Direct naar artikelinhoud

Kunstwereld steunt pleidooi voor Belgisch cultuurbeleid

In zijn opiniestuk pleitte Mortier voor “de oprichting van een federaal cultureel niveau in het België van de toekomst”. Ook wil hij dat het beleid van de nationale culturele instellingen dynamischer wordt, en ijvert hij voor een coherente Belgische cultuurpolitiek.

Tom Lanoye is het “helemaal eens” met zijn vakbroeder. “Natuurlijk bestaat er naast de Vlaamse ook een Belgische cultuur, net zoals er ook een Europese cultuur bestaat. En natuurlijk moeten wij Vlamingen de belangrijke Belgische instellingen steunen. Ik begrijp de mensen niet die vrezen voor een terugkeer naar La Belgique à papa. Die tijd komt nooit meer terug. En we laten als Vlamingen enorme kansen liggen als we instellingen als de Albertinabibliotheek, het Afrikamuseum en de Munt verwaarlozen.”

Jan Goossens, artistiek leider van de KVS in Brussel, spreekt van een “zeer pertinent stuk”. “Ik vind het belangrijk om te zeggen, zoals Mortier ook doet, dat de regionalisering van de culturele sector zeer goede resultaten heeft opgeleverd. Maar het is eveneens een juiste vaststelling dat je er niet komt als je geen bruggen slaat naar het Belgische en het Europese niveau. Helaas worden mensen te veel beheerst door ideologische en andere angsten om dat onder ogen te zien.” Mortiers suggestie dat instellingen als de KVS de komst van een nationaal cultuurniveau kunnen voorbereiden, steunt Goossens eveneens van harte: “We doen dat al. We werken al jaren samen met Théâtre National.”

‘Dedain’

Ook kunstenaar Luc Tuymans is gewonnen voor Mortiers idee: “Het zou een aanzet kunnen zijn om los te komen van de polarisatie en de verlamming tussen twee gemeenschappen die elkaar niet verstaan en niet met elkaar communiceren. Of het in de praktijk ook gaat werken, moeten we natuurlijk afwachten.”

Paul Dujardin, directeur van het Paleis van Schone Kunsten, houdt een slag om de arm. “Laat ik vooropstellen: de intentie van Erwin is goed. Maar ik denk niet dat hij goed weet waarover hij praat. Het is toch vreemd dat hij het PSK helemaal niet noemt in zijn stuk. Daarbij gaat het bij de nationale instellingen niet in de eerste plaats om politiek. De belangrijkste vraag is niet: ben je Vlaams, Frans of Belgisch, maar word je goed en efficiënt bestuurd. Als dat het geval is, ben je al een heel eind. En daarna zul je je in de toekomst moeten gaan plaatsen in een federaal Europa met een president en sterke regio’s.”

Filmregisseur Jan Verheyen is dan weer minder te spreken over Mortiers stuk: “Wat mij stoort, is het dedain”. Mortier creëert een hele gemakkelijke tegenstelling tussen Bart De Wever als bouletten bakkende boer en de kosmopolitische elite van schrijvers en kunstenaars waartoe hij zelf behoort. Dat vind ik onfris, en ook intellectueel oneerlijk.” Wel steunt Verheyen Mortiers oproep om meer dynamiek bij de nationale culturele instellingen. “Neem Cinematek, het voormalige Filmmuseum. Dat instituut functioneert prima, en heeft een internationale reputatie. Toch zijn er nu in Vlaanderen en Wallonië initiatieven om ook eigen filminstituten op te richten. Dat is pijnlijk en absoluut inefficiënt.”