Direct naar artikelinhoud

Marc Lammers: 'Ik ben een halve Belg'

Nooit kende een Belgisch team een steilere opgang dan de hockeymannen. In geen tien jaar van nergens naar de wereldtop en op het aanstaande WK in Den Haag zelfs bij de medaillekandidaten, de Red Lions hebben getimmerd aan een ongezien parcours. 'We hebben het jongste, snelste en fysiek sterkste team ter wereld, en dat zullen we uitbuiten', zegt bondscoach Lammers (45).

Fe trainingssite is toepasselijk. De Red Lions zweten niet onder de koeltorens van Drogenbos zoals de Rode Duivels, maar in de bossen van Brasschaat, tussen de chique en de economische asielzoekers uit Nederland. De gastheer-club heet de Dragons; wat is de Belgische sport tegenwoordig toch verwarrend met al die beesten en aanverwanten.

Aan de ene kant een spelletje op een half veld, aan de andere kant een strafcornersessie. Rond het veld een staff van technici en begeleiders, weliswaar geen zestien zoals bij de Rode Duivels, maar genoeg specialismen. De voertalen zijn Nederlands, Noord-Nederlands om precies te zijn, en Engels. "Harder, sneller inspelen, go deep, yes well done..." Et pour les francophones la même chose, vreemd in een als bourgeois bekend staande sport.

Het laatste toernooi, een oefenkwartet tegen onder meer Engeland en Nederland, hebben de Red Lions gewonnen. "Niet helemaal terecht," heeft bondscoach Marc Lammers meteen geanalyseerd, "want de anderen kwamen meer in de cirkel bij ons dan wij ben hen, maar we hadden wat geluk bij de afwerking." Ongeluk was er dan weer met de blessure van Loïck Luypaert. De schouder moet nog deze week open en gerepareerd. "Loïck is een van de beste snelle verdedigers ter wereld en dus een verlies," zegt Lammers, "maar dat hoort bij topsport." Het hockeyglas krijg je niet meer half leeg.

Het wereldkampioenschap hockey, officieel de Rabobank Hockey World Cup 2014, is een uiterst belangrijk ijkpunt voor de Belgische mannen die nu al een paar jaar vriend en vijand verbazen. Niet alleen met hun resultaten, zoals vijfde op de Spelen en tweede van Europa, maar in de eerste plaats met hun uiterst professionele no-nonsenseaanpak. Alles is aanwezig wat in topsport aanwezig moet zijn: kennis bij het kader, ijver bij de atleten, wetenschap in de omgeving en vastberadenheid bij iedereen om in dit verhaal te scoren. Geld is er ook, maar dan voor het programma. Niet voor de hockeyers zelf. Enkelen verdienen hun boterham in het buitenland, maar het merendeel doet er nog wat bij.

"Gelukkig is er geen geld. Wij hebben geen last van zaakwaarnemers. Hockeyers moeten vooral geen voetballers worden", stelt Lammers. "Ik moedig ze aan om nog wat te werken of te studeren. Anders zitten ze daar maar. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ze na het hockey in een zwart gat vallen."

De Brabander uit Den Bosch was zelf geen topspeler, speelde wel in vijf interlands, maar verdiende zijn sporen in het vrouwenhockey. Eerst met Spanje en later met Nederland, waarmee hij olympische zilver en goud won in 2004 en 2008. Daarna heeft hij tal van inspiratiesessies gedaan voor managers in het bedrijfsleven, "een uitgelopen sabbatical van oorspronkelijk twee jaar".

Hij ging ook bij andere trainers kijken en kwam zelfs binnen bij de levende legende van Man United, Alex Ferguson. "In zijn kantoor hing de spreuk 'Ever change a winning team'. Ferguson veranderde altijd iets aan een team dat succes had gehad. Vedetten die eerst voor zichzelf speelden en dan pas voor het team, verkocht hij snel voor veel geld en daarmee haalde hij drie nieuwe jonge gretige spelers."

Na die sabbatical werd Marc Lammers aangezocht om Belgisch bondscoach te worden door de technisch directeur van het Belgisch hockey, Bert Wentink, ook al een Nederlander. Waarom niet ook, al die Nederlanders? Geen land heeft meer medailles gewonnen in het veldhockey: 16 van de 94 olympische medailles ooit uitgereikt, gingen naar Nederland.

365 dagen topsport

Marc Lammers kwam in een gespreid bedje. "Ik had wel al in de gaten dat Colin Batch goed werk had geleverd. Vijfde op de Spelen in Peking, dat is niet niks. Maar Colin ging naar Nieuw-Zeeland en toen belde Bert. Ik heb één gesprek gehad. Ik vroeg: kan ik een programma draaien? Daar kon hij voor zorgen. Dan aarzel je niet, want je weet dat je in een land terechtkomt dat in de U18 en U21 Europees kampioen is geworden. Hier wordt dus goed gewerkt en we hebben maar 25.000 hockeyers in heel België tegenover 300.000 in Nederland. Dit is echt een gouden generatie.

De Belgische taalproblematiek gaat echt aan mij voorbij. Dat is iets voor Bert Wentink. Hij heeft te maken met de twee hockeybonden; ik weet dat er twee zijn, maar daar houdt het ook op. Wij hebben jongens die Nederlands spreken en jongens die Frans spreken. Ik kan alleen Nederlands en Engels. Dat weten ze."

Marc Lammers is ook te zien in het nieuwste reclamespotje van Fintro, waarin hij de draak steekt met de Rode Duivelsgekte in dit land en gespeeld naïef denkt dat alle driekleurige toestanden het gevolg zijn van de deelname van zijn team aan de World Cup hockey. Het filmpje is te zien op YouTube en wie zich dan toch de moeite neemt, zoekt ook maar meteen op 'hockey assvertising Fintro'. Daarin legt een reclamemevrouw uit waarom ze Fintro op de konten van de hockeyers heeft gezet en niet op die van pakweg de zwemmers of de gymnasten. Waarmee de hockeybond op de wel erg lange tenen ging staan van de andere sportbonden, die hun verontwaardiging uitten. Fintro blij, want hun spot werd meteen meer bekeken.

Groots in het klein zijn, zelfrelativerend als het kan, maar zonder compromissen als het om het doel gaat. Dat sfeertje in de - excusez le mot - ooit meest bekakte sport in België is ronduit aanstekelijk, al wordt het timmeren aan de weg om het wieler- en voetbalvolk van Vlaanderen voor het hockey te winnen. "Op het Europees kampioenschap in Boom vorig jaar heb ik toch een heel apart sfeertje ontwaard. En de finale is erg goed bekeken. Vrienden van mij liepen toen rond in Antwerpen en daar was die finale te zien op elk televisiescherm in de cafés."

Lammers is een van die gouden coaches in Nederland die zouden kunnen leven van lezingen en motivationele speeches bij bedrijven. Hij staat bekend als een coach die zijn atleten medezeggenschap geeft als er beslissingen genomen moeten worden. Ook de Belgen liet hij oordelen over het wedstrijdje-feestje sfeertje. "We hebben dat in Nederland ook gehad: de club die na de wedstrijd spelers gratis alcohol aanbood. De pilsjescultuur, hier dan pintjescultuur, die wilde ik er uit. Ik vroeg: jongens, willen jullie naar de top? Met hoeveel keer trainen? Meer trainen, oké. Met welke levensstijl? Geen pinten meer. Ook goed. De spelers kwamen met de suggestie om de clubs er op aan te spreken. De spelers drinken nu eerst genoeg dorstlessers na de wedstrijd, en pas dan een pintje, maar niet de internationals. Van hen verwacht ik dat ze 365 dagen op 365 prof zijn en één doel voor ogen hebben: de best mogelijk hockeyprestatie leveren.

Bij de Nederlandse vrouwen werd bier drinken en roken verboden. Daarop heb ik twee speelsters die bleven roken uit de selectie gezet. De ploeg had daar vrede mee, want die had dat zelf beslist. Bij de mannen in België waren er drie die zich niet in het programma wilden schikken. Die verdwenen tijdelijk, twee hebben een individueel traject gevolgd en zijn enige tijd later teruggekeerd in de selectie. Vijf kilo lichter.

De spelers hebben geleerd elkaar aan te spreken op gedrag dat niet is afgesproken. Bepalen jullie de regels maar, zei ik, en dat was in het begin lastig met Belgen, want die zijn dat niet gewend.

Ik zal niet de fout maken die veel Nederlandse voetbalcoaches (die allemaal verdwenen zijn terwijl ze twee jaar geleden nog met zes waren, hv) hier maken: ik wil niet alles in geen tijd veranderen. Ik heb geduld. Ik ben toch een halve Belg hoor, met die Brabantse achtergrond. Ons noemen de Hollanders uit het Westen ook Bourgondiërs net als jullie. Dat is best. Voor mij is een Bourgondiër iemand die heel vroeg opstaat, keihard werkt en dan geniet van wat hij gepresteerd heeft."

Sinterklaasspanning

Presteren op dit WK betekent beter doen dan de ranking, en dat is knap lastig als vijfde land van de wereld. Vierde zou al goed zijn, maar Lammers wil meer: "Een medaille, een plek bij de eerste drie, dat zou betekenen dat je weer een stap hebt gezet. Nederland, Duitsland, Australië en Engeland zijn de grote hockeylanden. Als we daar tussen kunnen komen, hebben we het goed gedaan."

Dat kan zomaar, want de Red Lions zijn een bijzonder team: ze zijn de jongste, de snelste en de fysiek sterkste selectie van de hele wereld. Voor Lammers een uitgelezen kans om zijn filosofie toe te passen: focussen op wat je goed kunt, van je acht een tien maken, zo pak je medailles. Uit tests bij TopSportsLab in Leuven is gebleken dat de hockeyers sneller en explosiever zijn dan de voetballers, maar dat verbaast hem geenszins.

"Dat hebben we in Nederland ook al gezien. Fysiek zijn wij bijzonder sterk, en dat kan nog beter. In wedstrijden waarin weinig strafcorners gefloten worden en het spel op en neer gaat, zie je dat de andere teams het na een tijd niet meer kunnen belopen. Daarom vind ik het jammer dat de twee speelhelften van 35 minuten na dit WK verdwijnen voor vier keer vijftien minuten. Dat is niet in ons voordeel, maar het wil niet zeggen dat we het anders gaan doen. Neen, we gaan nog harder lopen."

Dat gebeurt niet ondoordacht. De hockeyselectie traint en speelt met gps en hartslagmeting, zodat er een directe monitoring is van de fitheid van de speler die wordt afgemeten aan de hartslag die de speler haalt in combinatie met zijn verplaatsingssnelheid en versnelling. "Ik weet wanneer een speler in het rood zit. Ten minste, de computer weet dat en eigenlijk wisselt de computer. Pas als de hartslag is gezakt en het rode lichtje bij zijn naam groen is geworden, kan ik die speler eventueel terug in het veld brengen. Door die continue monitoring hebben we dertig procent minder blessures."

Het zelfbewuste van deze coach straalt inmiddels af op de selectie. Dat wordt nog versterkt door de aanpak van sportpsycholoog Jef Brouwers. "Jef en ik denken hetzelfde. We maken ons niet druk om wat we niet kunnen beïnvloeden, maar aan al het andere gaan we alles doen om het in ons voordeel te laten overhellen. Het team moet voor de wedstrijd in een flow komen, en hoe doe je dat? Door ervoor te zorgen dat ze weten dat alles klopt, dat alles goed is gegaan. Ik noem het de Sinterklaasspanning. De voorbereiding van het Sinterklaasfeest is het leukste wat er is. Maak je niet op voorhand druk om wat er in het pakje zit, want dat weet je toch niet."

Het WK Hockey begint vandaag, met bij de mannen België-Indië om 16u en aansluitend bij de vrouwen België-Nieuw-Zeeland. Beide wedstrijden zijn live te bekijken op Sporting Telenet, maar een deel van het toernooi is ook te volgen op Canvas.