Direct naar artikelinhoud

'Een kind mag niet met vragen gaan slapen'

Wat zeg je aan je kinderen wanneer explosies vlakbij mensen doden en verwonden? En hoe? 'Wees een gids die aanvoelt wat dit specifieke kind aankan', zegt kinderpsychologe Mileen Janssens. Trauma-experts benadrukken het belang van 'het normale leven weer oppikken en de dingen doen die je normaal doet.'

Voor wie kinderen heeft, is opstaan met bomexplosies in de hoofdstad en op de luchthaven van waar je misschien op vakantie zou vertrekken ook meteen een oefening in opvoeden. Bij kinderen kan dit soort nieuws intenser binnenkomen en hen zelfs traumatiseren. Net zoals bij volwassenen, reageert het ene kind door zich af te sluiten of net heel vrolijk te doen, terwijl het andere angstaanvallen krijgt en nog een derde honderden vragen stelt.

"Geruststelling is cruciaal", zegt kinderpsychologe Mileen Janssens. "Niet zomaar wat sussen, wel zeggen dat je er bent, dat ze veilig zijn en dat je samen met hen het nieuws zult verwerken. Bied een omarming, al dan niet letterlijk en vraag je kind wat het al weet en hoe het zich daarbij voelt. Dus wanneer je ziet dat je kind bang is: probeer dat te dempen. Maar zeg dan niet: 'We kijken niet naar het nieuws', wel: 'Ik zal eerst kijken en dan gaan we erover praten met je en misschien wil je dan zelf kijken of niet.' Wanneer je kind zich afsluit, zeg dan misschien: 'Doen alsof er niets aan de hand is zorgt er niet voor dat het weggaat.' Maak met andere woorden duidelijk dat je je kind hierdoor gidst, zonder dingen weg te stoppen, maar wel met extra aandacht voor wat te zwaar zou kunnen zijn."

Angst dempen kan volgens kinderpsychologen het best door dingen te doen die je normaal doet en waar je plezier aan beleeft. "Belangrijk is het gewone leven weer opnemen, dingen doen die je normaal doet en leuk vindt en beseffen dat dit een zeer uitzonderlijke situatie is en de veiligheidsdiensten er alles aan doen om net nu alles veilig te houden in de stad en in de scholen", zegt kinderpsychologe Sarah Bal (UGent) in een extra uitzending op Ketnet. "Ook gaan slapen met nog vragen is geen goed idee. Kinderen moeten erover kunnen praten."

Een aandachtspunt daarbij, zeker net voor bedtijd, is je eigen nieuwshonger als ouder. Volwassenen willen alles meteen in detail weten, maar een kind krijgt veel sneller een indigestie van dit soort permanente nieuwsstromen. "Vraag hen er eerst over na te denken en zelf mee te beslissen of ze het nieuws nu meteen willen zien, of het door jou te horen vertellen", zegt Janssens.

Te zwaar in die stroom zijn doorgaans details en beelden. Lichamen. Bloed. "Ik denk dat alle kinderpsychotherapeuten de media nu willen oproepen zeker op te letten met beelden en te veel details. Als ouder scherm je kleine kinderen daar best voor af", zegt Janssens. Zeker beelden op sociale media zonder woorden of uitleg, kunnen erg heftig binnenkomen.

Dingen die niemand begrijpt

En er zijn ook inhoudelijke vragen. Niet zelden krijg je als ouder een spervuur te verwerken, met als hoofdvraag: 'Waarom?' Janssens: "Dat is een moeilijke, maar je kunt het niet uit de weg gaan, want dan wordt een kind nog angstiger."

Kleinere kinderen kun je volgens de psychologe uitleggen dat sommige mensen heel veel haat voelen, en dat dit iets anders is dan jaloers en boos zijn. "Die gevoelens kennen ze. Je kunt uitleggen dat het normaal is om een beetje jaloers en boos te zijn, dat iedereen dat heeft. De volwassenen - ouders, leerkrachten - kunnen er normaal gezien samen voor zorgen dat dit binnen de perken blijft. Maar er zijn mensen die zo kwaad en jaloers geworden zijn en dan ook nog wapens krijgen van anderen. Bij wie de volwassenen er niet in geslaagd zijn om hun haat te verminderen, of die er plezier in hebben anderen bang te maken of pijn te doen. Die doen dan dingen die niemand begrijpt."

Zoiets is beter dan een kind de boodschap geven: 'Hier hebben wij niets mee te maken. Wij zijn de goede mensen en zij de slechte'. Wanneer je het zo uitlegt dat een kind er zich iets bij kan voorstellen, kan dit een beetje angst wegnemen.

Met pubers moet je misschien aan de slag met meer existentiële vragen, zoals: 'Hoe komt dit?', 'Kan ik zelf iets doen?', 'Is alles dan zo fragiel?', 'Gaat de wereld eraan?' Janssens: "Hier is het belangrijk niet alleen op die vragen in te gaan, maar er hen ook op te wijzen dat dit erg griezelig, maar tegelijk ook erg uitzonderlijk is. En dat het een kwaadaardige aanslag is op onze wens om te leven, die iedereen heeft."