Direct naar artikelinhoud

'Bij de minste twijfel draaien we terug'

De Belgische piloten die IS bombarderen reageren zelfverzekerd op de Russische beschuldigingen van burgerslachtoffers. 'Bij de kleinste kans op collateral damage blazen we de missie af.' Om hun zuiver blazoen te bewijzen geven ze een inkijk in hun werkwijze op de Al-Azraq-basis in Jordanië.

In Al-Azraq, op 90 kilometer van de Syrische grens, ligt niet alleen het op een na grootste vluchtelingenkamp, maar ook een belangrijke luchtmachtbasis. Van hieruit nemen 98 Belgen deel aan Desert Falcon, een Belgisch-Nederlandse operatie onder de internationale coalitie.

Koningsdag brengt dit jaar koning Filip naar de militaire basis van Al-Azraq, maar in zijn kielzog glippen ook wij mee. Terwijl de Belgische en Jordaanse koningen, beiden zelf F-16-piloot van opleiding, hun kennersoog over de vliegtuigen laten gaan, vragen wij de militairen wat ze zelf denken over het welles-nietesspel tussen België en Rusland.

Geen klassieke vijand

Ze spreken enkel anoniem, want in tegenstelling tot vorige missies komt de vijand nu tot in België. Dat bleek enkele maanden geleden nog maar eens toen IS-leden online de namen lekten van enkele Belgische militairen. "Voor mijn vertrek is er thuis toch een aardig woordje gesproken", klinkt het bij een technicus die instaat voor de bommen. "Tenslotte gaat het dit keer niet alleen over mijn eigen veiligheid, maar ook die van mijn familie."

De soldaat geeft een bevlogen uitleg bij de verschillende types bommen die IS van de Belgen te verwerken krijgt. De zwaarste weegt bijna twee ton, maar de lichtere komen vaker van pas. Ze liggen opgestapeld op een karretje met het opschrift 'Do not drop', wat hier op de Jordaanse basis ongetwijfeld het beste idee is. De militair wil me graag het ontstekingsmechanisme aan de achterkant van een bom tonen.

"Met deze knopjes kunnen we instellen wanneer ze moeten ontploffen, bijvoorbeeld 24 uur na inslag. Daardoor zouden er burgers in de buurt van de bom kunnen zijn, dus we doen dat in realiteit nooit. Bij de kleinste kans op collatoral damage gaat de opdracht niet door. Daarom kunnen we zo'n goed rapport voorleggen."

Sinds het begin van de operatie in juli zijn de zes Belgische F-16's 336 keer uitgevlogen. Bij 44 procent van die vluchten is minstens één bom gedropt, meestal in steun van Koerdische of Iraakse grondtroepen, maar ook voor het gericht uitschakelen van doelwitten. De Belgen gaan er prat op dat daarbij geen enkele burgerdode is gevallen. Dat is des te opvallender, gezien IS volgens veel experts gebruik zou maken van menselijke schilden. Een piloot legt uit waarom hij zo zeker is van zijn doelwitten.

"Wij krijgen onze opdracht binnen vanuit Qatar, waar de internationale coalitie zit onder leiding van de VS. Maar er zitten daar ook vier Belgen. Een van hen is de zogenaamde red card holder, die op elk moment de opdracht kan afblazen. Ik heb een rechtstreekse lijn met hem vanuit mijn cockpit. En dat is nodig. Regelmatig merk ik tijdens de vlucht dat het doelwit niet is wat we dachten, of dat er burgers rondlopen. Als we niet zeker zijn, draaien we definitief terug."

Als België de opdracht weigert, schuift ze door naar een ander lid van de internationale coalitie. Die zou verantwoordelijk zijn voor minstens 1.600 burgerdoden, maar daar hebben de Belgen dus niets mee te maken. Bij onze troepen klinkt het dat niet elk land zijn inzet in deze campagne zo scherp geformuleerd heeft.

"We nemen zoveel mogelijk maatregelen die de kans op burgerslachtoffers verkleinen", zegt majoor-generaal Frederik Vansina. "Dat zal een stuk moeilijker zijn als de strijd in Mosoel ook meer in de stadskern plaatsvindt. We hebben nieuwe munitie besteld die maar half zoveel explosieve lading heeft en daardoor wel bruikbaar is in dichtbevolkte gebieden. Maar zolang die er niet is, zullen we opdrachten in woonzones moeten weigeren."

Niet alleen de bevoegde minister, ook de piloten en hun bevelhebbers weerleggen daarmee de claim van de Russen dat België burgerdoden op zijn geweten zou hebben. Toch wringt het dat we ons zo op de borst kloppen, maar tegelijk het minst transparante land van deze coalitie zijn, na Bahrein. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerikanen, Fransen en Britten geven wij geen wekelijkse rapportering over het aantal bombardementen of de getroffen locaties.

"Ik ben het ermee eens dat je voldoende moet communiceren om een draagvlak bij de burger te behouden," zegt Vansina, die benadrukt dat het vooral een politieke beslissing is, "maar je mag tegelijkertijd de veiligheid in België niet in gevaar brengen. Hoe meer wij pochen dat we IS pijn doen, hoe meer we van onszelf een doelwit maken."

Maar dat we IS pijn doen, daar is Vansina zeker van.

"In twee jaar tijd hebben we de opmars van IS gestopt. Het is een taaie vijand, maar nu de coalitie luchtsteun kan bieden aan het Iraakse leger en de Koerdische strijders, ben ik er zeker van dat Mosoel zal vallen. Dat zal een zware slag zijn voor IS."