Direct naar artikelinhoud

Anouk

'Er is een tijd geweest dat ik de intro van 'Nobody's Wife' maar hoefde te horen of mijn maag draaide al binnenstebuiten''Als het klopt dat kinderen uiteindelijk toch weer dezelfde fouten maken als hun ouders, ziet mijn toekomst als moeder er niet erg rooskleurig uit''Als je ziet wie er nu in de hitparade staat. Dat zijn kids. Foetussen van dertien. En die veroveren de wereld'

@9* eind blokje=

Ik ga mijn bek niet houden omdat ik toevallig met de dood word bedreigd

Ze blijft een omstreden figuur. Op haar 29ste heeft Anouk hits gescoord en flops overleefd, maar haar grote mond is ze er niet bij ingeschoten. De Nederlandse zangeres die ooit zong dat ze nobody's wife zou worden is intussen gelukkig hertrouwd en wordt binnenkort moeder van haar derde kind. Tussendoor heeft ze een nieuwe cd opgenomen, staat ze voor het eerst sinds jaren weer eens met een single in de hitparade, en is ze er zich van bewust geworden dat ze nog steeds goed in de markt ligt. 'Er staan altijd wel een paar fans in de zaal waarvan ik weet dat ik het hen geen twee keer zou moeten vragen. Mannen én vrouwen.'

door BART STEENHAUT

Anouk is aangenaam gezelschap. Ze praat honderduit, heeft over alles een mening en gebruikt interviews niet louter als een manier om haar nieuwe plaat te promoten. "Ik ben in de eerste plaats op zoek naar een goed gesprek", zegt ze zelf. Tijdens onze vorige ontmoeting (twee jaar geleden in New York) liep het interview zolang uit dat ik op de duur geen bandjes meer had om haar gedachtestroom op te nemen. Het vijfsterrenhotel waar we elkaar vandaag terugzien is even duur, maar dichter bij huis. Al valt Anouk, in een rode jogging die haar buikje bloot laat, ook hier op tussen de in en uit wandelende maatpakken. De laatste keer dat ze de pers haalde was toen ze eerder dit jaar het huis wilde verkopen waar haar moeder woonde. Die eiste een schadevergoeding en de Nederlandse paparazzi beleefden een hoogdag. Het heeft haar vertrouwen geen goed gedaan. De enige plek waar ze naar eigen zeggen nog echt tot rust kan komen is thuis, bij haar gezin. Ze is al een tijdje getrouwd met Postmen-frontman Remon Stotijn, met wie ze ook twee songs voor Hotel New York schreef, haar vierde studioplaat inmiddels. Een opvallend beschaafde plaat, overigens. Zeker voor haar doen.

"Dat ben ik met je eens", knikt ze wanneer het onderwerp ter sprake komt. "Ik vond de vorige cd ook wel lekker, maar die was zo hard dat geen enkele radio hem wilde draaien. Niet in Europa. Niet in Nederland. Nergens. Daar heb ik nu rekening mee gehouden, want ik wil toch weer heel graag gaan spelen. En als niemand mijn platen draait, word ik ook niet geboekt. Er staan wat meer ballads op, omdat ik me daar zelf ook wel sterk in vind. Maar live ga ik toch liever voor de hardere nummers. Daar zet ik drie rustige songs achter elkaar, en knal ik nadien weer lekker verder. Mijn concerten moeten rocken."

Als ik je op het podium uit je dak zie gaan kan het niet anders of optreden is een enorme ontlading voor jou.

"Dat is het ook. Wanneer ik na een concert de kleedkamer binnenstap heb ik het gevoel dat ik iets van me af heb kunnen schudden, dat ik mijn hart weer even heb mogen luchten. Dan valt er een enorme spanning van me af."

Hoe ga je dan met die spanning om als je, zoals nu, een jaar geen podium van dichtbij hebt gezien?

"Dat valt niet mee. (lacht) En dan vind ik het ook enorm zenuwslopend om nadien weer te gaan spelen, omdat ik dan het gevoel krijg dat ik weer helemaal van nul moet beginnen. Al is het wel fijn om met nieuwe songs aan de slag te gaan. Als je jarenlang met steeds weer dezelfde nummers aan de slag moet, komen ze je op de duur echt de strot uit. Er is een tijd geweest dat ik de intro van 'Nobody's Wife' maar hoefde te horen of mijn maag draaide al binnenstebuiten. Dat is ook de reden waarom we het door de jaren in tien andere jasjes hebben gestoken. Ik moet er zelf ook nog wat lol aan beleven. Er is niks aan om zo'n hit op automatische piloot af te haspelen louter omdat het publiek dat leuk vindt."

Heb je nummers die je vroeger na aan het hart lagen maar waarin je je nu nog nauwelijks kunt herkennen?

"Natuurlijk. Ik was pas twintig toen ik 'Nobody's Wife' schreef. Intussen zijn we tien jaar verder, en sta ik heel anders in het leven. Voor mij was die song een statement, een onafhankelijkheidsverklaring. Maar hoe hard ik toen ook zong dat ik nooit nog nobody's wife zou worden, intussen ben ik toch weer getrouwd. Never say never again, want de kans is groot dat je daar achteraf toch op terug moet komen. En als ik dat nummer nu zing zit daar nog altijd die strijdvaardigheid van toen in. Dat gevoel van 'ze krijgen me er niet onder' is niet verdwenen."

De schrijfster Connie Palmen zei onlangs in een interview dat veel vrouwen gewoon doelbewust op zoek gaan naar een schoft, naar een vent die niet te vertrouwen is. Herken je je daarin?

"Nee. Ik heb vroeger altijd van die hele lieve vriendjes gehad. En juist daarom ben ik er uiteindelijk toch nooit bij gebleven. (denkt na) Misschien heeft Palmen dus toch een punt. Lieve mannen zijn wel leuk, maar ze gaan heel gauw vervelen. Daar wals ik zo overheen. Ik ben ook altijd zelf bij hen weggegaan. Nu, een echte schoft is ook niks voor mij, al vind ik het wel leuk als er wat weerwerk wordt geboden. Je mag nooit te zeker zijn van elkaar, anders is de spanning er zo af. Voor mij is het net leuk om te weten dat ik voortdurend op mijn hoede moet blijven. Ik besef heel goed dat Remon maar even met zijn vingers hoeft te knippen of er staat al iemand anders klaar. Hij ligt ontzettend goed bij de vrouwen. Ik ben niet gek."

Maar omgekeerd geldt precies hetzelfde: iedereen wil wel eens met die Anouk naar bed.

(grinnikt) "Ja, zo is dat. Mannen én vrouwen. Ben ik best trots op, trouwens. Ik weet gewoon dat een boel lesbische vrouwen me een stuk vinden. Mannen zullen niet zo snel voor mijn neus staan zwijmelen, maar als ik tijdens optredens in het publiek kijk zie ik heus die blikken wel. Er staan er altijd wel een paar in de zaal waarvan ik weet dat ik het hen geen twee keer zou moeten vragen."

Volgens mij schrik je veel mannen af omdat je zo direct bent. Je staat niet echt bekend als iemand die haar meningen netjes inkleedt om er niemand mee voor het hoofd te stoten.

"Klopt, al denk ik dat het beeld dat de buitenwereld van me heeft niet strookt met de realiteit. Ik heb wel een grote bek, maar daarnaast zitten er ook karaktertrekjes aan mezelf die haast niemand kent. Wij hebben elkaar al een paar keer gesproken, dus jij hebt vast een heel ander beeld van me dan de mensen die alleen de boekjes lezen. Ik ontmoet nog regelmatig journalisten die de wildste verhalen over me hebben gehoord, maar als ze me dan ontmoeten blijk ik meestal heel anders dan verwacht. Dat zegt wat, denk ik."

De voorbije jaren zijn de gelukkigste uit je hele leven geweest, maar het cliché wil dat geluk nefast is voor de creativiteit. Merk je daar wat van?

"Nee. Natuurlijk: ik heb nu twee kinderen, en ik word niet creatief wanneer ik luiers sta te verschonen. Dus het schrijven van nieuwe nummers neemt sowieso meer tijd in beslag. Ik kan nu niet meer van de ene dag op de andere beslissen dat ik in afzondering ga om mijn volgende plaat te schrijven. Tegenwoordig moet er zorgvuldig gepland worden. Maar in principe is er niet zoveel veranderd. Ik ga nog steeds vier, vijf keer per jaar weg met Bart (van Veen, haar vaste songschrijver, BS) om nieuwe stukken te schrijven. Het enige verschil is dat ik nu eerst elke keer een paar dagen nodig heb om in de juiste vibe te komen. En voor het eerst heb ik ook twee nummers thuis geschreven. Met Remon. Dat was me voordien nog nooit gelukt."

Toen we elkaar de vorige keer spraken, zei je dat je lang bang was geweest dat je tijdens een optreden zou worden neergeschoten. Hoe denk je daar nu over? Een paar weken geleden werd de filmregisseur Theo van Gogh koudweg afgemaakt. Het gevaar komt steeds dichterbij

"Dat is waar, al kwam Van Gogh toch uit een heel andere hoek. Ik heb mijn hart ook wel op mijn tong, maar het soort uitspraken die hem zijn kop hebben gekost zijn nooit in me opgekomen. Ik beledig geen mensen. Sowieso niet. Maar het ligt evenmin in mijn aard om nu plots op mijn woorden te gaan letten. Ik ben jaren geleden al bedreigd. Toen zou ik ook neergeschoten worden. Maar dat wil niet zeggen dat ik sindsdien mijn bek hou. En ik leef nog steeds. Al ben ik me er wel van bewust dat het altijd kan gebeuren. Op elk optreden, elk festival. Er hoeft tussen die paar duizend mensen maar één idioot met een pistool te staan, en ik ben er geweest. Dat heb je nooit in de hand."

Sta je daarbij stil voor je het podium opstapt?

"Neen. Dan nét niet. (lacht) De gedachte flitst wel eens door mijn hoofd, maar ik laat er mijn doen en laten niet door bepalen. Als je dat doet heb je op de duur helemaal geen leven meer. Kijk: toen ik hoorde dat Van Gogh was vermoord, reageerde ik geshockeerd, net als iedereen. Alleen vind ik dat de media daar veel te lang op door blijven gaan. Ze fokken de mensen op. Ik zag titels als 'Zijn we in oorlog?' voorbijkomen op het journaal. Dat maakt het alleen maar erger. Daardoor worden mensen opgejut, wakkeren ze de agressiviteit aan. Nog even en er worden weer kerken en moskeeën in brand gestoken. Terwijl de waarheid nooit zwart of wit is. Nooit."

Heb je Idool een beetje gevolgd?

"De eerste keer wel. Of tenminste: de audities. Dat was heel geestig om naar te kijken."

In de Vlaamse versie was jij tijdens die audities de meest gecoverde zangeres. Het leek wel of een op de twee kandidaten voor 'Michel' had gekozen.

"Dat heb ik gezien, ja. Wat een giller. (lacht) Maar tegelijk voelde ik me toch wel gevleid. Ook al was het soms superslecht gezongen, en werd het nummer links en rechts behoorlijk verkracht."

Je vindt het niet vreemd dat een van jouw persoonlijkste nummers plots in zo'n circus opduikt?

"Ja, dat wel. 'Michel' vertelt natuurlijk mijn verhaal, maar inmiddels hebben een heleboel mensen daar hun eigen herinneringen bij, associëren ze het met momenten uit hun leven. Trouwens: wanneer ik nu een tekst schrijf waar veel van mezelf in zit, leg ik hem niet meer uit achteraf. Aan niemand. Omdat zoiets afbreuk doet aan de inhoud. De luisteraar moet er zijn eigen fantasie op los kunnen laten, en als die er mijn hele levensverhaal al bij kent werkt het niet. Ik heb als tiener ook songs gehad waar ik een hele wereld aan had opgehangen, tot ik achteraf te weten kwam dat het eigenlijk over iets heel banaals ging."

Je bent intussen moeder van twee jonge kinderen. Heb je sindsdien met het idee gespeeld om je carrière terug te schroeven?

"Nee. Nu ik kinderen heb ben ik net veel strijdbaarder ben geworden. Veel mensen denken wellicht dat ik het met twee koters in huis wat rustiger aan ga doen. Nou, mooi niet. Ik wil niet beweren dat het eenvoudig is om een zangeres te zijn wanneer je twee kinderen hebt, maar ik zou het niet willen missen. De ontlading blijkt veel groter wanneer ik nu op het podium sta."

Je vader liet zijn gezin in de steek toen je nog heel klein was. Merk je dat dat littekens heeft nagelaten nu je zelf een kind opvoedt?

"Ik wil het natuurlijk beter doen dan mijn eigen ouders, maar dat wil iedereen. Dus hopelijk raken Remon en ik niet op elkaar uitgekeken en blijven we een hecht gezin. Maar dat heb je niet in de hand. Als we over een paar jaar doodongelukkig naast elkaar op de bank zitten, heeft het ook geen zin. Het minste wat je dan kunt doen is je trots opzij zetten voor de kinderen en toch nog als volwassenen met elkaar om blijven gaan. Het punt is dat veel kinderen uiteindelijk toch weer dezelfde fouten maken als hun ouders. En in dat geval ziet mijn toekomst er niet erg rooskleurig uit."

Je hebt geen enkel contact meer met je ouders. Mis je dat soms niet: het gevoel van een familie om je heen te hebben?

"Jawel. Vooral voor mijn kinderen, want die missen dat ook. Als er iets leuks met mijn kinderen gebeurt is er niemand die ik kan bellen. Klote. Het leven is niet gelopen zoals ik het gewild had, maar daar valt niets meer aan te veranderen. En gelukkig heb ik fantastische schoonouders. Zonder hen zou ik het wel kunnen vergeten om mijn carrière met een gezin te combineren. Op dat vlak heb ik het echt getroffen. Ik moet in mijn leven dus toch iets goed hebben gedaan. Als ik zie hoe dat gezin aan elkaar hangt, denk ik vaak: jullie beseffen niet hoe goed jullie het hebben. Dat had ik als kind ook al toen ik bij vriendinnetjes thuis kwam. Daar was het altijd heel leuk en gezellig. Niet te vergelijken met wat ik thuis had."

Je vorige cd heb je in New York geschreven. Dit keer ben je naar Hotel New York getrokken in Rotterdam, op tien minuten van je deur. Zijn de budgetten gekrompen?

"Dat ook, ja, al had het vooral te maken met het feit dat ik altijd in de buurt van mijn kinderen wilde zijn. Ze zijn nog te klein om zelf zomaar aan het andere eind van de wereld te gaan zitten. En het had ook met geld te maken, ja. De platenfirma zat behoorlijk op haar centen. Ik moest een hoop heisa maken om uiteindelijk de helft los te krijgen van wat ik eigenlijk hebben wilde. Hotel New York is uiteindelijk met een kwart van het budget van de vorige cd gemaakt."

Hoe zit het met je plannen om naar Bali te verhuizen en op je luie kont in de zon te gaan liggen?

"Dat zal nog even moeten wachten. Ik wil eerst nog wat werken, en dus zit ik voorlopig vastgekluisterd aan Europa. Maar als ik morgen in Amerika een goeie deal kan bedingen, ben ik wel weg. Maar dan moet ik er wel wat te doen hebben, want niks is zo frustrerend dan in New York te zitten niksen terwijl iederéén daar druk zit te doen. Ik kick echt op die vibe. En het blijft een droom om ooit nog eens een Grammy vast te kunnen houden, al besef ik dat die kans steeds kleiner wordt. Ik ben bijna dertig, heb twee kinderen. Ik sta al met één been in het graf. Als je ziet wie er nu in de hitparade staat. Dat zijn kids. Foetussen van dertien. En die veroveren de wereld. Er zit gewoon een lading artiesten aan te komen die zich opmaakt om mijn generatie van de kaart te vegen. Daarom vind ik het nu des te leuker dat mijn single weer in de toptien staat. Niet alleen omdat dat lang geleden was, maar ook omdat ik weet dat het morgen afgelopen kan zijn."

Hoor je wel eens zo'n nieuw zangeresje op de radio waarvan je denkt: 'Daar moet ik voor opletten'?

"Neen. Nooit. De enige zangeres waar ik het echt warm en koud tegelijk van krijg is Lauryn Hill. Dat niveau zal ik van mijn leven niet halen. Ik zou graag nog eens iets horen dat me echt van mijn sokken blaast, iemand die me doet beseffen dat ik beter mijn mond kan houden. Maar dat gebeurt niet. Alanis Morissette was vroeger te gek, maar daar hoor je niks meer van. Die zweeft nu al jaren op een wolk waar ze volgens mij nooit meer afkomt. En Avril Lavigne kun je ook geen rockzangeres noemen. Dat is kinderpop. Marketingrock. Daar kan ik niet in geloven. PJ Harvey en Courtney Love vind ik wél cool, maar die zijn dan weer te veel in de underground blijven steken."

Ik heb me altijd afgevraagd wat je zo aantrekt in Amerika. Hier ben je uniek, terwijl er ginds misschien wel tien Anouken zijn.

"Nee hoor. Iemand als ik hebben ze daar niet."

Daar zal dan wel een goede reden voor zijn. Wie het in Amerika wil maken moet heel goed handjes kunnen schudden. En altijd vriendelijk glimlachen.

"Mja, en daar heb ik helemaal de juiste attitude niet voor. Ik ben niet goed in small talk."

Bovendien wordt je mening over downloaden je in de muziekindustrie niet in dank afgenomen.

"Mijn stelling is simpel: laat iedereen maar downloaden zodat de artiesten weer moeten gaan spelen voor hun geld. Voor de hele grote sterren maakt het sowieso niks uit, want die blijven miljoenen verdienen. Maar alle anderen worden verplicht om toch weer dat podium op te stappen als ze goed rond willen komen. Dat voel ik zelf ook, hoor. Ik verdien nu een tiende van vroeger. Al heb ik nog steeds niet te klagen. Mijn ijskast ligt vol en ik hoef niet op mijn centen te letten."

Het is niet zo dat je pas een nieuwe cd maakt als het geld op raakt?

"Nee. Mijn geld is nog niet op, en dat zal ook niet meteen gebeuren. Ik heb mijn zaakjes goed aangepakt. Voor mijn kinderen, later. Als ik er niet meer ben wil ik dat ze er warmpjes inzitten. Dat is voor mij motivatie genoeg om te blijven werken." n

'Ik verdien nu een tiende van vroeger. Al heb ik nog steeds niet te klagen. Mijn ijskast ligt vol en ik hoef niet op mijn centen te letten'

'Ik heb vroeger altijd van die hele lieve vriendjes gehad. En juist daarom ben ik er uiteindelijk nooit bijgebleven. Lieve mannen zijn wel leuk, maar ze gaan heel gauw vervelen'