ook over mogelijke activiteiten in IS-gebied is niets bekend. Wettelijk zijn deze ondernemingen niet verplicht om details te geven over hun contracten. Voor alle duidelijkheid: op zich is handelen met Syrië en Irak niet illegaal, wel geldt voor die landen een wapenembargo. Handelscontacten met terreurbeweging IS zijn wél onwettelijk.

Symbiotische vijanden

Maar het zijn niet enkel Franse bedrijven die deals sluiten met IS en op die manier mee verantwoordelijk zijn voor de financiering van de terreurbeweging. Vreemd genoeg koopt ook het Syrische regime van president Assad olie van IS. Eind 2015 plaatsten de Amerikaanse overheid en de EU de Syrische zakenman George Haswani op hun sanctielijst omdat die in opdracht van de regering in Damascus oliecontracten met IS onderhandelde. Sindsdien omschrijft de zakenkrant The Wall Street Journal Assad en IS niet meer als simpele vijanden maar als 'symbiotische vijanden' die officieel een oorlog met elkaar uitvechten maar ook gemeenschappelijke belangen hebben.

Haswani is trouwens ook de sleutelfiguur in een aantal deals tussen Rusland en Islamitische Staat. De Syrische Rus zorgde er namelijk voor dat een belangrijke Russische gasfabriek nabij de stad Raqqa bleef draaien. Volgens onderzoeker David Butter, van de in Londen gebaseerde denktank Chatham Hous, bevoorraadt de fabriek de stad Aleppo via een door IS gecontroleerde gaspijplijn. Op de terreinen van de fabriek zijn nog steeds Russische ingenieurs actief. Rusland, dat officieel met zijn straaljagers IS-doelen bestookt, blijkt met andere woorden tevens handelspartner van de terreurbeweging.

Ten slotte heeft NAVO-lidstaat Turkije intense handelsrelaties met IS; dat bleek onder meer na een Amerikaanse raid op het huis van Abu Sayyaf, die bekendstaat als de financieel verantwoordelijke van IS. Uit Sayyafs privé-archief bleek volgens westerse diplomaten dat de olierelatie tussen IS en Turkse overheidsverantwoordelijken 'duidelijk en onweerlegbaar' vaststaat.