Direct naar artikelinhoud

Ex-topman ABN Amro: ‘Fortistop was onverantwoordelijk’

Amsterdaml

Nederland had de overname en opdeling van de bank ABN Amro door het consortium Fortis, RBS en Santander nooit mogen toestaan. Dat zei de voormalige topman Rijkman Groenink gisteren tegen de parlementaire commissie-De Wit, die in Nederland de kredietcrisis onderzoekt.ABN Amro wilde aanvankelijk samengaan met de Britse bank Barclays. Maar er werd ook een “bizar hoog” bod uitgebracht door Fortis, Royal Bank of Scotland en Banco Santander. Groenink verwijt De Nederlandsche Bank (DNB) en het ministerie van Financiën dat zij aan dit consortium een zogenaamde verklaring van geen bezwaar gaven, ofwel het groene licht voor de overname.Ze hadden volgens Groenink tegen het trio moeten zeggen dat de risico’s van een overname onaanvaardbaar waren. “Fortis werd niet geacht sterk genoeg te zijn. Ik heb dat ook gemeld”, aldus de topman. Hij vindt dat Nederland al voordat er een formeel proces werd ingegaan voor de overname, de weg had moeten blokkeren.Dat Nederland dit niet aandurfde, is ze duur komen te staan, als Groenink. Als ABN Amro was samengegaan met Barclays, had Nederland zich de 30 miljard euro aan staatssteun kunnen besparen. Volgens Groenink had ABN Amro, mede door de verkoop van het Amerikaanse onderdeel LaSalle, een “ongelooflijk hoge solvabiliteit”.Dat het Fortistopduo Maurice Lippens-Jean-Paul Votron in volle kredietcrisis toch de overname wou doorzetten, noemde Groenink onverantwoordelijk. “Fortis had al een gat in de financiering van 9 miljard euro”, zei Groenink. “Het bod was van een bizarheid en onverantwoordelijkheid die ik me niet kon voorstellen.” Groenink vocht tegen de opdeling, maar dat mocht niet baten. Hij vindt nu dat hij vroegtijdig zijn conclusies had moeten trekken. “In het voorjaar van 2007 had ik moeten aftreden.”