Direct naar artikelinhoud

Rechts is de klassieke media beu (en links ook een beetje)

Als u dit leest, vindt u het blijkbaar nog de moeite om een krant te raadplegen, digitaal of op papier. In rechts-conservatieve kringen vindt men dat niet meer. Daar wil men de mainstream media het liefst omzeilen. Via sociale media of eigen kanalen, zoals Sceptr.net, dat volgende week wordt gelanceerd. Een analyse, met Fidel Castro als spilfiguur.

Het zijn simpele zinnetjes, maar ze leggen een pittig conflict bloot tussen de nieuwe en de oude media. U ziet ze staan als u een artikel hebt gelezen op de website van N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover, helemaal onderaan de pagina: "Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken."

Een massaal publiek zal De Roover met zijn website allicht niet hebben, maar in theorie is het voor een politicus vandaag mogelijk om via sociale media meer volk te bereiken dan om het even welke krant. In Denemarken heeft een minister het al zover gebracht, vertelde N-VA-staatssecretaris Theo Francken onlangs in De afspraak op vrijdag, en het was duidelijk dat hij hoopt ooit hetzelfde te doen: rechtstreeks alle burgers aanspreken, zonder dat er nog een journalist aan te pas moet komen.

Dat politici hun boodschap 'ongefilterd' de wereld kunnen insturen, vindt Francken een goede zaak. Daar is nood aan, zegt hij, want de klassieke media kampen met een serieus geloofwaardigheidsprobleem: zo wordt er te veel geopinieerd en dat stoort veel mensen. En dus zoeken die mensen andere kanalen.

De Vlaamse rechterzijde leeft op gespannen voet met de traditionele media, tegenwoordig soms kortweg MSM genoemd, van MainStream Media. In februari 2017 is het precies vijftien jaar geleden dat Peter De Roover zélf, toen nog geen politicus maar lid van de Vlaamse Volksbeweging, hoofdredacteur werd van Punt, een rechts-conservatief blad dat een alternatief moest zijn voor Knack, dat voor de radicale Vlaming te links en te progressief was. Punt werd gefinancierd door een aantal Vlaamse ondernemers, maar moest al na negen nummers de boeken dichtdoen. Was het blad niet goed genoeg gemaakt, zoals de uitgever vond, of deugde de marketing niet, zoals de hoofdredacteur zei? In elk geval had het absoluut geen succes.

Maar de tijden zijn veranderd. De honger naar een rechtse invalshoek op het nieuws lijkt groter dan ooit, en een website lanceren kost maar een fractie van de investering die een papieren magazine vergt. Wat De Roover destijds niet lukte, lukt Jonas Naeyaert straks misschien wel.

Op donderdag 8 december lanceert Naeyaert, tot augustus van dit jaar woordvoerder van de Vlaamse Volksbeweging, een nieuwe rechts-conservatieve website. Sceptr.net wil "objectief nieuws, krachtige analyses en stimulerende opinie" brengen en, net zoals Punt destijds, ingaan tegen de mainstream. "Journalisten lijken vaak hetzelfde te denken", luidt het op de voorlopige homepage. "Uit een studie van 2013 bleek dat 56 procent van de Vlaamse journalisten links denkt. Hierdoor wordt onze berichtgeving verarmd. Niet alleen krijgen we identieke verslaggeving te lezen, er wordt ook een pensée unique, een eenheidsdenken gepromoot."

Van Sanders tot Trump

Het idee ontstond in de omgeving van Karl Van Camp, hoofdredacteur van het Vlaamse, rechts-conservatieve weekblad 't Pallieterke. "Het ongenoegen over de klassieke media is zeer groot", zegt hij. "U moest eens weten hoeveel mensen ik ken die gewoon geen krant meer lezen. Ook hoogopgeleide mensen, hoor. Ze hebben afgehaakt omdat ze zich niet meer herkennen in hun krant. Omdat ze zich voortdurend ergeren aan de gekleurde berichtgeving."

Denk aan de verslaggeving over de dood van Fidel Castro, zegt Van Camp. "In sommige artikelen en programma's werd die man bijna opgehemeld. Terwijl hij geen haar beter was dan de Syrische president Bashar al-Assad. Ik hoorde op de VRT dat veel Cubanen naar de VS waren geëmigreerd, terwijl dat uiteraard 'gevlucht' moet zijn. Journalisten camoufleren voortdurend de werkelijkheid. Je ziet dat ook als ze bij een misdaad de afkomst van de dader verzwijgen. Soms worden nieuwsfeiten gewoon weggegomd."

Maanden geleden al werd Van Camp aangesproken door een aantal zakenmensen, wier identiteit hij niet mag onthullen, die nog eens wilden investeren in iets nieuws. "Tegelijk kende ik een paar jonge mensen die graag met iets digitaals wilden beginnen", zegt Van Camp. "Ik heb die twee partijen met elkaar in contact gebracht. Jonas Naeyaert werkt al een tijdje mee aan 't Pallieterke en ging akkoord om dat nieuwe project te leiden."

Nee, met de Amerikaanse website Breitbart.com wil Naeyaert zijn nieuwe project niet vergelijken. "Breitbart doet echt aan propaganda voor Donald Trump", zegt Naeyaert. "En dat willen we niet. We willen meer feiten brengen, en minder commentaar. We willen objectief zijn, hoewel we weten dat 100 procent objectiviteit niet bestaat. Wat we misschien gemeen hebben met Breitbart, is dat we een leemte vullen. Er schort iets aan de manier waarop de media te werk gaan. Dat hebben we in de VS gezien: zowel de kansen van Bernie Sanders bij de Democraten als die van Donald Trump bij de Republikeinen werden schromelijk onderschat. Dat merken de lezers ook. De meeste journalisten hebben geen voeling meer met wat er leeft, ze denken vanuit hun linkse vooroordelen. En dat leidt tot ontevredenheid bij de consument."

Naeyaert heeft de Britse publicist Theodore Dalrymple, ooit de intellectuele goeroe van N-VA-voorzitter Bart De Wever, alvast kunnen strikken als columnist. Ook VUB-prof en China-kenner Jonathan Holslag zal volgens Naeyaert af en toe een bijdrage schrijven over geopolitiek - al ontkent de betrokkene dat zelf. "Jonas is een beetje te voortvarend", aldus Holslag. "Er is nog niets afgesproken."

Wie zeker wél zullen meewerken aan Sceptr.net zijn onderzoeksjournalist Thierry Debels en Frans Crols. De ondertussen 74-jarige Crols is behalve oud-directeur van Trends ook oud-strijder van de Vlaamse Beweging en medewerker van 't Pallieterke. "Jonas is een talent", zegt Crols. "Hij zal dat goed doen. Ik zal bij Sceptr.net vooral over economie schrijven. Wij willen een alternatief zijn voor het kuddedenken in de Vlaamse journalistiek. Alles begint op elkaar te lijken. Een deel van het publiek wordt niet meer bediend, voor hen zijn de klassieke media haast irrelevant geworden."

Journaille en hoernalisten

De spanningen zijn dus niet van gisteren. De Vlaamse rechterzijde heeft de klassieke media altijd al tamelijk irrelevant gevonden. Alleen is dat gevoel sinds de doorbraak van de N-VA mainstream geworden.

Het Vlaams Blok sprak ruim twintig jaar geleden over 'hoernalisten' en 'linkselaars', naar alle waarschijnlijkheid een samentrekking van 'linkse zeveraars'. Filip Dewinter hield zijn publiek tijdens toespraken graag voor dat ze niet moesten luisteren naar "de hoernalistieke klasse": "Geloof niet wat de kranten over het Vlaams Blok schrijven. Geloof die vuilspuiterij niet, maar alleen wat wij in onze eigen tijdschriften schrijven."

Van al die verwijten klinkt vandaag bij de N-VA een duidelijke echo. De 'hoernalisten' zijn het 'journaille' en de 'linkselaars' zijn 'linkiewinkies' geworden, maar de kern van de boodschap is dezelfde: luister niet naar die linkse journalisten, luister liever naar onze 'ongefilterde' informatie. Voor de N-VA zijn niet alleen linkse partijen, maar ook de media een tegenstander. "En daarmee maken ze de juiste analyse", vindt Frans Crols. "De media lijken zich er echt op te verlekkeren als ze de N-VA kunnen pakken. Vooral bij De Standaard is dat probleem groot, De Morgen is correcter, moet ik toegeven. Maar alleen De Tijd dwingt nog echt respect af."

Ides Debruyne, directeur van Journalismfund.eu, dat onderzoeksjournalistiek stimuleert, ziet de toenemende spanningen tussen media en politiek met lede ogen aan. "De aanval op de media is volop ingezet", zegt hij. "Dat zie je vandaag overal in Europa, van Polen tot Nederland en Duitsland. Het gaat om een duidelijke strategie uit rechts-populistische hoek: men wil de geloofwaardigheid van de media ondermijnen."

Toch begrijpt Debruyne sommige bezwaren ook wel. "Ik vond dat Fidel Castro in de verslaggeving na zijn dood inderdaad nogal soft werd geserveerd. En ik denk eveneens dat veel journalisten te politiek correct zijn, bijvoorbeeld als het gaat over de afkomst van criminelen. Daar hebben rechtse critici een punt. Europese journalisten zijn, meer dan hun Angelsaksische collega's, geneigd om rekening te houden met het effect van wat ze schrijven. Dat heeft te maken met het trauma van de Tweede Wereldoorlog: we willen niet dat het opnieuw uit de hand loopt. Dat verklaart een stuk van de terughoudendheid, maar daar moeten journalisten van af, als ze relevant willen blijven."

Initiatieven zoals Sceptr.net juicht Debruyne toe. "Meer diversiteit in de media is altijd goed", zegt hij. "Andere media brengen een ander soort nieuws. De mainstream media leggen de lat momenteel te laag, volgens mij. Ze volgen een commerciële logica en willen iedereen bereiken. Maar het publiek is beter opgeleid dan vroeger en verwacht meer inhoud en expertise. Websites zoals Apache.be en De Correspondent komen daaraan soms beter tegemoet, met langere en diepgravende artikelen."

Wees zélf de media

Sceptr.net is in ons land niet het eerste alternatieve medium. Aan de rechterzijde is er al Doorbraak.be, sinds 2012 de digitale voortzetting van het vroegere ledenblad van de Vlaamse Volksbeweging, dat al sinds 1962 bestaat. Doorbraak.be wil de N-VA op haar communautaire koers houden en een forum bieden aan stemmen die in de reguliere media zelden aan bod komen. Zo raken Vlaams Belangers er wel hun opiniestukken kwijt, wat ze bij pakweg De Standaard, De Morgen en Knack nog altijd niet kunnen.

Maar ook ter linkerzijde kent Vlaanderen alternatieve media. Zo staat Mo* als blad en website hoog aangeschreven bij professionals uit de ontwikkelingssamenwerking en is Dewereldmorgen.be een kanaal dat onder meer wordt gefinancierd door de vakbonden en de Noord-Zuid-beweging. Ook die alternatieve media zijn ontstaan uit onvrede met de klassieke media. Onder het motto 'Don't hate the media, be the media' - haat de media niet, wees zélf de media.

Kortom, als rechts nieuwe digitale initiatieven ontvouwt, dan doet het wat links al jaren doet. Behalve een opgestoken middelvinger naar de klassieke media is het ook gewoon een inhaalmanoeuvre. Onder hetzelfde motto. In zijn laatste column op Knack.be vraagt Louis Ide, algemeen secretaris van de N-VA, zich ook al af waarom Fidel Castro op de VRT geen dictator werd genoemd. "Mensen zijn ontvoogd, denken zelf na, ook over wat de klassieke media hen brengen", schrijft Ide. "Feiten zoeken we zelf wel op en interpreteren we zelf wel. Is dat niet gewoon democratischer? Is het dan niet logisch dat steeds meer mensen zich afvragen of ze de klassieke media wel nog nodig hebben? We kunnen zélf onze feiten zoeken, én beter. Compañeros, de media, dat zijn we zelf."

Dat links en rechts eigenlijk precies dezelfde klachten hebben over de media, wordt bevestigd door antropoloog Jan Blommaert, die vaak schrijft voor Dewereldmorgen.be. "Vlaanderen heeft inzake alternatieve media een voorsprong", zegt Blommaert. "De rest van de wereld kijkt met afgunst naar wat hier allemaal kan - van Apache.be tot Mo*."

Is deze evolutie een terugkeer naar de tijd van de verzuiling, toen de meeste media nog een duidelijke politieke kleur en ideologische inspiratie hadden? "Het heeft in elk geval te maken met de commercialisering van de media", zegt Blommaert. "Een commerciële krant moet mikken op de grootste gemene deler. Maar daardoor wordt de marge breder, voelt een steeds grotere groep mensen zich uitgesloten, zowel links als rechts. "

Zo zitten mainstream journalisten gevangen, zegt Blommaert. "De berichtgeving zelf staat vandaag ter discussie. Neem inderdaad het nieuws over Fidel Castro. Op Radio 1 hoorde ik een gesprek met iemand die sympathie had voor de man. Maar hij kreeg uitsluitend negatieve vragen. Zo is niemand tevreden. Links zal denken: wat voor een idiote vragen waren dat nu weer? En rechts zal denken: welke idioot hebben ze nu weer aan het woord gelaten? (lacht) U hoort het: ik zou vandaag niet graag journalist zijn."