Direct naar artikelinhoud

'Voor het weinige wat er is in Burundi, wordt hard gevochten'

Vijftig jaar geleden werden de voormalige Belgische voogdijgebieden Rwanda en Burundi onafhankelijk. Prins Filip en prinses Mathilde wonen maandag de herdenkingsplechtigheid in Burundi bij. Anders dan Rwanda raakte dat land vergeten en ondanks de Belgische miljoenensteun bleef het straatarm. Ex-VRT-journalist Guy Poppe verbaast zich daarover. Koen Vidal

Guy Poppe: "Burundi heeft een bijzonder woelige geschiedenis gekend. Net als in buurland Rwanda heerste er decennialang een cultuur van geweld. Het begon al voor de onafhankelijkheid met de moord op premier Louis Rwagasore. Hij was de oudste zoon van de Burundese koning en stond aan het hoofd van een partij die de tegenstellingen tussen Hutu's en Tutsi's wou overstijgen. Zijn moord was een bewijs dat de heersende Tutsi-klasse niet gediend was van een machtsdeling en dat is tot op de dag van vandaag een groot probleem in Burundi. De etnische tegenstellingen zullen meermaals tot bloedige gewelduitbarstingen leiden: 1965, 1972, 1988, 1993, een burgeroorlog die aansleepte tot 2008. Honderdduizenden mensen komen daarbij om het leven."

Hoe verklaart u dat die etnische tegenstellingen het land keer op keer naar de afgrond brengen?

"De Hutu-Tutsi-tegenstelling is slechts een oppervlakkige verklaring. Onder die tegenstelling liggen diepere oorzaken. In feite probeert een kleine elite al sinds de onafhankelijkheid haar politieke, militaire en economische macht met alle mogelijke middelen veilig te stellen. Decennialang waren dat Tutsi's, de laatste jaren deelt een Hutu-bovenlaag de lakens uit. Komt daar nog bij dat Burundi qua natuurlijke rijkdommen erg arm is. Je hebt er koffie, thee en katoen: allemaal producten die bijzonder afhankelijk zijn van de wereldmarkt. Vergeet ook niet dat de bevolking sinds de onafhankelijkheid is toegenomen van 1 naar 10 miljoen. Landbouwgrond wordt daardoor steeds schaarser. We hebben het hier over het op twee na armste land ter wereld. Voor het weinige dat er is, wordt een zeer harde strijd gevoerd."

Zijn er dan geen lichtpuntjes in de geschiedenis van dit land?

"Toch wel. Het vredesproces en de verkiezingen van 2005 waren belangrijke stappen in de goede richting. Langzaam zette Burundi zich op weg naar meer stabiliteit. De rechtstreekse presidentsverkiezingen van 2010 waren dan weer een gemiste kans, omdat verschillende partijen vonden dat ze buitenspel werden gezet en gewag maakten van intimidatie en verkiezingsfraude. Uiteindelijk trokken bijna alle oppositiekandidaten zich nog voor de stembusgang terug, waardoor de zittende president Pierre Nkurunziza zonder tegenstand verkozen werd en er een de facto eenpartijstaat tot stand kwam, met alle gevolgen van dien: beperkingen van democratische vrijheden, corruptie, slecht economisch beleid. De verworvenheden van 2005 konden onvoldoende wortel schieten."

Als voormalige koloniale mogendheid had België al die jaren geprivilegieerde banden met Burundi. België is nog steeds de belangrijkste bilaterale donor. Ook Brussel is er blijkbaar niet in geslaagd het land te stabiliseren.

"Historisch is het tegendeel waar: België heeft lange tijd een negatieve rol gespeeld. Als je op het ministerie van Buitenlandse Zaken de archieven over Burundi leest, dan valt op dat België in 1962 niets geleerd had van het fiasco van de Congolese onafhankelijkheid twee jaar daarvoor. Dezelfde fouten werden herhaald. De toenmalige Belgische regering had een probleem met sterke figuren als Lumumba en Rwagasore en besloot dan maar om die leiders te kortwieken. Het is toch opvallend dat de sporen die wijzen op een Belgische betrokkenheid bij de moord op Rwagasore nooit zijn nagetrokken.

"Net als in Congo geeft België er de voorkeur aan om een elite te steunen die niet de kwaliteiten heeft om een degelijke staat uit te bouwen. De Belgische ontwikkelingssamenwerking gebeurde lange tijd zonder al te veel visie en ook het feit dat het Burundese leger ondersteund werd door Belgische adviseurs doet toch wel veel vragen rijzen. De repressie van het leger heeft daar werkelijk voor honderdduizenden doden gezorgd en geregeld waren er Belgische militairen in de buurt. Pas na de moord op de democratisch verkozen president Melchior Ndadaye in 1993 en de militaire staatsgreep van 1996 worden de Belgen kritischer."

Guy Poppe is auteur van De moord op Rwagasore, de Burundese Lumumba (Epo)