Direct naar artikelinhoud

Liever een goede buur dan het boze vingertje

'Stoute kinderen een brief sturen? Nee, maak ouders liever mede-eigenaar van het speelpleintje in de buurt', zo tipt socioloog Bram Spruyt de Gentse burgemeester Daniël Termont (sp.a). Want als iedereen iedereen kent, zie je de kleine criminaliteit slinken.

Mijn burgemeester, Daniël Termont (sp.a), speelt voor Sinterklaas en Zwarte Piet, dacht ik gisteren bij het ontbijt. Hemeltje, valt er over zes jaar ook bij mij een brief in de bus als mijn zoontje iets mispeuterd heeft? Want elke Gentse koter onder de zestien die een GAS-overtreding begaat, krijgt straks geen boete maar een vermaning opgestuurd. Met vriendelijke groeten. Getekend, de burgemeester.

Allemaal goed bedoeld, zegt het kabinet van de Gentse burgervader. "Wildplassen, overdreven veel lawaai maken, afval dumpen: het zijn kleine vergrijpen die we niet onbeteugeld mogen laten", maakt woordvoerder Claude Beernaert zich sterk. "Want we merken dat we er maar beter snel bij zijn, dat kleine onbestrafte dadertjes op latere leeftijd vaste klanten worden bij de politie. Plus: ook voor de slachtoffers die schade lijden, hoe klein ook, is het een troost om te zien dat we ingrijpen."

De nieuwe pastoor

Een schriftelijke tik op de vingers dus. Allemaal sympathiek, vindt VUB-socioloog Bram Spruyt. Maar beter dan een brief te sturen zou de burgemeester moeten inzetten op sociale samenhang. "Leg speelpleinen aan en maak de buurtbewoners mede-eigenaar", tipt Spruyt. "In zo'n aanpak geloof ik veel meer dan in het vermanende vingertje. Want als iedereen iedereen kent, zie je maar weinig kleine criminaliteit. Veel vergrijpen gebeuren net uit onverschilligheid, omdat we de man naast de deur niet kennen. Als je een goed contact hebt met je buurman, zul je geen afval over de haag gooien of zomaar tegen zijn gevel plassen."

Kortom: hoe beter de sociale lijm plakt, hoe minder jonge crimineeltjes je kweekt. Boosdoener in het hele verhaal zijn de stijgende bevolkingsgroei en -dichtheid in de steden, duidt Spruyt. "Die leiden tot meer anonimiteit, en dus minder sociale controle, minder verbondenheid. Bovendien zijn we ook mondiger en assertiever geworden. De buurman, die vroeger gewoon kwam aankloppen bij overlast, zal nu veel sneller naar de politie stappen. We communiceren bijzonder weinig met elkaar en trekken al vlug de juridische kaart. De weg naar de politie of rechter hebben we duidelijk gevonden. Denk maar aan de burenruzies. Nooit eerder waren er zo veel. Vroeger werden die kleine spanningen lokaal opgelost, omdat wijkbewoners dezelfde belangen deelden. Nu monden ongelukkige misverstanden dikwijls uit in hoogoplopende conflicten. Daar wordt nochtans niemand beter van, behalve de advocaten."

Oké, we kunnen het dus moeilijker verdragen dat de buurman onze zoon zijn vet geeft. Maar moet de burgemeester zich dan zonodig in de opvoeding mengen? "Ik heb de indruk dat ik zo'n beetje de taak van de pastoor moet overnemen", zegt Daniël Termont. "En die van de leraars. Want ook zij hebben tegenwoordig veel minder impact op ouders en hun kroost dan vroeger. Veel ouders zien leerkrachten als de vijand, terwijl het net bondgenoten zouden moeten zijn. Een ongezonde situatie. Ouders slikken ook minder kritiek van buitenstaanders. Goed bedoelde opmerkingen worden dan met een middelvinger beantwoord. De maatschappij is nu eenmaal veranderd, verhard. Naar een burgemeester kijkt men nog wat op, ondervind ik. Je zou eens moeten weten in welke zaken ik zoal tussenbeide moet komen. Vaak ben ik voor ouders ook een stok achter de deur: 'Manneke, gedraag je, want als de burgemeester het ziet!' Ik weet het, die brief lijkt wat paternalistisch, maar ik zie geen alternatief. Straffeloosheid is geen optie."

Ouders zijn inderdaad mondiger geworden, en samen met hen ook hun kinderen, beaamt socioloog Koen Ponnet (Universiteit Antwerpen). "Ze staan kritischer tegenover leraars dan vroeger. Voor de burgemeester, die een paar treden hoger staat op de maatschappelijke ladder, zullen ze net dat tikje meer ontzag hebben."

Experimenten hebben trouwens mooi aangetoond hoe je status je voorbeeldfunctie bepaalt, gaat Ponnet verder. Zo was er ooit een test aan een zebrapad. Terwijl het licht voor de voetgangers op rood stond, stak een sjofel geklede man de straat over. Niemand volgde hem. Maar toen een nette man, strak in het pak, het stoplicht negeerde en verder wandelde, volgden alle andere voetgangers hem vlotjes.

Straf

Of de brief van Termont echt iets zal veranderen, is te betwijfelen, zeggen sociologen. Ja, als de ouders erop inspelen. Nee, als zij de vermaning licht opnemen. "Of je kind nu een nota in zijn agenda heeft van de leraar of een brief van de burgemeester, ik geloof niet dat daar veel verschil in zit", meent Spruyt. "Op korte termijn zal het misschien wel een schokeffect hebben, maar op lange termijn haalt het weinig uit. Volgens mij is dit eerder een politieke stunt van Termont: hij wil tonen dat hij volks is, dat hij dicht bij elke burger staat. Maar uiteindelijk blijft hij voor velen een wildvreemde die komt zeggen dat je stout bent geweest."

Sowieso is een uitgestelde reprimande minder effectief dan een onmiddellijke straf, weet socioloog Koen Ponnet. "Stel: een jongen staat een bushokje te bekladden. Dan zal een kwade agent die hem op heterdaad betrapt meer indruk maken dan een brief, die pas een week na de feiten in de bus valt."

En, bedenkt collega Bram Spruyt nog: "Misschien moeten de straathoekwerkers, die met beide voeten op het terrein staan, ten gepaste tijde weleens een brief sturen naar de burgemeester, waarin ze uitleggen waarom hij telkens dezelfde gezinnen moet aanschrijven."

Brave kindjes

Dus wat doe ik nu als zoonlief later burgemeesterlijke post ontvangt? Want volgens sociologen hebben Sinterklaas en Termont wel dit gemeen: ze zijn er niet, staan veel verder van je af dan de buurman of leraar, maar hebben door hun voorbeeldfunctie wel een impact. Toch maar beter serieus nemen dan.

Met voor de burgemeester nog deze tip: als de stoute kindjes een brief krijgen, stuurt u de brave bloedjes dan een mooie kerstkaart?