Direct naar artikelinhoud

De eurozone brandt weer

Het voorzichtige optimisme van vorige week is helemaal weggeëbd. De eurozone staat nog maar eens in lichterlaaie en het gewriemel in de krabbenmand wordt steeds onoverzichtelijker. Het lijkt wel een slechte soap. De schuldencrisis dijt elke dag een beetje verder uit en straks hangt zowat iedereen aan het noodfondsinfuus.

Nooit voorheen werd zo openlijk aan het voortbestaan van de muntunie in huidige vorm en samenstelling getwijfeld. Professor Paul De Grauwe is ervan overtuigd dat "de eurozone op een dag uit elkaar zal klappen" en superbelegger George Soros voorspelt enkel kommer en kwel. Vanzelfsprekend doet ook Nouriel 'Doctor Doom' Roubini zijn duit in het zakje: hij liet weten dat Europa dringend met besparingen moet stoppen om volop in te zetten op economische groei.

Maar het belangrijkste signaal kwam toch van Christine Lagarde. Na ECB-voorzitter Mario Draghi lijkt ook de Franse IMF-topvrouw stilaan haar geduld te verliezen. Kordaat zegde ze de Europese leiders - "jullie hebben nog drie maanden om de euro te redden" - de wacht aan. Maar die luisteren maar half en dus gaat het politieke geneuzel en getreuzel onverminderd door. Na haar warme pleidooi voor meer politieke en monetaire integratie zegt Angela Merkel weer ijskoud nein.

Voor mevrouw de bondskanselier zijn de grenzen van de Europese solidariteit duidelijk afgebakend. Ze gruwt van blanco cheques en 'gemakkelijke' oplossingen als eurobonds of een relancebeleid dat miljarden in de zwakke economieën pompt. Er zal dus door Obama en co nog behoorlijk wat moeten gepamperd worden om Angela volgende week op de G20-top in het Mexicaanse Los Cabos tot enige soepelheid te bewegen. Ze mag dan steeds geïsoleerder raken, de centen zullen hoe dan ook vooral van haar moeten komen.

Enkel Duitsland zit binnen het steeds armlastigere Europa nog goed bij kas. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat Merkel bereid is om helemaal alleen en zonder afdoende garanties mee te stappen in het 'allesomvattende masterplan' dat op de top van 28 en 29 juni zal worden voorgesteld. Ook dat lijkt bij voorbaat een doodgeboren kind.

Europa ligt meer dan ooit op apegapen omdat niemand nog in een echte oplossing lijkt te geloven. Het geeft te denken dat zelfs een reddingsboei van 100 miljard voor de Spaanse banken niet voldoende bleek om de financiële markten te kalmeren. De Europese leiders sloegen zichzelf fier op de borst omwille van hun snelle reactie.

Jammer genoeg geloofden de beleggers, voor wie wantrouwen stilaan een tweede natuur is geworden, er geen snars van. Misschien wel omdat er niet bij gezegd werd uit welke hoge hoed men dat geld nu weer zou toveren en wat de modaliteiten van deze nieuwe lening zouden zijn. Dus gingen ze onverstoorbaar door met het dumpen van Spaans staatspapier en joegen ze de rentes weer naar recordhoogtes.

Ook Italië krijgt het steeds moeilijker om tegen een 'aanvaardbare' prijs de overheidsschuld te financieren. Met dank aan de Oostenrijkse minister van Financiën Marina Fekter, die het vuurtje nog wat oppookte door in een tv-interview te verklaren dat ook premier Mario Monti zich snel tot het noodfonds zal moeten wenden. Monti liet boos weten dat Marina uit haar nek kletste en haar neus vooral uit andermans zaken moest houden. Te laat.

Het kwaad was geschied en Rome betaalde zich blauw op de geldmarkt. Maar het kan altijd nog erger. Dit weekend trekken de Grieken naar de stembus en dus circuleert het Grexit-scenario weer volop. Bij winst van het linkse Syriza, dat Athene wel in de eurozone wil maar geen boodschap heeft aan het opgelegde besparingsplan, plaatst Hellas zich zo goed als zeker buiten de muntunie en is de miserie helemaal niet meer te overzien.