Direct naar artikelinhoud

'Je schrikt als je een dode ree op jouw weg vindt'

Ook in ons land vallen er vele verkeersslachtoffers onder de dieren. Maar liefst 25.000 beesten, groot en klein, worden er elke dag onbedoeld in België van de weg gemaaid. Gelukkig zijn er tellers als Lieven die alles keurig rapporteren.

Er is die gebeurtenis, als kind meegemaakt en moeilijk uit dat reservoir van herinneringen te verdrijven: je zit achter in de wagen na een familiefeest, tussen een paar balorige neven en nichten. Ineens, op een lange onverlichte kasseiweg stopt de chauffeur, dooft de lichten en zegt: 'Ik zal jullie iets tonen.'

Een paar minuten later floepen de 'fares' aan. Twee konijnen midden op de weg kijken op - in hunbright eyesde reflectie van de grote lichten van de wagen. Ze verstijven. De chauffeur duwt op het gaspedaal... Een kwartier later rij je verder, ontdaan, een lauw maar aflijvig dier in de kofferbak.

Moedwillig dieren doodrijden komt zelden voor. Wat de Australische kangoeroekiller bezielde, is onbekend: de man pleegde vluchtmisdrijf. In 2008 was er even nationale onrust in Portugal omdat stervoetballer Luis Figo bij het verlaten van een training een zwarte kat had platgereden. Hoe hij zich ook verdedigde - hij zei dat het een ongeval was - de afkeur was groot. Voor dieren rem je. Punt aan de lijn. Tenzij je ze niet zag komen. Dan heet doodrijden een ongeluk en is het dode dier een verkeersslachtoffer.

In ons land, met z'n dichtste wegennet van Europa, is het verkeer de belangrijkste onnatuurlijke doodsoorzaak bij dieren. Zo'n 8,8 miljoen sterven er jaarlijks op de weg. Om het waar, hoe en wanneer te vatten, zette Natuurpunt jaren geleden samen met de Vlaamse overheid het project 'Dieren onder de wielen' op. Vrijwilligers werd gevraagd hun omgeving te controleren op aangereden dieren.

Bredere aanpak

De trajecttellers - zo heten ze - rapporteren, hun gegevens worden verwerkt en op een landkaart gezet, via de website kun je meekijken. Op de kaart zie je 'zwarte punten', waar overrijden vaak voorkomt. "Dat betekent niet automatisch dat net daar de meeste doden vallen; het kan ook te maken hebben met een trajectteller die regelmatig en accuraat rapporteert", zegt Diemer Vercayie, coördinator van het project.

Op de kaart merk je bijvoorbeeld een strook tussen Pepingen en Halle waar veel dieren sneuvelen, en dat heeft met trajectteller Lieven Decrick te maken. Lieven is natuurmens én fietser, vaak met de ogen op het macadam gericht. "Ik had over het project gehoord op een studiedag. Toen ik op een ochtend, fietsend van thuis naar het werk, een doodgereden steenmarter vond, was mijn belangstelling gewekt. Dit was geen alledaags dier. Ik vroeg me af welke dieren hier nog het leven lieten.

"Ik bood me bij Natuurpunt aan en volg nu een traject van 3,5 kilometer. In totaal telde ik al 70 slachtoffers. Wat die dode dieren overkwam, daar kun je niets aan veranderen. Toch kunnen mijn vaststellingen belangrijk zijn. Ze kunnen op termijn bijdragen tot een bredere aanpak van het probleem.

" Mijn route is nochtans niet bijster interessant. Ik zou liever op een ander traject werken. Ik doe regelmatig fietstochten en merk dan plekken op waar je écht veel dode dieren vindt. Ik ben zelf conservator van een klein natuurgebied en in die buurt vallen vaak slachtoffers. Niet omdat de auto's daar sneller rijden, wel omdat de natuur daar beter is, en dat zorgt voor meer dieren. Het natuurgebied ligt aan beide kanten van de weg. Dieren steken over, met alle gevolgen van dien.

"Op het stuk tussen Pepingen en Halle bevinden zich vooral akkers. De fauna is er niet spectaculair en dus vind ik op mijn traject vooral dode konijnen, muizen, bruine ratten en houtduiven." Vorig jaar vond Lieven het beest van zijn leven. "Een ree, heel zeldzaam in deze streek. We wisten dat er enkele leefden in kleine bosjes, maar je schrikt toch als je er eentje dood op jouw weg vindt."

Trage kikkers

Dat Lievens werk nuttig is, lijkt duidelijk, maar wekelijks kadavers zien, platgereden, het is toch geen prettig gezicht. "En toch maakt ook dat deel uit van de natuur. Uiteraard vind je het spijtig als je een levenloos dier aantreft, anderzijds merk je hoe de natuur dit deskundig opruimt. Vele slachtoffers die ik 's morgens zie liggen, zijn 's avonds weg, dankzij de aaseters. In het beste geval zie ik een buizerd landen bij zo'n kadaver, ook dat is interessant voor de natuurliefhebber."

Bestaat het gevaar niet dat ook de aaseters aangereden worden? je ziet vaak genoeg pluimen op de weg. "Valt mee. De grootste opruimers zijn de kraaien en dat zijn zeer voorzichtige dieren, ze houden het verkeer goed in het oog."

Er bestaan ook écht onvoorzichtige dieren, die domweg, want zich niet bewust van het verkeer, de weg oversteken, zonder om zich heen te kijken. "Dat hangt van de diersoort af", zegt Lieven. "Fazanten steken nogal snel over, amfibieën zoals kikkers en padden zijn trager. Na het overwinteren, wachten ze op een zachte, natte nacht en steken dan soms massaal de weg over, met nefaste gevolgen."

Kijken de dieren dan niet naar wat er aankomt?(lacht): "Eerlijk gezegd, ik vraag me dat ook vaak af. Kijken dieren voor het oversteken niet eerst naar links of naar rechts? Een goede vraag voor een zoogdierspecialist, lijkt me. Lawaai schrikt af. En toch, de ree, een schichtig beest dat zich bij het minste gekraak in het bos uit de voeten maakt, is vaak slachtoffer.

Toegetakeld

"Vandaag nog las ik in een artikel dat in Nederland steeds meer reeën worden aangereden. Men zoekt volop naar oplossingen om dat te voorkomen. Er bestaan beweeglijke wildspiegels, die autolicht reflecteren en de dieren waarschuwen, maar de doeltreffendheid is nog niet bewezen. Toch waren die spiegels ook al bij ons in het Zoniënwoud gezet. Baat het niet, het schaadt ook niet."

Van chauffeurs met slechte bedoelingen, die jagen op dieren langs de weg, of die voor de fun dieren doodrijden, heeft Lieven geen kennis. Het onbedoelde aanrijden, daar gaat het over, het zuivere ongeval. Wat hij het uitdagendste vindt aan zijn... hobby?

"Hm, een hobby kun je zoiets niet noemen, maar boeiend is het wel. Je vertrekt 's morgens en weet niet wat je zal tegenkomen. Vaak zie je ook niet welk dier gedood werd, omdat het danig toegetakeld op de weg ligt. Dan is het gissen. Kun je er kop noch staart aan krijgen, dan rapporteer je 'zoogdier' of 'vogel'. Ik blijf gedrevenrapporteren. Dit vrijwilligerswerk, hoe macaber het ook lijkt, houdt me als natuurbeschermer scherp."