Direct naar artikelinhoud

Grijpt de heiland straks alle macht?

Hoewel we het feest van de vrede vieren, mogen we niet vergeten dat er dit najaar een nieuw front is geopend in de cultuurstrijd van de grootste partij van het land. In 2017 zal de N-VA meer dan ooit op ramkoers liggen met de media. Hoe is het zover kunnen komen? En waar gaat dat eindigen?

Ze horen bij de feestdagen zoals Piet bij de sint, zoals het stalletje bij de kerstboom: de eindejaarsvragen van ons onvolprezen zusterblad Humo. Bekend Vlaanderen krijgt rond deze tijd altijd de kans om terug te blikken op het voorbije jaar. Wat vonden ze het beste boek, de beste film, het beste programma? Wie wensen ze wat toe voor 2017? En wat vonden ze de belangrijkste gebeurtenis, evolutie of trend van het voorbije jaar? Altijd leuk leesvoer en voor elk wat wils, van Etienne Vermeersch tot Stan Van Samang.

Na dit turbulente, krankzinnige, dramatische jaar keken velen met meer dan bijzondere belangstelling uit naar de antwoorden van N-VA-leider Bart De Wever, met voorsprong de invloedrijkste en machtigste politicus van dit tijdperk. Wat zou hij de belangrijkste gebeurtenis, evolutie of trend van 2016 vinden? De brexit? De verkiezing van Trump? De terreuraanslagen? De hel van Aleppo? De vluchtelingencrisis? De hongersnood in Nigeria? Keuze zat, zou je denken. En toch vermeldt hij niets van dat alles. Voor De Wever is de belangrijkste trend van 2016, en ik citeer: "De opkomst van de opiniërende journalistiek, die de teloorgang van vele kwaliteitsmedia nog heeft versterkt."

Op het eerste gezicht lijkt dat een geintje, een sarcastische knipoog van een politicus die, zoals dat hoort, weleens wat kritiek krijgt. Maar dat is het niet, of toch niet uitsluitend. Over dat antwoord is nagedacht, het is een welgemikt schot voor de boeg, waarmee de Antwerpse burgemeester een nieuw front opent in zijn strijd om de geesten en harten van zoveel mogelijk Vlamingen. Na de Franstaligen aan het infuus, de vreemdelingen die zich niet willen aanpassen en de socialisten die alles hebben kapotgemaakt, is het nu de beurt aan journalisten met een mening. Zij lopen een beetje in de weg.

Van roetpiet tot kerststal

Of wacht even: je hoeft als journalist niet eens een mening te hebben om in de weg te lopen van sommige N-VA-toppers. Soms zijn de naakte feiten al vervelend genoeg. Neem nu de kerststal in Holsbeek, waar staatssecretaris Theo Francken deze week zo over tekeer ging. Toen die op vraag van een aantal vrijzinnigen uit het gemeentehuis werd verwijderd, met het oog op de neutraliteit van de overheid, riepen Francken en de lokale N-VA-oppositie de Holsbekenaars op om zo veel mogelijk kerststalletjes te laten aanrukken, om op die manier "onze normen en waarden" te verdedigen - zo werd de indruk gewekt dat de stal moest verdwijnen omdat moslims erom gevraagd hadden.

Een pure perceptieoorlog, met andere woorden. Dat werd helemaal duidelijk toen nog een ander feit aan het licht kwam: in Lubbeek, de gemeente waar Francken titelvoerend burgemeester is, staat al jaren geen kerststal in het gemeentehuis, met het oog op, jawel: de neutraliteit van de overheid. Sinds de doorbraak van Donald Trump noemen politieke wetenschappers dat post-truth politics: de feiten doen er in het politieke debat soms niet meer toe, alleen nog de manier waarop je als politicus overkomt. Imago is alles.

Precies hetzelfde geldt voor de manier waarop Bart De Wever zich mengde in het debat over Zwarte Piet. Toen het Pietenpact eerder dit najaar voor ophef zorgde, liet hij via Twitter weten dat de Zwarte Pieten in Antwerpen "gewoon zwart van het roet" zouden blijven, "naar goede, respectvolle en kindvriendelijke traditie". Ook hij wilde daarmee alleen maar de perceptie beheersen, want in Antwerpen was Zwarte Piet fundamenteel van uiterlijk veranderd: de Antwerpse Piet, die van de VRT en Bart Peeters namelijk, is in 2014 een roetpiet geworden. Zoals Francken de neutraliteit verwerpt die zijn eigen gemeente hoog in het vaandel voert, zo verwerpt De Wever het Pietenpact dat zijn eigen stad als eerste toepaste. En als iemand daarop wijst, is dat natuurlijk vervelend.

Nu zijn die Piet en die stal uiteraard relatief onbelangrijk. Het is een kniesoor die daar een politicus blijft mee achtervolgen. Maar ook met feiten die veel ernstiger zijn, heeft De Wever het soms moeilijk. Toen Paris Match onlangs aan het licht bracht dat hij de dag na de aanslagen van 22 maart aanwezig was op een vergadering van zijn minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon met de politiediensten, reageerde de N-VA-voorzitter bijzonder geënerveerd en korzelig. Waar hield de pers zich toch mee bezig? Moest hij op zoiets onbenulligs echt reageren? Euh, ja dus. Het is altijd gezond om even na te gaan of er geen belangrijke regels werden overtreden - wat, voor alle duidelijkheid, hier dus niet het geval lijkt te zijn geweest. Vertrouwen is goed, controle is beter.

Ook heuse onderzoeksjournalistiek, die met opiniëring al helemaal niets te maken heeft, wordt door de Antwerpse burgemeester niet op prijs gesteld. Nieuwssite Apache.be, die pertinente vragen stelt over de mogelijke verwevenheid van het stadsbestuur met de vastgoedsector, wordt door De Wever "een lasterlijk medium" genoemd. Zijn oud-kabinetschef Joeri Dillen, die in het dossier een sleutelrol zou hebben gespeeld, daagde Apache.be zelfs voor de rechter en eist een schadevergoeding van 100.000 euro. Toen op Twitter de hashtag #jesuisapache opdook, bleken opvallend weinig N-VA-supporters solidair met de vrije pers in dit land.

Van informatie tot water

Voor de goede orde: de N-VA is niet de eerste partij die op gespannen voet leeft met de media. Toen twee VRT-journalisten met De keizer van Oostende een ontluisterend boek publiceerden over sp.a-kopstuk Johan Vande Lanotte, schoot die laatste ook met scherp. Sterker nog: Luc Rademakers, toenmalig hoofdredacteur van de VRT-nieuwsdienst, stak hem zelfs een handje toe door de bewuste journalisten even op non-actief te zetten.

Als sp.a-voorzitter John Crombez na het kritische opiniestuk van schrijver Yves Petry de media aanvalt, omdat we volgens hem niet geïnteresseerd zijn in nuances, schuift hij de verantwoordelijkheid voor zijn eigen falen ook af op journalisten. Dat liedje is zo oud als de straat. Politici voelen zich vaak verkeerd begrepen, onderschat en onheus bejegend. Niet altijd geheel ten onrechte. De pers is niet perfect.

Maar de oorlog die de N-VA ontketent met de vierde macht is van een andere orde. Dat spel wordt veel harder gespeeld, heel persoonlijk vaak, en met de duidelijke bedoeling om de geloofwaardigheid van de journalistiek, of in elk geval van kritische journalisten, fundamenteel onderuit te halen.

Denk maar aan de manier waarop De Wever destijds reageerde op het fameuze interview-zonder-antwoorden in Knack. Omdat collega Stijn Tormans geen interview kreeg, had Knack alleen de vragen afgedrukt. De Wever noemde Tormans openlijk "de slechtste journalist" van Vlaanderen en ging zo vrolijk voorbij aan het simpele feit dat het de hoofdredacteur is die beslist wat al dan niet gepubliceerd wordt. En de hoofdredacteur van Knack, dat was toen - ga even zitten, dat u niet omvervalt - Johan Van Overtveldt, huidig N-VA-minister van Financiën.

De Wever heeft voorts de nare gewoonte om lastige journalisten geen interview meer te geven en zet soms hele kranten op de zwarte lijst. Als Le Soir belde, werd in het N-VA-hoofdkwartier jarenlang zelfs niet eens de telefoon opgenomen. En uit goede bron, van iemand die erbij was, heb ik vernomen dat de N-VA-voorzitter tijdens een vergadering ooit zou hebben voorgesteld om ook De Standaard uit te sluiten en geen enkele N-VA'er ooit nog met die krant te laten praten. Een idee dat de andere aanwezigen gelukkig nét iets te overdreven vonden. Maar het tekent de sfeer, het zegt wel iets: de partij zou nog het liefst in een wereld zonder journalisten leven.

Theo Francken, de gedoodverfde opvolger van De Wever als partijvoorzitter, zei dat onlangs bijna met zoveel woorden in De afspraak. Dat sociale media hem de mogelijkheid bieden om rechtstreeks met de burger te communiceren, zodat informatie "ongefilterd" bij de lezer terechtkomt. Dat klinkt prachtig, maar het kan geen kwaad om daar toch eens goed over na te denken: als elke politicus zijn informatie ongefilterd de wereld in stuurt, zal uiteindelijk niemand nog geïnformeerd zijn. Niemand heeft de tijd of de energie om al die informatie te lezen, te controleren, in de juiste context te plaatsen en van duiding te voorzien. Daar dienen media namelijk voor. Zonder kranten zouden we verdrinken in informatie, en niets meer weten. Informatie is als grondwater: ze moet eerst gefilterd worden, en dàn pas kun je ze consumeren.

Van chilling tot bashing

Dat de N-VA na de Franstaligen, de onaangepaste vreemdelingen, de socialisten en de rechters nu de journalisten aanvalt, mag niet verbazen. Het was Joachim Pohlmann, de woordvoerder van Bart De Wever, die ooit het verschil tussen links en rechts haarfijn wist uit te leggen: "Links heeft altijd een slachtoffer nodig, rechts een tegenstander." Net zoals het Vlaams Blok vroeger lijkt N-VA soms baat te hebben bij kritiek. Al noemt men die kritiek in dat geval liever bashing.

Ik herinner mij nog de verwelkoming van Gilles De Coster, die De ochtend presenteerde toen ik op woensdag 8 juni 2011 op Radio 1 een open brief aan Bart De Wever kwam toelichten: "We gaan toch niet aan N-VA-bashing doen, hoop ik?" Nu ken ik toevallig nogal wat mensen in de journalistiek en heb ik zelf al op verschillende redacties gewerkt en vertoefd, en ik kan u verzekeren: die reflex is sterker dan u denkt. De Vlaamse pers is helemaal niet onevenredig kritisch voor de N-VA, het tegendeel is misschien waar: vaak houdt men zich in, om zeker niet verdacht te kunnen worden van bashing.

Wie zich toch niet inhoudt en zijn mening over de N-VA ongefilterd ventileert op sociale media, wordt door de stoottroepen van de partij genadeloos gematrakkeerd. Twitter is niet alleen geschikt om rechtstreeks met de burger te communiceren, het lijkt soms wel een executieterrein, waar je door sluipschutters onder vuur genomen wordt. Sommigen schieten met naam en toenaam, maar het is een publiek geheim dat ook verdacht veel anonieme accounts de partijlijn en bijbehorende commando's van de N-VA volgen. Ook dat is een bewuste strategie, omdat je zo mensen uitput, afmat en het zwijgen oplegt. En omdat je zo trending topics kunt creëren op Twitter: de hashtag #iksteuntheo werd, zoals inmiddels bekend, nogal duchtig rondgetweet door virtuele personages, die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet bestaan.

Wie zwijgt uit vrees voor het verbale vuurpeloton is bezweken voor het zogenaamde chilling-effect. Ook dat is niet nieuw: omdat het Vlaams Blok vijftien jaar geleden naar de rechter stapte voor elke satirische grap die over de partij werd gemaakt, vroeg een prominent Radio 1-producer zijn columnisten op een dag om, althans tijdelijk, toch maar liever geen grappen over het Vlaams Blok meer te maken.

Om maar te zeggen: de steeds explicietere aanval van de N-VA op de media is niet zo onschuldig. Men wil niet alleen van die soms talrijk aanwezige opiniestukken af, men wil het liefst dat mensen de journalistiek niet meer vertrouwen. Dan is al dat nieuws over rammelende begrotingen, politieke benoemingen en pijnlijke contradicties qua normen en waarden ineens van de baan. Allemaal opiniërende journalistiek, allemaal leugens om de lezer te misleiden. Geloof ze niet, geloof liever onze tweets! De aanslag in Berlijn? De schuld van Merkel! De aanslag in Brussel? De schuld van een verbindingsofficier!

Tot de vierde macht

Hoe machtiger de politicus, hoe onrechtvaardiger hij kritiek zal vinden. Dat was ook zo bij Steve Stevaert, Guy Verhofstadt en Yves Leterme. Zo uniek is Bart De Wever niet. En toch moet dit nieuwe front in de cultuurstrijd van de N-VA elke democraat zorgen baren. Tel maar even mee.

De eerste macht heeft in dit land niets te zeggen, dat is bekend. Parlementariërs moeten maar één ding doen: op het juiste knopje drukken als de baas dat zegt. De tweede macht staat onder scherp toezicht van de schaduwpremier, dat is evengoed bekend. Het is Bart De Wever die de lijnen van zijn ministers uitzet. De derde macht kreeg het onlangs zwaar te verduren, toen de N-VA bepaalde rechters verregaande wereldvreemdheid verweet. De vierde macht moet nu voor de bijl. Dat is althans mijn voorspelling voor 2017: in dat korte antwoord van De Wever op het eindejaarsvraagje van Humo zit een hele agenda verscholen die volgend jaar verder zal worden uitgerold, zoals dat heet.

En dan te bedenken dat De Wever aan zijn vierde ambtstermijn als partijvoorzitter bezig is en er straks een vijfde zal bijnemen. Zo lang zo veel macht in één persoon: behalve Jezus kan niemand dat aan. Zelfs in Congo vinden ze dat een beetje te veel van het goede.

Of wacht. Excuus. Zet na die laatste zin maar een sarcastische knipoog.

Vredig kerstfeest.